zaterdag 8 oktober 2022

Sumbawa

De ankerplek bij het plaatsje Jambu, stevige ankergrond en
weinig swell.
De volgende bestemming voor ons wordt het plaatsje Jambu op het eiland Sumbawa. Binnen de groep van zeilers is er enige discussie ontstaan over het feit dat de sail2indonesië organisatie, op het laatste moment, de ankerplek bij Jambu, verruild heeft voor een ankerplek bij het plaatsje Badas, aan de noordkust van Sumbawa. Wij kiezen er echter voor om naar Jambu te zeilen. Dit dorpje staat erom bekend dat de lokale vissers hier een hele speciale band met de walvishaaien hebben. Ze geven je tevens de mogelijkheid de walvishaaien te bezoeken en met ze te zwemmen. Op de avond voor vertrek zijn er een aantal boten die hetzelfde gaan doen als wij. Omdat we er niet in één keer naar toe willen zeilen, maken we onderweg twee tussenstops. Op de motor verlaten we de ankerplek, er staat haast geen wind. Als we eenmaal wind hebben kunnen we heerlijk zeilen.
Dit is een visplatform. In het midden een flinke vissersboot
met aan de zijkanten drijvers. De netten hangen tussen de
romp en een drijver. Aan weerszijde zijn lampen aangebracht.
In de loop van de middag naderen we het eilandje Banta. Als we de ankerbaai aanlopen, zien we dat er nog twee boten voor anker liggen. Helaas hebben wij niet het goede ankerplekje opgezocht, de gehele nacht horen we de ketting over de rotsen en het koraal slepen. We zijn er dus alweer vroeg uit en vetrekken naar onze volgende bestemming, het plaatsje Kilo op Sumbawa. Zodra het anker is opgeborgen kunnen we zeilen. De wind neemt zelfs zo ver toe dat we het 2e rif moeten plaatsen. Ondanks dat blijven met snelheden tussen de 6-8 kn doorgaan naar onze bestemming. Nadat we het vulkaaneiland Sangiang zijn gepasseerd, is het over met de pret, de wind wordt wisselvallig. We modderen een beetje aan, dan weer zeilen dan weer een stukje op de motor, niet echt ideaal. Aan het einde van de middag zijn we bij het plaatsje Kilo, waar we vlak voor het strand ons anker uitgooien.
Onze ankerplek bij het plaatsje Kilo op Sumbawa. Opnieuw
goede ankergrond met een zandbodem. Wij lagen niet al te 
ver van het strand af.

Direct worden we door diverse vissersbootjes bezocht en uiterst vriendelijk welkom geheten. De volgende dag krijgen we, aan het einde van de middag, bezoek van de lokale leraar Engels. Vrienden van ons waren bij hem thuis geweest en hadden gevraagd of dat we wat schriftjes en pennen konden missen. Hiervoor hebben wij een speciale voorraad. We hebben dus een tasje gemaakt met schriftjes, pennen, kleurboekjes en kleurpotloden.  Hij was er zeer blij mee en nodigde ons daarom uit voor een bezoek aan zijn huis en zijn zwangere vrouw. Helaas stonden wij op het punt van vertrek. Aan het einde van de middag haalden we het anker op voor onze nachtelijke tocht naar het plaatsje Jambu. Ook nu is het weer wisselvallig, het ene moment kunnen we zeilen en even later varen we weer op de motor. Ook hebben we op deze route zeer veel visplatforms.
Eenzaam liggen we voor anker. De andere boten zijn toch
uitgeweken naar Badas, een vieze industriehaven.
Deze zijn uitstekend verlicht. In het donker is het echter wel continu opletten zodat je op tijd de koers kunt aanpassen om ze te ontwijken. Honderden komen we er deze nacht tegen. We varen de baai naar Jambu binnen via de Salat Batahai passage. Hier hebben we gelukkig maar 1 kn stroming tegen staan. Niet veel later steekt de wind op, die gelijk tussen de 20-25 kn is, en krijgen we korte steile golven. Omdat zeilen in deze condities niet je van het is, bij het kruisen maak je door de golven nauwelijks enige progressie, zeilen we motor zeilend verder. Nog voor 11:00 uur liggen we voor anker bij Jambu. ’s-Middags ga ik naar de kant, op zoek naar een gids voor een bezoek aan de walvishaaien, de benodigde boodschappen en het feit dat onze beide telefoons geen Internet meer hebben terwijl we wel een werkend abonnement hebben.
De warmste uren van de dag brengen de mensen door in de 
schaduw en slapen, kletsen of spelen een spelletje.
Ik vaar met de dinghy naar de kant, maat vindt nergens een geschikte aanlegsteiger om deze aan vast te leggen. Wel zie ik palen in het water staan waar de lokale bevolking hun bootjes aan vastmaken. Ik vind een vrije paal en maak de dinghy hieraan vast en stap in het water om het laatste stukje door het water naar de wal te waden. Via een houten trapje kom ik op een smal paadje uit, wat is gemaakt van planken, De huisjes staan namelijk op palen in het water. Na 40 meter sta je pas op het vaste land. Ik loop door de smalle steegjes tussen de huizen door richting de straatkant. Omdat het heet is, zie ik veel mensen in de schaduw onder hun huis zitten, sommigen doen zelfs een spelletje. Onderweg kom ik een jongeman tegen die goed Engels spreekt. Hij blijkt de lokale gids te zijn die de tochten naar de walvishaaien organiseert.
Onze natuurgids Roberto, zittend op het motorluik van de boot.
We maken een afspraak voor over twee dagen omdat we denken dat er nog een aantal boten bij zal komen. Hij neemt mij mee op zijn scooter naar een telefoonwinkel. Hier zijn we uren bezig om het Internet op beide telefoons weer operationeel te maken. Helaas lukt dat niet. Omdat er in de winkel een Hotspot is, ontvang ik via het Wifi signaal wel alle berichten die ik niet eerder had gezien. Als ik terug ben op de Ikinoo, lees ik dat alle zeilers met hetzelfde probleem kampen, geen Internet. Het blijkt dat de overheid je apparaat blokkeert omdat je langer dan 60 dagen in Indonesië bent. Alleen een geautoriseerde Telkomsell winkel (het mobiele netwerk van Indonesië) kan dit ongedaan maken en dit eenmalig verlengen met 60 dagen. Dat kunnen we dus in Jambu wel vergeten.
Met een lijn liggen we vast aan het visplatform.
Ook de volgende dag komen er geen zeilboten opdagen, waarop we besluiten dan maar met z’n tweeën op zoek te gaan naar de walvishaaien, niks mis mee met zo’n privé tocht. ’s-Morgens om 04:30 uur worden we vanaf de Ikinoo opgepikt. We varen met een houten vissersbootje, waarop een oude motor is gemonteerd, naar één van de visplatforms. Door het donker varen we naar ons doel, waarbij de motor een verschrikkelijk lawaai maakt, er zit namelijk geen uitlaat aan het systeem. De hele boot trilt onder het geweld van de motor, het valt ons nog mee dat de boot niet uit elkaar valt.
Eén van de vissers bezig met het voeren van de walvishaaien.
Tegen het ochtendschemer naderen we het eerste visplatform, de vissers hierop sturen ons direct door naar het volgende platform. Als we hier aankomen en onze boot met een lijn hebben vastgemaakt, zien we twee walvishaaien rond om ons heen zwemmen. We krijgen enige uitleg over waarom de waalvishaaien hier naartoe komen. De visplatforms vissen met netten en felle lichten waarmee ze de vissen naar de oppervlakte lokken. Omdat de netten aan de onderzijde zeer fijnmazig zijn, hebben ze gril, een soort kleine garnaal, als bijvangst. Deze bijvangst wordt gedurende de nacht opgespaard in emmers. Als men stopt met vissen, aan het einde van de nacht, worden de emmers gril weet terug in zee gegooid.
De bek van de haai is bijna net zo breed als onze boot.
Walvishaaien hebben in de loop van de tijd geleerd wanneer dit plaatsvindt en melden zich bij het platforms voor een maaltijd. Gedurende deze periode kun je dus zwemmen met deze gigantische vissen. Ze zijn heel goedaardig, ondanks hun enorme afmetingen. Na enige tijd gekeken te hebben, gaat de gids als eerste te water en niet veel later liggen ook wij in de zee. Eerst ben ik wat gespannen, maar na een korte periode genieten we met volle teugen, wat een geweldige ervaring om die haaien zo rustig en bedeesd onder en langs je te zien zwemmen. Hier krijg je geen genoeg van.
Sonja maakt zich klaar om het water in te gaan en kijkt nog 
even naar de gigantische afmeting van deze walvishaai.
Even wat wetenswaardigheden, de twee walvishaaien die wij troffen waren rond de 8 meter lang. Een volwassen walvishaai kan wel 12,5 meter worden, waarbij ze elk jaar met ongeveer 1 meter groeien. Het is niet de bedoeling dat je ze aanraakt, maar soms zwemmen ze zo dicht langs je dat zij je aanraken met hun rugvin of staart. Regelmatig zwemmen ze recht op je af terwijl hun bek volledig open staat om zoveel mogelijk gril op te slokken, best heel imponerend. Als de emmers na meer dan een uur leeg zijn, keren wij terug naar de Ikinoo. Bij aankomst in Lombok hoorden we dat men met 24 man vanuit het plaatsje Badas, met de bus naar Jambu was gereden. Vanaf daar was men de walvishaaien per boot gaan bezoeken, met 24 man ging men gelijktijdig in het water. Wat waren wij blij dat we deze privé tocht hadden geboekt. Om negen uur zijn we weer op onze boot en besluiten eerst nog even wat uurtjes te slapen voordat we verder gaan naar Lombok, maar daarover meer in het volgde Blog.