maandag 14 januari 2019

San Blas Panama



San Blas, een waar paradijs voor zeilers en levensgenieters
De Noordoost kust van Panama, met zijn San Blas eilanden, is een waar zeilersparadijs. Alles wat je hebt geleerd over zeilen en veilig navigeren heb je hier nodig. Zonder de kaarten van Eric Bauhaus doe je hier overigens echt niets, de digitale kaarten van Navionics, die wij gebruiken voor het navigeren met onze plotter, geven onvoldoende informatie om hier veilig te kunnen varen. Op de Navionics kaarten voeren we af en toe over het land! Het is een gebied met zeer veel eilandjes en mooie baaien, een gebied ook waar je maanden kunt vertoeven zonder dezelfde ankerplek tweemaal aan te doen, een gebied ook met ondieptes en vele riffen. Juist die riffen zijn een dingetje waarmee je heel goed rekening dient te houden. Als je er tegenaan vaart gaat dit meestal gepaard met schade aan de romp en kiel, je ziet dan ook met enige regelmaat scheepswrakken liggen.
Een ouder Guna echtpaar in traditionele Guna kleding, 
waarbij vooral de vrouwen kleurrijk zijn versiert
De San Blas is ook het gebied van de Guna Yala de authentieke bevolking van de San Blas. In 1915 is er een afgevaardigde van het Panamees parlement aangesteld en gestationeerd op Porvenir. Deze ging van hieruit bepalen wat er zo al gebeurde op de diverse eilanden. Hier kwam tevens een politiepost ter ondersteuning. Hier waren de Guna's het in het geheel niet mee eens, zij waren ook meer betrokken bij Colombia in plaats van bij Panama. Dit heeft geleid tot vele ongeregeldheden met als hoogtepunt de meest beruchte actie op 21 februari 1925 waarbij de afgevaardigde, alle politieagenten en alle kinderen en volwassenen die voortkwamen uit een gemengd huwelijk tussen een Guna en een niet Guna werden vermoord. Kort hierna is er een onderhandeling opgestart met de Panamese regering die ertoe heeft geleid dat ze sinds 1925 officieel bij Panama zijn gaan behoren maar wel met een zeer hoge graad van zelfstandigheid en zelfbestuur. Elk bewoont eiland heeft sinds die tijd één of meerdere chiefs die het eiland runnen en die bepalen wat er gebeurd rond de eilanden.
Een Guna dorpje op een eilandje, soms zijn de eilandjes helemaal volgebouwd
Zo hebben alle chiefs bij elkaar besloten dat het chartervaren in de San Blas niet meer is toegestaan. Daarnaast is duiken, speervissen, kitesurfen en windsurfen niet toegestaan. Het is de Guna’s, sinds 1925, ook niet meer toegestaan om met een niet Guna te trouwen of samen te wonen. Bij de Guna’s is de vrouw de baas in huis, het huis is dan ook haar eigendom. Zij kiest haar man uit, waarbij de door haar gekozen man bij haar intrekt. Doordat er geen “vers” bloed instroomt, zie je onder de Guna veel albino’s. Het is dus een volk met sterke tradities, waarbij helaas de westerse maatschappij zijn intrede doet. Maar we beginnen bij het begin, de tocht van Colombia naar Panama.

Het hijsen van de Panamese vlag vlak voor zonsondergang richting Panama
Om niet al te vroeg in het grensplaatsje Obaldia in Panama aan te komen, vertrekken we om 14:30 uur voor een tocht van 88 nm. Op de motor varen we tussen de ondieptes en de riffen door. Zodra het rondom veilig is, zetten we de zeilen. Er staat een mooie 11-15 kn wind zodat de Ikinoo scherp aan de wind met 5-7 kn richting Obaldia vaart. Na het eten wordt al snel de wachtdienst opgepakt. We hebben besloten om dat in het vervolg direct met 3 uur op en 3 uur af in gang te zetten. Tegen de tijd dat Sonja wakker wordt van haar tweede slaapperiode, zien we in het ochtend schemer de kust van Panama voor ons opdoemen. Helaas is er dus geen tijd meer voor mij om te slapen. Rustig varen we naar Obaldia, waarbij we nog kortstondig even helemaal schoongespoeld worden door een felle regenbui. Vlak bij de kust worden we opgeroepen door een Nederlands schip, de Rafiki. Zij blijken ook hier te liggen om hun visum te verlengen.
De Ikinoo voor anker bij Puerto Escoses
Zo liggen we met drie Nederlands boten voor anker bij Obaldia. Snel wordt de bijboot te water gelaten zodat we naar de kust kunnen roeien om in te klaren. Het is hier heel goed georganiseerd maar het gaat allemaal wel wat traag, twee uur later en $ 200,00 armer zijn we ingeklaard. Nog snel hebben we wat boodschappen gedaan en toen teruggevaren naar de Ikinoo. De ankerplaats bij Obaldia is zeer onrustig met veel swell, we halen dus snel het anker op en varen 21 nm verder naar Puerto Escoses, een baai met een mooie geschiedenis. Als wij aankomen liggen de Rafiki en de Ocean Goose al voor anker.
Een Guna hutje met op de achtergrond de hutjes op palen
In deze baai lig je heel erg rustig, er is vlak voor ons zelfs een klein Guna dorpje op palen in het water gebouwd, helaas sinds een paar jaar niet meer continu bewoond. Alleen vissers maken er nog gebruik van. De volgende dag besluiten we een wandeling te gaan maken op het vaste land. We willen naar Fort Saint Andrews lopen. Van 1698 tot 1702 hebben de Schotten geprobeerd hier een nederzetting op te zetten, om voet aan de grond te krijgen in Panama. Zij hebben fort Andrew gebouwd.
De kookplaats binnen in een hutje, nog niet zo lang geleden gebruikt
Helaas is deze expeditie mislukt, van de 3.000 mensen die bij deze expeditie betrokken waren zijn er in die 4 jaar 2.000 gestorven door ziektes. De mensen die overbleven keerden terug naar Schotland en van het fort zijn alleen nog ruïnes over. Wij hebben het fort niet kunnen bereiken of kunnen vinden omdat het oerwoud haast ondoordringbaar is. Wel vonden we aan de kust een geheel verlaten Guna dorpje waarvan een aantal hutjes nog steeds in gebruik was, waarschijnlijk komen hier vissers overnachten. We vonden een kist met keukengerei en kookplaatsen die nog niet zo lang geleden gebruikt waren.
Het kookgerei van de Guna's
Met enige regelmaat komen hier wel Guna indianen omdat er veel kokosnoten en bananen verbouwd worden. Deze mag je als toerist niet meenemen naar de boot omdat ze eigendom zijn van de Guna’s. Onze volgende ankerplek wordt Isla Pinos of zoals de Guna indianen het noemen Tupbak, een tochtje van 13,5 nm. Eenmaal op zee, rollen we de Yankee uit en varen alleen op dit voorzeil naar onze volgende bestemming. Er staat nog een behoorlijke zeegang zodat de tocht niet echt comfortabel is. In de buurt van Isla Pinos draaien we Yankee weg en gaan op de motor naar de ankerplaats.
De Ikinoo en de Rafiki voor anker bij Isla Pinos
Je moet hier zeer voorzichtig varen en manoeuvreren omdat het maar drie meter diep is en het al snel te ondiep wordt waardoor je vastloopt. De swell die buiten stond vind je hier niet meer terug. Er ligt hier, naast de drie Nederlandse boten, nog één andere boot. Niet veel laten komt de chief met zijn gevolg, in een bootje zonder motor, langs om de anker fee te innen. Na het betalen van $ 10,00 krijgen we een briefje, waar opstaat dat je betaald hebt en dat je drie maanden mag blijven liggen. ‘s-Middags varen we naar de kant en bezoeken het dorpje. Het is grotendeels nog een echt Guna dorp met daartussendoor wat bouwwerken van steen. Bijna alle vrouwen dragen nog de authentieke Guna kleding, dus zowel jong als oud. In dit dorpje zijn 
Vele handen maken ligt werk, aanslepen van de goederen
een aantal lokale winkeltjes waar je wat basisbehoeften kunt kopen. Omdat er net een nieuwe zending is binnen gebracht met een schip, help ik met het verslepen van de spullen van de steiger naar de winkel, iedereen in het dorp draagt zijn steentje bij. Zowel jong als oud komt aanlopen en draagt één of twee keer een lading naar de winkel. Zakken met Kokosnoten worden weer naar de boot gedragen. We kopen hier wat blikjes fris. Achteraf blijkt dat in deze frisdrank wel heel erg veel suiker zit, het is haast stroperig van de suiker, het is haast niet te drinken zo zoet is de frisdrank.
Dit oude dametje, in traditionele Guna kleding, droeg ook haar steentje bij, bij het verslepen van de lading naar de winkel. Hier draagt ze een zak met kokosnoten. Voor de meeste van ons zou dat al veel te zwaar zijn. Zo zie je ook hele magere mannetjes, die zonder veel problemen zakken met 50 kg rijst op hun schouder leggen en er mee weglopen. Hier is zo'n zak, waarin rijst heeft gezeten, gebuikt om kokosnoten in te verslepen.
Dit is een dorpje waar nog een groot deel van de bevolking, dus jong en oud, volgens de oude Guna tradities leeft, werkt en woont.
Gezellig een blikje fris drinken, de gaten schieten in je kiezen zo veel suiker
Wij zullen ervaren dat hoe westelijker we kwamen des te minder bleef er van de tradities over en hoe meer vuil er in het water dreef. De dag van vertrek zijn we redelijk vroeg uit de veren en zijn om 07:30 uur al onderweg naar onze volgende bestemming Isla Achutupu. De Rafiki blijft hier liggen omdat het een heerlijke rustige plek is om wat te klussen aan de boot. Het wegvaren vanaf Isla Pinos is nog even een precies werkje. Je moet tussen twee riffen door, waarbij er een smalle geul is waar nog 2,8 meter water staat. Links en rechts van het geultje loop je al snel vast.
is het geen schatje
Ook nu varen we weer alleen met de uitgerolde Yankee. Het is een tochtje van 19 nm met hoofdzakelijk halve wind. Na vier uur zijn we al op de plaats van bestemming. Als we voor anker liggen, ga ik samen met Marlies van de Ocean Goose naar de kant voor een kleine verkenning en om wat boodschappen te doen. Er ligt hier een boot afgemeerd die groente, fruit en rijst verkoopt. Iedereen uit het dorp doet hier inkopen, zo ook de Guna’s die op een ander eiland wonen en die met hun kano hier naartoe komen varen om inkopen te doen. Wij kopen wat aardappelen, een komkommer, wortelen en uien. Zo kunnen we in ieder geval weer hutspot maken. Aan het einde van de dag komt weer één van de chiefs met zijn gevolg langszij om opnieuw $ 10,00 te innen. De volgende dag varen we al vroeg weer verder.
Een groepje dames in Guna klederdracht onderweg naar huis
Onze volgende bestemming zou Snug Harbor worden. Hierover hoorden we echter onderweg weinig goeds. Je moet hier goed op je spullen passen en niets op het dek laten liggen. We besluiten deze bestemming dan ook maar voorbij te varen en kiezen voor Aridup, een klein onbewoond eilandje met een kleine ankerplek maar wel met mooie snorkel mogelijkheden. Vandaag is er niet echt veel wind. Alle zeilen worden bijgezet en tevens helpt de motor af en toe als de wind in zijn geheel wegvalt. Wel is de zee nog vrij rommelig door de wind van afgelopen nacht. In het begin bestaat de route uit een aaneenschakeling van waypoints om zo tussen de riffen en ondieptes door naar open zee te komen. Wij dragen dan beide onze "oortjes" zodat we makkelijker met elkaar kunnen communiceren. Sonja zit dan beneden bij de navigatiehoek en geeft aan wanneer ik de koers moet wijzigen.
De Ocean Goose bij weinig wind en vol tuig
De combinatie van varen op zicht en het nauwkeurig uitzetten van waypoints tussen de riffen en de ondieptes door, maakt dat we veilig overal tussendoor varen. Bij Aridup aangekomen blijkt er echter een behoorlijke swell op de ankerplaats te zijn. Je ligt hier wel heel onrustig. Na overleg, via de VHF, met de Ocean Goose besluiten we verder te varen naar Isla Tigre. Ook bij Isla Tigre is de ankerplaats niet echt groot. Bij aankomst zie je volop brekers, waarbij je tussen twee riffen met grote brekers door naar de ankerplaats moet varen. Daar is een kom met voor en achter je op 60 meter afstand riffen, niet echt veel ruimte om te ankeren en zeker geen ruimte om op drift te geraken. De ankergrond is prima, zand op een diepte van 8 meter, het anker ligt dan ook, met 40 meter ketting, in één keer goed vast.
De Ikinoo voor anker bij Isla Tigre
We ervaren steeds meer dat onze manier van ankeren prima voldoet. Voor de lengte van de hoeveelheid ketting gaan wij uit van de regel 20 meter plus twee keer de diepte en dat naar boven toe afgerond. Daarna wachten we totdat de Ikinoo vanzelf door de wind en de eventueel aanwezige stroming, recht achter zijn anker ligt. Nu zet ik de motor stationair in zijn achteruit, zodat de ketting wordt strakgetrokken en het anker de gelegenheid krijgt grip te krijgen op de grond. Als ik zie dat mijn positie niet meer veranderd, voer ik langzaam het toerental op tot 1.500 toeren. Hierdoor graaft het anker zich verder in. Ook nu let ik weer op of dat mijn positie niet wijzigt, zo niet dan liggen we vast. Indien de positie wel wijzigt zit het anker niet in de grond. In dat geval halen we het anker op en starten de procedure opnieuw. In 90% van de gevallen liggen we in één keer vast. Zodra we voor anker liggen horen we een oproep via VHF-kanaal 16. Het blijkt de New Nexxus te zijn met Niels en Tjerk.
DIt zijn de toiletten annex douches op de eilanden
Dit zijn vrienden van de zoon van Wijnand en Marlies van de Ocean Goose. Zij hebben de beide jongens al eerder ontmoet op Los Roques en op Curaçao. Onderweg hebben ze een grote King Makreel gevangen, zodat het besluit wordt genomen om met z’n zessen het avondeten te gebruiken op de Ocean Goose. Wijnand had zich echt uitgesloofd. Het voorgerecht bestond uit sushi met rauwe vis, wasabi en ketjap en het hoofdgerecht uit gebakken vis met gebakken aardappeltjes en een salade van tomaat, komkommer, ui en een lekkere dressing. De salade was door Sonja gemaakt en de gebakken aardappeltjes door de mannen van de New Nexxus. Het geheel werd daarbij weggespoeld met een lekker biertje of wijntje. Zo lekker allemaal.
De drie Nederlandse boten voor anker bij Farwell Island
Gedurende de nacht hebben we voor het eerst in lange tijd het ankeralarm weer geactiveerd. Dit alarm waarschuwt je als het anker gaat driften en de boot dus achteruit vaart. Omdat het eiland niet echt uitnodigt voor een bezoek varen we de volgende dag naar het plaatsje Nargana op het eiland Yandup, een afstand van 5 nm. Onderweg ankeren we nog even bij de Farewell Islands om daar even te snorkelen en lekker te lunchen. Dit is de eerste ankerplak waar we met veel meer boten liggen, uiteindelijk tel ik 14 boten, er is echter ruimte genoeg. Yandup is een eilandje waarop je duidelijk kunt zien dat de traditionele Guna leefwijze al wat wordt losgelaten.
De Ikinoo onderweg naar Nargana, varende tussen riffen en ondieptes
De chief heeft hier ook minder te zeggen en men komt ook niet meer langs om de $ 10,00 ankerfee te innen. Waren op de eilanden in het oosten van de San Blas vooral de vrouwen nog voor 80% gekleed in de traditionele kleding, hier is dat nog maar amper 20%. Daarbij komt dat men het heel gewoon is gaan vinden om al hun afval in zee te gooien. Op de ankerplaats komt dan ook continu plastic langsdrijven. Je kunt je afval ook tegen betaling meegeven aan een local, echter moet je er wel zeker van zijn dat hij het niet een paar honderd meter verder in zee gooit.
Ook in Nargana zijn de voorbereidingen voor kerst in volle gang
Na twee dagen houden we Nargana voor gezien, het is een smerig dorp met wel een aantal leuke winkeltjes om inkopen te doen. Zo hebben we ook één simkaartje gescoord, meer hadden ze niet op voorraad. De New Nexxus heeft deze in gebruik genomen omdat Niels onderweg vanaf zijn boot werkt. Wel hebben wij het simkaartje even geleend om onze mail te bekijken en de hoogstnoodzakelijk zaken af te wikkelen. We willen graag snorkelen in helder water zonder plasticafval, we besluiten dus 5 nm verder te varen naar Kanlildup of op zijn Engels Green Island. Hier zijn twee ankerplekken. Wij kiezen voor de zuidwestelijke ankerplek.
Uitzicht vanaf de Ikinoo naar Green Island
Zodra het anker in de rond zit nemen we een duik in het heerlijke heldere water. Ook hier liggen we weer met meerdere boten, het wordt steeds iets drukker. Het eiland is onbewoond, dus de volgende dag trekken we weer verder naar de ankerplek met de mooie naam Swimming Pool, de ankerplek bij Isla Morrodub of op zijn Engels het BBQ-eilandje, één van de eilanden behorende bij de Holandes Cays. Dit is werkelijk één van de mooiste stekjes. Er ligt hier een Amerikaans zeiljacht wat hier al 20 jaar ligt.
BBQ eiland met de overdekte zitplaats met tafel waaraan wij aan het einde 
van de middag een biertje dronken
De eigenaar heeft zelfs een stukje grond op Banedup beplant met allerlei soorten groente en fruit zodat ze zichzelf enigszins kunnen voorzien van verse waren. Zwemmen kun je hier helaas niet, als ik met mijn duikbril en zwemvliezen naar mijn anker toe zwem om te controleren of dat deze goed is ingegraven, kom ik nauwelijks vooruit. Er staat hier 2-3 kn stroming. Als we echter met de dinky naar het strandje van BBQ-island gaan, kunnen we vanaf het strand prima zwemmen en snorkelen. Het eilandje is niet echt groot, in een half uurtje loop je het hele eiland rond. Hier woont ook een familie waarbij de man tevens chief is.
De waterput met zoet water
Om zichzelf te voorzien van zoet water, heeft men een put gegraven. Het water wat hier uitkomt kun je niet drinken. Het is echter wel geschikt om jezelf te wassen, de was te doen en het keukengerei af te wassen. Het is een leuk gezicht als je de kinderen na het zwemmen allemaal met een pannetje water ziet scheppen om zichzelf te wassen en af te spoelen. Men verkoopt hier diverse soorten bier en frisdrank. Aan het einde van de dag nuttigen we dan ook gezamenlijk een aantal biertjes. Dit is overigens de ankerplak met de meeste zeilboten tot nu toe.
Huisvlijt van de lokale bewoners 
Wijnand heeft met de chief zitten praten over waar hij het beste kan vissen. Tussen BBQ-eiland en het eiland Banedup is een geul. Hierin zit veel vis. Reeds bij de eerste keer vissen is het direct raak. Opnieuw eten we met z’n zessen aan boord van de Ocean Goose gebakken vis.
Een Guna armband, veel gekleurde kraaltjes
Als zij de restanten van de schoongemaakte vis overboord zetten, wemelt het binnen de kortste keren van de haaien, er zitten erbij van wel 2,5 meter. Ook grote roggen komen hun deel opeisen. De eerste dag, na aankomst, maken we een boottochtje met de dinky naar de zuidkant van het onbewoonde eilandje Banedup. Hier kun je leuk zwemmen en snorkelen. Met Marlies en Sonja vaar ik daarna met de dinky naar het eilandje Tiadup, waar wel een paar families met hun kinderen wonen. Een oud dametje verkoopt hier armbanden van kraaltjes, Werkelijk heel kleurrijk.
De oude Guna dame brengt de armband aan bij Marlies
Na terugkomst op Banedup is er grote consternatie, de mannen hebben een krokodil gespot. In eerste instantie denken we dat dat onzin is en dat het om een boomstam gaat. Als we echter op onderzoek uitgaan zien we dat het niet één krokodil is maar dat het er twee zijn. Tjerk haalt met zijn dinky snel zijn drone op, zodat ze de krokodil van dichtbij kunnen fotograferen en filmen. Het is werkelijk een prachtig gezicht. Aan het einde van de dag keren we terug naar de boten en het strand om daar opnieuw de dag uit te luiden met een heerlijk koel biertje.
Niels samen met een Guna jongetje op zoek naar gekleurd plastic
Wat heel erg leuk aan Niels en Tjerk is, is dat zij met de New Nexxus de wereld rondvaren met een missie. Reeds in Nederland zijn zij begonnen om jonge mensen bewust te maken van het feit dat plastic niet in de zee thuishoort. Overal waar ze nu komen proberen ze groepjes jonge mensen bij elkaar te brengen, waarna ze met dit groepje de stranden afstruinen naar gekleurd plastic. Al het gekleurde plastic wat ze verzamelen gaat door een hand aangedreven verkruimelaar zodat er kleine stuks overblijven.
Met z'n allen de shredder bedienen om het plastic te versnipperen 
Deze kleine stukjes gaan in een mal, welke weer wordt geplaatst in een zonneoven. Nadat deze mal voor ongeveer 2 uur is verwarmd tot 250°C, wordt deze verwijderd uit de zonneoven. Na enigszins te zijn afgekoeld wordt de mal geopend. De stukjes plastic zijn aan elkaar gesmolten en vormen nu een bakje waarin je bijvoorbeeld een plant kunt planten. Een aantal van deze bakjes of vaasjes worden aan de deelnemers cadeau gedaan. De rest wordt opgestuurd naar Nederland en wordt daar weer verkocht. Gezamenlijk met de kinderen van BBQ Island en de kinderen van Tiadup maken we het strand van Tiadup schoon.
Het resultaat van 2 uurtjes gekleurd plastic verzamelen
Al het gekleurde plastic wordt meegenomen naar BBQ-island en hier op en grote hoop gegooid. Gezamenlijk met de volwassenen wordt het plastic nu met behulp van de verkruimelaar klein gemaakt. De kinderen krijgen ondertussen een glas coca cola met kruidnootjes. Deze laatste gaan grif van de hand, zowel de kinderen als de volwassenen kunnen re geen genoeg van krijgen.
Het eindresultaat, een bakje van gekleurd plastic
Zo hebben ze ook hier weer de jongeren en de volwassenen engszins bewust genaakt van het feit dat plastic niet in de natuur thuishoort. Omdat hier veel zeilboten komen, komt er elke vrijdag een boot langs met fruit, groente, rum, eieren, kip en brood. De Amerikaan die hier woont is als eerste aan de beurt omdat hij ook andere zaken die hij nodig heeft door deze boot laat bezorgen. Ook wij maken gebruik van hun diensten en vullen onze voorraden met groente en fruit aan. Zo
Zo ziet de perfecte ankerplaats er uit, een mooi zandstrand en een blauwe zee
kunnen we er weer even tegenaan. Na een aantal dagen geankerd te hebben op Swimming Pool, trekken we verder naar een ankerplek tussen de eilanden Acuakargana en Waisaladup, de meest westelijke punt van de Holandes Cays. Ook hier kun je naar Waisaladup varen en genieten van het strand en de mooie snorkel plekjes. Ze verkopen hier ook Mola’s. Dit zijn handgemaakte doeken met kleurige motieven erop. Na vele Mola’s te hebben bekeken en over de prijs te hebben onderhandeld koopt Sonja er direct twee die een mooi plekje gaan krijgen aan boord van de Ikinoo. Aan het einde van de dag genoten we hier opnieuw van een biertje op het strand. Het is weer tijd om afscheid te nemen van de New Nexxus en de Ocean Goose. Zij blijven nog enige weken in de San Blas. Wij moeten echter door naar Isla Linton met een tussenstop op Isla Porvenir.
Terugblik op de ankerplaats bij Isla Porvenir
Dit laatste eilandje is vroeger de plaats geweest van waaruit de San Blas eilanden werden bestuurd. Tevens was het de opstapplaats voor veel toeristen die hier met een vliegtuigje vanuit Panama werden afgezet. Omdat het chartervaren zo goed als verdwenen is, wordt het vliegveldje haast niet meer gebruikt. Wij hebben er in ieder geval geen één zien landen of opstijgen. Voor de rest is hier eigenlijk niet veel te beleven. Het is echt een ankerplaats tussen Isla Linton met zijn jachthaven en de rest van de San Blas. De laatste etappe voert ons naar Isla Linton, het eiland met in de windschaduw een marina.
De bui met daaronder de windhoos, hij was bijna uitgestorven
Dit is een afstand van iets meer dan 40 nm. We zijn al vroeg uit de veren zodat we om 07:00 uur al het anker uit de grond hebben. Na op de motor eerst een stukje tegen de wind in te hebben gevaren, hijsen we de beide zeilen en zeilen scherp aan de wind naar onze bestemming Onderweg komt er een bui over waar een klein beetje regen uitkomt. Indien we echter achteromkijken, als hij ons is gepasseerd, zien we dat er een windhoos is ontstaan. We zijn blij dat dat achter ons plaatsvindt en niet voor ons. In de loop van de dag krimpt de wind, enigszins gelijktijdig met het afvallen langs de kust. Zo blijven we scherp aan de wind varen in plaats van op een gegeven moment halve wind te kunnen zeilen. De gehele dag hebben we 8-12 kn wind. Aangekomen in de Marina krijgen we direct een plekje toegewezen. Men had ons al verwacht omdat we van te voren voor de zekerheid een plekje hadden gereserveerd in verband met de verwachte drukte rond de feestdagen Hier vieren we de kerst en oud en nieuw en gaat Sonja voor 12 dagen naar Nederland, maar daarover in het volgende verhaal meer.
Zo mooi is de natuur hier in de San Blas