woensdag 19 oktober 2016

De overtocht van Rabat naar Arrecife


De overtocht vanuit Rabat, Marokko naar Arrecife op Lanzerote, afstand 480 nm.

Het is nog donker als de wekker gaat, 06:00 uur. Vandaag, zaterdag 8 oktober 2016, vertrekken we uit Rabat. Maar voor het zo ver is moeten we eerst uitklaren. Omdat we in het havenkantoor gisteren al hadden betaald, maar 20,00 voor een schip van 13,2 meter, weet de politie en de douane reeds van onze komst. We waren voor de zekerheid ook gisteren even langs geweest om na te vragen of dat alles ging lukken zoals wij dat hadden gepland. Dat was voor hen geen probleem. We kregen een formulier mee wat we moesten invullen om deze bij het uitklaren in te leveren. Zodra we om 07:00 uur ons schip aan de steiger van de douane en politie hadden vastgemaakt liep alles, voor Marokkaanse begrippen, redelijk vlot. Binnen 45 minuten was alles afgehandeld en konden wij met 4 schepen achter onze pilot aan. In deze haven geen overbodige luxe gezien de golven die de haven inlopen en soms binnen de pieren breken. Vandaag stonden er wel lange golven maar geen brekers, dus rustig naar buiten. Vaarwel Marokko met al je geuren, vriendelijke mensen en tegenstrijdigheden.

De weersverwachtingen (Gribfiles) gaven aan dat we de eerste uren weinig tot geen wind konden verwachten. Na die tijd komt er meer wind, welke zou aanhouden tot aan Lanzerote. Misschien aan het einde te weinig wind, maar dat was afhankelijk van de snelheid waarmee we de totale afstand zouden overbruggen. We verwachten er woensdagochtend te zijn. Op de motor ging het dus die dag, 4 Nederlandse zeilschepen op een rijtje, de Zanzibar, de Blue Dream, de Rhapsody en de Ikinoo. De wind bleef gering zodat we wel alle zeilen hadden staan maar nog steeds de motor draaiende ter ondersteuning. Om 17:00 UTC is er een netje met de 4 zeiljachten die onderweg zijn. Omdat we elkaar nog zien, melden we ons, na oproep op kanaal 16 door de Blue Dream, op kanaal 77. Leuk zo’n netje. Bij 2 boten zijn de dames niet echt lekker, mogelijk het gevolg van het eten in Marokko. ’s-Avonds heb ik voor mijzelf een noedelsoepje klaar gemaakt, Sonja eet wat koekjes. De eerst avond op zee hebben we meestal beide geen echt grote trek. Zo varen we rustig de nacht in met een schema van 3 uur op en 3 uur af, waarbij Sonja als eerste om acht uur naar bed gaat.

Pas aan het einde van de nacht was de wind zo ver toegenomen dat de motor uit kon, rust aan boord. Na 24 uur onderweg te zijn hebben we 124 nm afgelegd. Het zeilen gaat lekker, we lopen snel. Na enige tijd moet zelfs het eerste rif in het grootzeil. Gedurende de dag blijft de wind verder langzaam toenemen. Voor de zekerheid zet ik, voordat het donker wordt, ook het 2e rif in het grootzeil. Beter goed voorbereid en behouden de nacht in dan ’s-nachts op het voordek een rif plaatsen. Gedurende de dag zie ik dat Sonja het moeilijk krijgt, ze heeft opnieuw last van buikloop. Als ik ’s-avonds de nasi opbak, neemt ze een klein beetje en zelfs dat eet ze niet op. Sonja heeft het zwaar, de buikloop neemt verder toe, ondanks de inname van een middel dat dit zou moeten stoppen. Ze hangt wat op de bank en slaapt veel. Voor de zekerheid heb ik een ORS drankje voor haar klaar gemaakt. Ik zie er op toe dat ze dit ook opdrinkt. Om 17:00 uur is ons netje weer in de lucht, dit keer op de SSB radio want we liggen ondertussen niet meer binnen elkaars zichtveld of VHF-bereik. De posities worden onderling gedeeld en het wel en wee aan boord wordt besproken. Het is goed dat ik het 2e rif in het grootzeil had gezet, de wind neemt ’s-nachts zelfs zo ver toe dat ik ook de Yankee deels moet wegrollen om de boot rustiger te laten zeilen. De nacht is zo donker dat je de voorkant van de boot niet eens ziet.

Het is zo donker dat je de voorkant van de ikinoo niet ziet
De volgende ochtend hebben we, na 48 uur varen, 268 nm afgelegd, een dag afstand dus van 144 nm. Ik begin te rekenen, als we zo doorvaren is het donker voordat we bij Arrecife op Lanzerote zijn. We moeten dus een keuze maken, sneller gaan zeilen of vertragen. Ik wil namelijk een onbekende haven niet in het donker aanlopen. Na enig wikken en wegen kies ik voor het eerste, ik haal het rif uit de Yankee en verleg de koers een paar graden zodat we wat rustiger op de golven liggen. De snelheid loopt hierdoor op naar 6 – 7 kn per uur. Zo nodig kan ik altijd nog gaan bijliggen als ik te laat ben om de haven binnen te varen. Bij bijliggen heb je nog wel enig zeil staan, de fok staat bak en het roer staat vast naar één kant. Zo ligt het schip nagenoeg stil en drijft alleen langzaam mee in de richting waar de wind hem naar toe blaast. Heerlijk rustig voor als je ergens op moet wachten. Sonja heeft het vandaag heel slecht, ze woont zowat op het toilet en verder slaapt ze. Ik zie erop toe dat ze voldoende drinkt en af en toe ook iets kleins eet. Ik heb medelijden met haar, maar ik kan het verder niet verlichten. ’s-Avonds eet ik het restant van de nasi op.  Via de SSB hebben we weer onderling contact met de 4 schepen. De dames die aan het begin van de reis niet echt lekker waren knappen nu op.
Met Sonja gaat het echter steeds slechter. De onderlinge posities worden uitgewisseld. Er wordt tevens een afspraak gemaakt om de volgende ochtend om 10:00 UTC opnieuw contact te hebben in verband met de het tijdstip van aankomst. 3 boten gaan naar Graciosa om te ankeren, wij naar Arrecife. Ik wil als het nodig is een arts kunnen raadplegen voor Sonja. We worden die avond verblijd met een prachtige zonsondergang.

Het gaat de goede kant op. Als ik dinsdagmorgen wakker wordt, na een goede nachtrust van 2 keer 3 uur, zie ik dat het ogenschijnlijk met Sonja iets beter gaat. Ze drinkt en eet wat kleine dingen. De buikloop is er nog steeds maar niet meer zo heftig als de afgelopen 2 dagen. Gedurende de nacht was het prima zeilweer. Sonja heeft, zoals alle nachten daarvoor, de afgelopen nacht ook gewoon haar wachtrondes gedraaid. Ik ben waanzinnig trots op haar. Ze is deze nacht zelfs op een privé dolfijnen show getrakteerd. Na 3 dagen varen hebben we 418 nm afgelegd, een dag afstand dus van 150 nm. Nog 62 nm te gaan. Als het zo doorgaat komen we rond 18:00 UTC, plaatselijke tijd 19:00 uur, aan in Arrecife. De wind blijft gedurende de dag lekker doorstaan en we gaan sneller dan gepland. In de buurt van Lanzerote, als ik de kust over stuurboord voorbij zie schuiven, zie ik op mijn beeldscherm het AIS signaal van de Tsuru, ook een Nederlands schip met 2 opgroeiende kinderen aan boord. Ze varen 2 uur voor ons. Leuk om ze straks weer te zien. Door de snelle tocht liggen we om 17:00 uur voor de haven en een half uur later liggen we vast aan de steiger. Sonja duikt direct haar bed in, het laatste stukje op de motor moest zij achter het roer staan, zodat ik de boot in gereedheid kon brengen voor het aanleggen. Dit was net even te veel van het goede voor haar.

De totale afstand was 480 nm welke we gevaren hebben in 3 dagen en 10 uur, een gemiddelde van bijna 6 kn per uur. Zo’n snelle overtocht hebben we niet eerder gemaakt. We zijn blij met het resultaat. Nu maar hopen dat Sonja snel opknapt zodat we kunnen genieten van met mooie Lanzerote.
Onze ligplaats in Lanzerote
Hier blijven we enige tijd hangen en gaan een auto huren om het eiland te bezichtigen.  Als afsluiting van de tocht meld ik mij, met een mail via de SSB en een SMS-je aan de Rhapsody, af bij het netje zodat ze weten dat we veilig zijn aangekomen.

Helaas een verhaal met wat weinig foto's deze keer. Door de omstandigheden zijn we die vergeten te nemen. De volgende overtocht wat meer foto's van het leven onderweg op de ikinoo.

zondag 16 oktober 2016

Marokko, een land van tegenstellingen


Week 13 en 14 van onze zeilreis

Dit deel van het verhaal beslaat 2 weken aangezien we, gedurende deze tijd, een rondreis van 8 dagen door Marokko hebben gemaakt en de overige dagen een beetje weinig hebben gedaan. In het eerste gedeelte beschrijf ik de reis zoals ik deze heb ervaren. In het tweede gedeelte, geschreven door Sonja, laten wij u kennismaken met hoe Sonja het deels heeft beleeft, de keerzijde van Marokko, het land op een vuilnisstortplaats. Maar nu eerst hoe het allemaal begon.
De dag na aankomst hadden 2 medezeilers informatie opgevraagd, bij Hanah van de receptie, over de huurprijs voor 8 dagen van een busje met chauffeur. Globaal was er, voor de prijsvorming, een route geschetst die later met de groep verder ingevuld zou worden. ’s-Avonds kwamen we met z’n allen bijeen op de Zanzibar, een mooie catamaran met voldoende ruimte om met 8 man rond de tafel te zitten. Een gezellige avond waarbij een ieder vertelde wat hij van de reis verwachte en wat hij of zij graag wilde zien.  De verwachtingen kwamen redelijk met elkaar overeen, zodat werd besloten met z’n achten deze reis te maken in een busje met chauffeur. De volgende dag werd alles gereserveerd, er werd een aanbetaling gedaan voor een reis, die op donderdag zou starten met een rit naar Marrakesh. De dagen tot aan het vertrek werden gevuld met het schoonmaken van de boot en het bij elkaar zoeken van de kleding die mee moest. Voor dit soort reizen hebben wij een rugzak meegenomen die voldoende groot is. Tevens ben ik op zoek gegaan naar een gasvulstation die propaan kan vullen. Dit is dus nergens te krijgen, alleen butaan is hier aanwezig. Daarnaast bezig geweest met de SSB-zender en mijn laptop. Ik heb een USB-poort opgeblazen doordat ik via een externe USB-hub te veel apparaten gekoppeld had, jammer. Gedurende het werken met de SSB-zender viel deze ook regelmatig geheel spontaan uit. Een beetje contactspray doet dan wonderen.
Ons busje voor 8 dagen
Donderdag morgen 08:00 uur, iedereen staat op de steiger, klaar voor vertrek. We zien ons busje staan, maar nog zonder chauffeur. Het duurt even maar dan komt onze chauffeur naar ons toe gelopen en stelt zich aan ons voor. Hij blijkt op het allerlaatste moment opgeroepen te zijn en heeft weinig spullen voor zichzelf bij zich. We zijn benieuwd hoe hij dat gaat oplossen. Zodra de bus is ingeladen en iedereen een plaatsje heeft gevonden vertrekken we richting Marrakesh. Eerst langs de kust en later over tolwegen, de reis verloopt voorspoedig.
De binnenplaats van onze riad

Voor we het weten zijn we op zoek naar onze riad voor deze nacht. Als we deze hebben gevonden, blijken we echt midden in het centrum op loopafstand van het centrale plein van Marrakesh te zitten. We kuieren hier een groot deel van de middag en avond rond en verwonderen ons over alles wat we zien. Een grote verzameling van eettentjes, diverse kraampjes, slangenbezweerders, vuurspuwers en aapjes. Vooral in de avond is het er erg gezellig en druk.


De smalle straatjes vlak bij het hoofdplein en de beroemde moskee van Marakesh




















Na een goede nachtrust staat het Atlas gebergte op het programma met als einddoel Ouarzazate. De tocht door het Atlas gebergte is indrukwekkend. Helaas wordt
Sonja onderweg ziek, buikloop en als onaangename verrassing stopt ons busje ermee, in een omgeving waar niets is te vinden. Later blijkt dat de motor is opgeblazen. Uren staan we in de brandende zon te wachten voordat er vervangend vervoer is. Deze komt uiteindelijk, de bus is groter en luxer dan die wij hebben, wat mij betreft mag hij blij.
Ons vervangend vervoer, we mochten kiezen
We worden die avond in de omgeving van Ouarzazate afgezet bij La Rose de Sable, een prima hotel met een klein zwembad en eenvoudig maar goed eten. Sonja ligt helaas op bed. Wel heeft ze van een van onze medereizigers wat tabletjes gehad die goed zouden moeten werken. De volgende ochtend staan we vroeg op voor een wandeling naar de Kasba Ait Benhaddou. Nadat we eerst de verkeerde route hebben gevolgt, komen we boven bij de moskee. Het uitzicht is prachtig. Wat een geweldige plek om te bezoeken. Een verhaal schiet hier te kort, van daar wat meer foto’s.
Kasba Ait Benhaddou

Een van de mooie gerestaureerde panden

De moskee op de top met de weg er naar toe

Een muurschildering onderweg langs een van de trappen

Zo vermaken de inwoners zich in afwachting van toeristen

Sonja is blijven slapen en probeert op krachten te komen. Het heeft goed geholpen, ze is nog wel moe maar kan de reis hervatten. We worden opgehaald door het vervangende busje die ons naar de Kasbade Taouirt brengt waar we een rondleiding krijgen van een Engels sprekende gids. Dit is een Kasba met een rijke historie van en over handelsroutes uit alle windstreken.


Tijdens de lunch komt ons eigen busje weer voorrijden en kunnen we verder richting het noorden. Onderweg zien we regelmatig mooie groene streken langs een ter plaatse aanwezig riviertje. We stoppen ook regelmatig om foto's te nemen. Onderweg vinden we een hotelletje genaamd Dar Diafa, met daarnaast een pizzeria. We hebben wel trek in iets anders. Bij navraag kunnen we daar die avond eten. Het hotel behoeft dus niet voor ons te koken. Dit hadden ze wel aangeboden. Als we aan tafel zitten en wat te drinken hebben besteld, blijkt dat de keuken gesloten is. Wij wijzen de eigenaar erop dat we die middag nog navraag hebben gedaan. Hij gaat schoorvoetend akkoord en neemt onze bestellingen op. Er worden onderling geintjes gemaakt zo van, straks komt de pizzakoerier langs op zijn brommertje en komen de pizza’s nog in dozen. Op een gegeven moment zien we inderdaad iemand op zijn brommertje wegrijden, die na verloop van tijd weer terugkomt met een grote plastic tas. Na zeker een uur te hebben gewacht krijgen we inderdaad 8 pizzadozen voorgeschoteld met daarin lauwe pizza’s. Omdat we best wel trek hebben, worden deze grotendeels opgegeten.

De oase met het kleine riviertje
Het vervolg de dag daarna brengt ons langs een natuurlijke kloof waardoor een riviertje loopt. De natuur is hier overweldigend. Er blijkt dat hier ook veel geklommen wordt. Als je goed kijkt zie de klimhaken onderin de route zitten. Al verder rijdend komen we langs een oase met veel kleine akkers en een overvloed aan dadelbomen. De natuur blijft de gehele dag overweldigend, met veel tegenstrijdige zaken zoals droogte, groene oasen en akkers.
Bij de laatste stop, met een bezoek aan een oase met een natuurlijke bron, heeft een ieder het idee dat we dichtbij ons hotel zijn, niets blijkt later minder waar. Omdat de Oase wat lager ligt en Sonja haar energie wat wil sparen, blijft zij alleen achter bij het busje. Zodra ik de oase heb bekeken en het commerciële deel van de rondtoer begint, haak ik af en loop terug naar Sonja. Bij het busje aangekomen is ze echter in geen velden of wegen te bekennen.


Het restaurantje waar ik Sonja terug vond
Ze is uitgenodigd door een plaatselijke restauranteigenaar om een kopje thee te komen drinken. De man spreekt vloeiend Engels en verteld ons alles over zijn familie. Wat een ontzettend aardige en gastvrije ervaring. Zodra een ieder weer in het busje zit en we de reis hebben hervat, blijkt dat de chauffeur ineens heeft besloten dat het beter is dat we vandaag al naar Merzouga rijden, een woestijnstad niet ver van de grens. In het donker komen we hier aan, waarbij we het laatste gedeelte worden begeleid door een gids met landrover om ons naar het hotel met zwembad aan de rand van de woestijn te begeleiden. Men is hier zeer vriendelijk en maakt voor ons nog een goede maaltijd klaar waarna we gaan slapen. De volgende ochtend zijn we vroeg uit de veren voor een wandeling door de woestijn en het zien van de zonopkomst boven op een zandheuvel. Ook hier weer een greep uit de vele foto's die ik heb gemaakt.












Sonja blijft liggen omdat ze nog wat wil bijkomen van de lange rit de dag ervoor en omdat het lopen door mul zand en het naar boven en naar beneden lopen voor haar te zwaar is. Ik maak des te meer foto’s zodat zij dit later kan terugzien. Het is een prachtige wandeling waarbij ik onderweg ook tentenkampen tegenkom waar je kunt eten en slapen. De meeste zijn voorzien van een waterput. De mensen kunnen op een kameel naar de tentenkampen toe gebracht worden. Ik zie de kamelen rusten, waarbij deze op dit tijdstip, een uitzondering daargelaten, nog geen toeristen vervoeren. Het vervolg van de reis start met een lange rit om weer op de route te komen waarvan we waren afgeweken. Er wordt deze dag veel gereden met af en toe een stop om de benen te strekken of wat te eten. Het eerste hotel wat we bezoeken, aan het einde van de middag, wordt voor het eerst afgekeurd, een te hoge prijs voor te weinig luxe. De riad die we daarop volgend vinden, via wat boorden langs de kant van de weg, is echter uitstekend. Hier worden we zeer hartelijk ontvangen en de inrichting is geweldig. We krijgen direct allemaal als welkomstdrankje thee aangeboden. Bij het eten komt men met de vraag of dat we wijn bij het eten willen hebben. Wijn? We hebben al in geen dagen wijn of bier gedronken. Het is een Marokkaanse wijn die ons prima bevalt. Het eten is overigens van zeer hoge kwaliteit. Zo vind je dus een pareltje van een riad in een omgeving waar je het geheel niet zou verwachten. Het vervolg van de reis brengt ons naar Fez, een stad met een rijke historie een mooie grote Kasba.


Maar voor we daar aankomen komen we door een bos waar volop apen leven. Deze zijn deze kant op getrokken omdat ze door de mens zijn verdreven uit hun natuurlijke omgeving. Zodra we aankomen in Fez en geparkeerd zijn, worden we opgevangen door iemand die ons een gids kan bezorgen. Hij neemt ons mee naar zijn riad waar we thee krijgen aangeboden. De groep gaat zonder ons met een gids de stad bekijken. Voor Sonja is dat te ver, waarbij de steegjes ook nog eens veel op en neer lopen. Mooi even de tijd om  met z’n tweeën te genieten van de omgeving. De eigenaar van de riad brengt ons hoogstpersoonlijk naar een restaurant wat je zonder een lokale persoonlijkheid nooit zou hebben gevonden. Binnen is het zeer mooi ingericht en heerst er een serene rust. De obers spreken goed Engels en men heeft de menukaart ook in het Engels. Wat ons opvalt is dat men diverse soorten bier en wijn heeft, zelfs sterke dranken zoals whisky staan op de kaart.
We bestellen een klein flesje bier en later een klein flesje rode wijn. De maaltijd is één van de beste die we tot nu toe hebben voorgeschoteld gekregen. Alleen al de voorgerechten zijn voldoende voor 6 mensen. Het hoofdgerecht, een tannine met kip, is prima met na afloop overvloedig veel fruit. Dit is onvergetelijk. We brengen de rest van de middag door op een terrasje met een flesje cola en kijken naar het leven op straat. Als iedereen weer terug is in de riad is het ondertussen 18:30 uur, te laat voor ons gevoel om nog verder te rijden. Na wat onderhandelen met de eigenaar besluiten we hier te overnachten. We krijgen een mooie kamer helemaal op de bovenste verdieping, gelukkig met airco want alle warmte stijgt naar boven. De volgende dag besluiten we als groep dat we via enige bezienswaardigheden onderweg, vandaag terug rijden naar Rabat. We kunnen dan de laatste dag gebruiken voor het bezoeken van de bezienswaardigheden in Rabat en in de middag de bus gebruiken voor het doen van inkopen. Vanuit Fez rijden we via Meknes naar Rabat. ‘s-avonds eten we met z’n allen bij een restaurant in de haven. We kunnen eindelijk weer in onze eigen bedden slapen, wat een luxe. Als afsluiting bezoeken we de dag daarop Rabat met het koninklijke paleis en de Moskee.
Het laatste deel van deze week wordt beschreven in het verhaal van de overtocht van Rabat naar Lanzerote.

De keerzijde van de reis door Marokko
Ik denk dat Hans het verkeerd beschrijft, hij heeft het met andere ogen bekeken als ik. Marokko ruik je en proef je in de zin van het woord. Voor mij een grote cultuurschok, paard, brommer, ezel, fiets, auto en wat voor voertuig of vervoermiddel dan ook, alles maar dan ook alles rijd en loopt hier kris kras door elkaar. Je kijkt hier niet naar een stomme film maar naar een chaotische film, gek word ik er van. Ik had altijd het idee dat Marokko zo arm was, nou dat valt in de praktijk wel mee. Iedereen heeft hier vervoer, met wat dan ook. De mensen zijn hier tevreden, ook al is er armoe, maar waar heb je dat niet. De mensen zijn ook heel open en vriendelijk. Met sommigen heb ik ook een praatje gemaakt. Menigmaal vroegen ze mij, wat ik van hun land vond. Ik keek dan een beetje zo van, hoe zeg ik dit, en dan keken zij mij aan van, vind je het niks? Ik zeg zal eerlijk zijn, jullie Marokkanen hebben best wel een heel mooi land, maar waarom gebruiken jullie het als een vuilnisbelt, alles gooien jullie op straat, vreselijk. Ja, en dan staan ze je toch wel een beetje schaapachtig aan te kijken. 
Dan moet je bij mij niet aankomen met, dit is onze cultuur, want dat slaat natuurlijk nergens op. Maar het Atlasgebergte is prachtig, overal goede wegen en prima onderkomens om te slapen en te eten. Alles wat ik heb gezien, is het voor mij net niet.


Zie foto van de galerie, nou dit is de ingang, ik hoef toch niet meer te zeggen. Dit zijn de foto’s die ik heb genomen. Zeker voor tachtig procent is dit voor mij Marokko.  Voor mij was één keer meer dan genoeg.


vrijdag 14 oktober 2016

Week 12 van onze zeilreis met de Ikinoo

Een vreemde week die niet zo loopt als gepland of zoals wij gehoopt hadden. Geduld is iets wat je moet hebben en anders wel moet aanleren, zeker als het gaat om afspraken maken.


We hebben heerlijk achter ons anker gelegen in de Ensenada de Sagres, wel wat deining, maar niet zodanig dat je er niet van kon slapen. We vertrekken op tijd want we willen vandaag op tijd zijn bij Alvor. Hier is de ingang van een rivier met een beperkte diepte en een drempel. Als je hier aankomt met opkomend tij en niet eerder dan 3 uur voor hoog water naar binnen vaart, kun je doorvaren tot aan het plaatsje Alvor. Daar zijn mooie ankerplekjes. Als we ons anker op hebben gehaald kunnen we direct zeilen, geweldige wind, die het helaas na 45 minuten laat afweten.

Wat overblijft is windstilte en een volledig vlakke zee. Terwijl we op de motor verder varen ruik ik bij de ingang een brandlucht. Als ik de motorruimte open maak komt mij een walm tegemoet. De dynamo is gloeiend heet, die kunnen we dus wel afschijven. De plannen worden bijgesteld, we gaan naar de haven van Lagos. Hier zijn voldoende faciliteiten om ons te helpen. Onderweg genieten we van een dolfijnen show, iets wat onze dag toch nog een beetje goed maakt. We zijn door ons vroege vertrek op tijd in Lagos zodat ik nog die zelfde middag op zoek kan naar een bedrijf wat ons kan helpen met de vervanging van de dynamo. Ik kom bij Sopromar terecht, een grote werf met een watersportwinkel en verschillende werkplaatsen. Wat er daarna gebeurd komt in de buurt van een soap. Kort samengevat komt het hierop neer.

Onze eigen dynamo was in Cascies verkeerd gerepareerd waardoor deze dus is verbrand. Na heel veel telefoongesprekken met onze leverancier in Nederland en twee dynamo’s en een V-snaar verder, hadden we er één aan het werken. Niet op 14,1V maar op 13,4V. Helaas worden de accu’s dus wat minder ver geladen. Hier zijn we 5 dagen mee bezig geweest en heeft ons alles bij elkaar 1.500,= gekost. Een duur grapje waar we niet vrolijk van worden, maar we kunnen weer verder, op naar Alvor waar bekenden van ons achter hun anker liggen. Tussen het wachten en klussen door hebben we nog wel tijd gehad om Lagos te bezoeken om de plaatselijke horeca een financiële injectie te geven. Na nog snel even de dieseltank te hebben gevuld zijn we onderweg. Een afstandje van circa 4 nm wat we op de motor afleggen. Er staat meer dan 20 kn aflandige wind. Als we het riviertje opvaren zien we in de riviermonding diverse boten voor anker liggen. Wij varen er langs met de bedoeling naar het plaatsje zelf te varen. We worden in het voorbij gaan door een Nederlands schip gewaarschuwd dat zij kort daarvoor waren vastgelopen. Ook wij zien de dieptemeter al snel richting 2 meter gaan en ik voel dat we de bodem raken. Terug en dan ook maar voor anker in de riviermonding. Bij de eerste poging al merk ik dat de ankergrond niet goed is, het anker komt al snel los. Er is ook te weinig ruimte omdat er al meerdere schepen liggen, zelfs een catamaran die op het droge ligt. Dus terug naar Lagos waar we op zee ook kunnen ankeren. Gelijk met ons verlaten nog 2 schepen deze plek, te gevaarlijk voor deze nacht. Via de marifoon hebben we contact met de overige drie schepen waarmee wij gezamenlijk naar Rabat willen zeilen. Ze zijn bij elkaar op één boot om te overleggen met betrekking tot de tocht naar Marokko. We besluiten de volgende dag om tussen 12:00 en 13:00 uur, als de wind begint te waaien, te vertrekken en 2 nachten door te varen.
De volgende dag doen we rustig aan. De eigenaren van het schip dat ons waarschuwden voor de ondiepte in de rivier, heeft vannacht naast ons gelegen. Ze komen even langs nadat ze de hond hebben uitgelaten. Zij blijven deze winter in Portugal en Spanje. Hun enthousiaste verhaal en het feit dat wij weinig van de Algarve hebben gezien, doen ons twijfelen om het zelfde te doen. Onze gevoelens vliegen alle kanten op. Uiteindelijk besluiten we door te gaan. Om 12:00 uur komt inderdaad de wind die is voorspeld en zijn wij de eerste die vertrekken vanuit Lagos. De andere 3 boten, de Zanzibar, de Rahpsody en de Blue Dream, vertrekken even later vanuit Alvor.

We hebben een prima wind en voor het eerst varen we op de windvaan. Deze stuurt de boot prachtig door de golven in de goede richting. Direct aan het begin van de reis worden we al vergezeld door dolfijnen die ons uitgeleide doen uit Portugal. Langzaam neemt de wind verder toe tot af en toe zo’n 25 kn. Heerlijk zeilweer. Zo gaan we de eerst nacht in. Ook de volgende dag blijft de wind goed doorstaan. Zoals het er dan uitziet is dat we te vroeg bij Rabat aankomen. We kunnen daar op zijn vroegst om 11:00 uur naar binnen. We besluiten wat zeil te minderen zodat de snelheid er wat uitgaat. Helaas een verkeerd besluit want ’s-nachts laat de wind het afweten en moet de motor worden gestart.


De nacht heeft voor ons allemaal iets nieuws in petto, drijvende netten, 50 nm uit de kust. Je herkend ze door kleine lichtjes op het water. Eerst denk je dat ze redelijk ver van je afliggen, echter niets is minder waar. Als je ze ziet ben je eigenlijk al te dicht bij. Soms passeren we ze op maar 20 meter afstand.

Vroeg in de ochtend kunnen we weer zeilen voor de laatste 25 nm.  Bij aankomst komt er een pilotboot naar buiten. Dat is in deze haven gebruikelijk omdat de ingang nog al verraderlijk is met ondieptes en een brekende zee binnen de strekdammen. Menig schip is hier al op de rotsen gelopen en vergaan. Met z’n vieren gaan we achter onze pilotboot aan naar binnen. Zodra we de strekdammen van de haven binnen varen, ervaar je Marokko door de geuren die je tegemoet komen. Ook zie je allemaal vissers in hun kleine kleurige bootjes die je uitgelaten welkom heten in Marokko. Met die kleine blauw gekleurde bootjes gaan ze heel ver de zee op om te vissen. Dit is echt een ander continent. Bij binnenkomst in de jachthaven dien je je eerst te melden bij de douane en de politie. Het is een bureaucratisch gebeuren waarbij op diverse documenten steeds dezelfde gegevens moeten worden ingevuld. Er komt zelfs een hasjhond langs die de boten komt onderzoek. Helaas ziet hij geen kans om zelfstandig op de Zanzibar te komen en daarmee ook niet op de Ikinoo die langszij ligt. Ze mogen de hond echter niet tillen. Resultaat is dat wij 3 man aan boord krijgen die de boot visueel inspecteren door diverse kastjes open te trekken. Er zijn zodoende best wel een aantal mensen bezig met dit inklaren. Maar aan alles komt een eind, zo ook aan het inklaren. Een ieder van ons krijgt een mooie plek toegewezen waarbij we alle vier aan dezelfde steiger komen te liggen. Zodra we vastliggen ga ik naar de havenmeester. Wat denk je, moet je opnieuw alle gegevens op diverse formulieren invullen. Ook daar ben je dus even mee bezig. Maar daarna, tijd om de omgeving te verkennen, maar daarover meer in het volgende verhaal.


vrijdag 7 oktober 2016

Druk,druk, druk!

Lieve lezers,

Wij hebben zo juist een rondreis door Marokko gemaakt en hebben besloten direct door te gaan naar Lanzerote. Er is een mooi weer venster, gevolgd door dagenlang zuidwester wind. Tijd om te vertrekken dus. Zodra we aankomen op Lanzerote halen we onze achterstand in. Tot later.