zaterdag 17 december 2022

Exit Indonesië

Dit vissersschip is bezig zijn net binnen te halen. De witte 
dobbers waaraan het net hangt zijn duidelijk zichtbaar.
We zijn in Belitung uitgeklaard uit Indonesië, met de informatie dat het is toegestaan om onderweg te ankeren en, als we dat willen, een eilandje te bezoeken. We zijn uitgeklaard in Belitung, omdat het hier goedkoop en heel eenvoudig is om uit te klaren. Je kunt ook tegenover Singapore in de Nongsa Point Marina uitklaren, maar daar neemt de procedure vier dagen in beslag en je betaald aanzienlijk meer. De garantie dat we gewoon aan land konden gaan was van belang omdat er namelijk nog twee eilanden zijn, waar de rally een stop maakt. Voor het makkelijk uitklaren hadden we de hulp ingeroepen van een Indonesische leraar Engels, die met onze papieren en paspoorten langs alle instanties is gegaan. Iedere boot die uitklaarde maakte gebruik van zijn diensten omdat de bureaucratie hier hoogtij viert. Op de avond voor vertrek kwam hij langs om alle gestempelde papieren aan ons te overhandigen en natuurlijk onze paspoorten terug te geven met daarin de benodigde stempel. Overdag waren de officials al met z’n vieren bij ons aan boord geweest om een en ander te controleren, wat in de praktijk neerkomt op foto’s maken met de crew en wat formele vragen te stellen. 
We zijn weer op het noordelijk halfrond.
De volgende ochtend verlieten we Belitung voor onze laatste trip door Indonesië naar de Puteri Marina in Maleisië, een afstand van ongeveer 368 nm. De zee was opnieuw zo vlak als maar zijn kan, geen wind en daardoor ook geen golven. Onderweg kwamen we voor het eerste vissersboten tegen die vissen met kilometerslange netten. Deze netten hangen een paar meter onder de oppervlakte. Om de zoveel meter is het net met een lijn aan een drijver vastgemaakt. Je ziet dus een lange rij van drijvers aan het zeeoppervlak drijven. De eerste keer ontweken we dit net, door er net zolang naast te blijven varen totdat we bij het vissersschip waren. Dat was ook de laatste keer dat we dit deden, aangezien we in het donker de drijvers pas op het allerlaatste moment zagen. ’s-Nachts voeren we tot twee keer toe over zo’n net heen, zonder dat dit gevolgen had. Op de tweede dag van deze tocht passeerden we voor de tweede keer de evenaar.
Onze ankerplek bij het eilandje Benan. Helaas vielen hier alle 
feestelijkheden in het water door verkeerde informatie van de
overheid in Belitung.
Ditmaal geen champagne maar we trokken een blikje bier open, trakteerde Neptunus op een flinke slok en verdeelden de rest tussen ons tweeën. Op de derde dag van deze trip komen we aan bij het eilandje Benan. Dit is het eilandje waar de rally zijn één na laatste stop heeft. Er zou hier van alles georganiseerd worden, ware het niet dat wij bij aankomst een Whatsapp bericht kregen met de verontschuldigingen van onze agent aan alle uitgeklaarde boten, maar wel met de mededeling dat iedereen die was uitgeklaard in Belitung de boot niet meer mocht verlaten. We moesten zonder aan land te gaan doorvaren naar Maleisië, wel mochten we onderweg ankeren voor de nachtrust. Wij waren gelukkig niet van plan om aan land te gaan, aangezien wij op 5 november in de Puteri Marina in Maleisië wilden zijn, om vanaf daar, na een aantal dagen, door te gaan naar de Pangkor Marina tegenover Pangkor Island. Wij hadden namelijk voor Sonja een ticket naar Nederland geboekt met vertrek op 17 november. We moesten dus wel een beetje tempo maken om binnen de planning te blijven. De nacht voor anker bij het eilandje Benan, was heerlijk rustig.
In de verte zien we Singapore liggen met zijn hoge gebouwen.
De volgende morgen waren we dan ook weer vroeg op pad op weg naar onze volgende en ook laatste ankerplek in Indonesië. Al na een paar uur voeren we tussen de eilanden door richting de Malacca Strait. Onderweg kwamen we veel sleepboten met sleep tegen, maar ook veel commerciële schepen. Het was dus continu goed opletten en koersaanpassingen uitvoeren. Halverwege van de middag bereikten we de Malacca Strait. Omdat we wat aan de vroege kant waren, voeren we nog even wat verder en gooiden uiteindelijk ons anker uit op een ankerplek tussen oude aftandse vissersboten en een kleine olietanker. Hier lagen we in eerste instantie lekker rustig en sliepen we heerlijk. Echter midden in de nacht werden we gewekt door zwaar onweer met veel regen en heel veel wind. Helaas lagen we aan lagerwal zodat al snel de golven zich gingen opbouwen.
Onze ankerplek bij het eiland Batam.
Van slapen is daarna niet veel meer gekomen. Zodra het licht werd en de regen wat minder hard naar beneden kwam, hebben we het anker opgehaald en zijn we verder gevaren. We voeren parallel aan het Trafic Seperation System of afgekort TSS, totdat we de oversteekplaats voor schepen bereikten. Daar staken we haaks het TSS over. Je moet dit goed plannen, omdat het hier waanzinnig druk is met zeeschepen, soms varen z’n drieën naast elkaar als ze elkaar inhalen. Het is de aller drukste vaarroute ter wereld. Het kanaal tussen Engeland en Frankrijk is hiermee vergeleken een heel rustig vaarwater.
Onderweg naar de Marina komen we dit soort steden tegen.
Later hoorden we dat de meeste van deze flats leeg staan.
Spooksteden dus met een volledige infrastructuur maar geen
bewoners en enig verkeer van betekenis.
Als eerste concentreerde we ons op de oost gaande schepen. Eenmaal in het midden van het TSS concentreerde we ons daarna op de west gaande schepen. Zo verdeel je de oversteek in twee elementen en blijft de problematiek van het oversteken overzichtelijk. Zodra we waren overgestoken, kwam er een schip van de Coastgard naar ons toe gevaren en moesten we de motor stoppen. Al onze gegevens werden gecontroleerd. De meeste moeite hadden ze met de spelling van mijn familienaam, maar gelukkig na drie keer alles te hebben herhaald, mochten we doorvaren. Nog geen uur later kwam er opnieuw een schip van de Coastgard op ons af, ditmaal omdat we per ongeluk binnen de territoriale wateren van Singapore voeren.
In de Marina komen we dit soort hagedissen in het water tegen.
Dit is, vanwege veiligheidsoverwegingen, niet toegestaan. Men vroeg ons een koers van 270° aan te houden, waarna ze ons begeleide totdat wij weer buiten de territoriale wateren van Singapore voeren. Eenmaal in het vaarwater tussen Maleisië en Singapore in, was het geduldig stroomopwaarts varen richting de Puteri Marina, waarbij we nog onder de grote verbindingsbrug tussen deze twee landen door voeren. In de Puteri Marina werden we naar onze ligplaats begeleid en niet veel later lagen we vast aan de steiger. Tijd voor een ankerbiertje. Over onze belevenissen in Maleisië schrijven we in het volgende verhaal.

zondag 4 december 2022

Belitung

Een ondergelopen dorp, Heftige regenval doet alles langs de
rivier overstromen.
Zoals in het vorige verhaal al beschreven, regent het veel in Kalimantan. We hadden gelukkig regencapes gekocht zodat we in ieder geval droog bleven tijdens het lopen. Geen overbodige luxe. Omdat het zo veel en lang regent, lopen dit jaar de dorpen langs de rivier onder water en komen stukken land los. Deze stukken land kom je dan op de rivier of op zee tegen. Je moet er niet aan denken dat je hier gedurende de nacht tegenaan vaart. Voor ons was het weer tijd om door te gaan naar onze volgende bestemming, het eiland Belitung, een afstand van ongeveer 272 nm. Omdat we moeten wachten totdat de stroming naar buiten gaat staan, kunnen we rustig aan doen.
Een stuk land was is losgekomen door de heftige regenval.
Je bent blij dat hij jouw boot op ruime afstand passeert.
Zodra de boten keren, halen we het anker op en beginnen we onze tocht naar Belitung. Met ons gaan nog twee boten gelijktijdig met ons deze ankerplaats verlaten. We zijn halverwege de rivier, als plotseling onze motor ermee stopt. Ik heb op de ankerplaats motoronderhoud gepleegd. Dit houdt in, motorolie verwijderen, oliefilter vervangen, 5,2 liter nieuwe motorolie erin gieten, fijn dieselfilter vervangen, grof dieselfilter vervangen en voor de rest diverse punten nalopen en controleren. Zodra de motor dus stopt weet ik dat er ergens lucht in de dieselleiding komt. Ik controleer als eerste het fijn dieselfilter en vervolgens het grof dieselfilter. Bij deze laatste zie ik luchtbellen ontstaan. Ik draai het filter iets strakker en het lijkt verholpen te zijn.
Kumai op de achtergrond. De vele opslag loodsen zijn 
duidelijk zichtbaar.
Ik start de motor opnieuw en deze start direct, Al die tijd is de Watusi 2 bij ons gebleven voor het geval wij de motor niet meer aan de praat zouden krijgen of dat we op een ondiepte zouden kunnen lopen. Gelukkig is hun hulp niet nodig geweest. We varen verder de rivier af en komen op open zee. Het is opnieuw geheel blak, geen zuchtje wind te bekennen en een zee zo glad als een spiegel. Rustig varen we in de goede richting. Gedurende de dag en de nacht blijft het zo. Pas de volgende dag gaat het weer in de loop van de middag veranderen. We krijgen een hele grote bui over ons heen met veel wind en regen. De wind is op de neus. We proberen te zeilen, maar door de steile hoge golven met een periodeduur van 5 tot 6 seconden, in combinatie met een stroming van 1,5 kn die tegenstaat, zien we dat we niet echt vorderen. We besluiten de zeilen weg te halen, met uitzondering van de kotterfok en starten opnieuw de motor. Tegen de wind en de stroming in varen we verder. Als de wind verder toeneemt naar 20-30 kn, liggen we regelmatig haast stil. We geven wat meer gas zodat we wel wat voortgang houden.
De eerste aanzet voor het ontstaan van een waterhoos.
Dan ineens stopt de motor opnieuw. Weer zie ik lucht in de dieselleidingen. Ik heb de Ikinoo bijgelegd op de kotterfok, zodat er rust aan boord komt. Ik duik de motorruimte in en demonteer het grof dieselfilter en zet deze opnieuw in elkaar. Mogelijk dat één van de O-ringen niet goed op zijn plaats heeft gezeten. Zodra alles weer in elkaar zit, start ik de motor. Ook op 2.500 rpm blijft de motor goed draaien. Zo gaan we weer verder. Wel blijft er een onbestendig gevoel over, we hopen dat de motor blijft lopen. Gedurende de nacht neemt de wind af en worden de golven ook minder hoog. Vroeg in de ochtend zie ik op onze radar dat zich naast ons een groten zeer actieve bui ontwikkeld. We varen er parallel aan.
De waterhoos in zijn volle kracht. De windsnelheden in zo'n 
hoos kunnen  je zeilschip volledig slopen als deze je raakt.
We zien veel bliksem en ook tweemaal een waterhoos, de lucht is donker. Vooral de waterhozen boezemen best wel ontzag in. We hopen dat de bui zich niet in onze richting verplaatst. In de loop van de ochtend wordt het weer rustiger, nemen de golven af en blijft er alleen een miezerregen over. Gezien de voortgang en de opgelopen vertragingen, wordt het nog spannend of dat we bij daglicht de ankerplek kunnen bereiken. Gelukkig komt er wat meer wind, zodat we de zeilen ondersteunend kunnen zetten zodat we wat meer snelheid maken. Net voor het einde van de middag ankeren we in het schemer net iets buiten de ankerplek.
Onze twee ankerplekken bij het eiland Belitung. Hier is prima 
ankergrond met zand.
We drinken een ankerbiertje, eten wat en spelen nog een spelletje. Op tijd liggen we in bed. De volgende ochtend gaan we vroeg op pad voor de laats mijl naar de ankerplek. Hierbij varen we heel voorzichtig tussen de riffen door. De volgende dag was er een welkomst ceremonie georganiseerd. Ik ging naar de wal om de was weg te brengen en om onze jerrycans in te leveren voor diesel, Zodra dit was geregeld ben ik alsnog naar de ceremonie gegaan. Er werden diverse toespraken gehouden en we werden uitgenodigd voor een Indonesisch ontbijt, bestaande uit Soto ayam met kroepoek en een flesje water. Er was ook een groep scholieren aanwezig die zich hadden verenigd om met elkaar Engels te spreken.
Een deel van de groep scholieren die hun Engels met ons
kwamen oefenen, heel gezellig dus.
Zij maakte gebruik van de gelegenheid om met ons te praten, heel interessant omdat deze jonge mensen graag de Engelse taal leren en ook zeer geïnteresseerd zijn in de mogelijkheden voor studie in het buitenland. DE volgende dag werden we met een busje opgehaald voor een rondtoer over het eiland. Als eerste werd een Maritiem museum aangedaan. Het museum was nog niet geheel klaar. De lokale bestuurder stelde namelijk geen budget beschikbaar voor de aanpassing van de infrastructuur. Zo staat er dus een compleet ingericht museum op een stuk braakliggend terrein, zonder toegangsweg of parkeerplaats, bureaucratie ten top. De bus reed door de modder en de grote plassen zo dicht mogelijk naar het museum toe om ons eruit te laten.
Een replica van een oude vrachtvaarder uit het tijdperk dat er 
nog geen motoren waren. Vooral ten toon gesteld om het 
ambachtelijke werk met houd ten toon te spreiden.
Het museum was wel interessant om te bezoeken, maar helaas waren veel ruimtes nog niet ingericht. Ook hierbij speelt bureaucratie een rol. Het museum is gebouwd om veel meer maritieme zaken ten toon te stellen. Wat blijkt, een deel van de ten toon te stellen spullen zijn in het beheer van een organisatie die niet is aangesloten bij de organisatie die het museum heeft laten bouwen! Begrijpt u het nog, wij niet. De bus stopte vervolgens bij een klein vissersplaatsje waar vrouwen bezig waren de gevangen krabben uit de netten te halen. Een klusje waarbij je heel veel geduld moet hebben omdat sommige krabben wel heel erg vast in het net zitten.
Een van de die dames die bezig waren de krabben uit het net 
te halen. Er zit wel een man bij, maar die steekt geen poot uit.
Leuk om te zien hoe en groepje vrouwen al keuvelend deze werkzaamheden uitvoert. Voor de lunch waren we weer uitgenodigd bij de regent van Belitung. Hierbij betraden wij een origineel oud regentenhuis wat geheel uit hout was opgebouwd. We deelden opnieuw de maaltijd met lokale hoogwaardigheid bekleders, waarbij volgens Hindoestaanse gewoontes weer werd gegeten met de rechterhand. Daarna volgden nog diverse muziek en dansvoorstellingen en natuurlijk speeches. Deze keer had een van de deelnemers mij naar voren geschoven voor het geven van een speech namens de groep zeilers van sail2indonesia. Ik deed de speech in het Engels met naast mij een Indonesische tolk die het geheel vertaalde.
De hindoestaanse maaltijd, waarbij met de rechter hand wordt
gegeten. Voor die mensen die dit niet wilden, waren er lepels.
Het ging mij gelukkig goed af, ook omdat ik de lokale organisatie en het bestuur bedankten voor hun inzet om dit allemaal mogelijk te maken, slijm, slijm. En natuurlijk prees ik de Indonesische bevolking om hun gastvrijheid, de bereidwilligheid om te delen en om hun altijd aanwezige glimlach. Deze dag was zeer geslaagd. Ook de volgende dag maakten we een busreisje. Helaas gingen hier een aantal onderwerpen niet door vanwege de grote regenval. We bezochten, met regencapes aan, een plantage waar ananassen werden gekweekt en waar men ook struiken had staan met peper. Heel interessant om dit te zien.
Dit aapje heeft de grootte van minder dan mijn hand, is
vliegensvlug en kan heel ver springen.
Aansluitend gingen we naar een nationaal park waar men ons alles vertelden over de spookdiertjes. Dit is een heel klein schattig uitziend aapje dat, in tegenstelling tot zijn vegetarische soortgenoten, vlees eet en jaagt op vogeltjes, hagedissen en insecten. De ogen zijn heel erg groot in verhouding met hun lichaam. De ogen staan vast op hun hoofd en kunnen niet draaien. Om dus om zich heen te kunnen kijken moeten ze dus hun hoofd draaien. Wij mochten een kooi in waar men deze soort houdt. De aapjes zijn supersnel en absoluut niet bang voor mensen. Een heel interessant diertje. We kregen een zeer gevarieerde lunch aangeboden. Helaas ging de geplande wandeling niet door omdat het veel te hard regende.
De twee dames waren druk bezig met het vlechten van
vloermatten.
Wel konden wij genieten van het kijken naar twee oudere dametjes die vloermatten aan het vlechten waren. Je mocht het ook zelf proberen. Als afsluiting kon je langs de rivier omhooglopen, waarbij je een opgeblazen autoband moest meenemen. Een paar kilometer verder kon je de rivier in om, zittend op de autoband, de rivier af te zakken totdat je weer bij de plaats kwam waar wij stonden. Een aantal mensen heeft dit gedaan, waarbij ze allemaal de tocht wel erg spannend vonden. Als afsluiting van de dag kregen we een demonstratie te zien van zwaardgevechten, waarbij de zwaarden waren vervangen door bamboestokken.
Op een autoband de rivier af. Soms wel heel spannend en 
volgens sommigen een "bumpy ride".
De snelheid van de vechters en het fanatisme waarmee ze deze gevechten in gaan, is bewonderingswaardig. Natuurlijk mochten ook een aantal zeilers het zelf uitproberen. Helemaal ongeschonden kwamen ze er niet vanaf. Als je namelijk je tegenstander raakt met het bamboe “zwaard” geeft dat behoorlijke rode striemen op je huid. De winnaar van het gevecht wordt dan ook bepaald door het tellen van het aantal striemen. Degene met de minste striemen is de winnaar. Er waren ondertussen een aantal boten aangekomen die onderweg problemen hadden gehad.
De kracht, snelheid en behendigheid van deze zwaardvechters 
is prachtig om te zien.
Eén was er zonder brandstof komen te zitten en één had in Bawean 600 liter diesel gekocht en dus solar diesel in zijn tanks gekregen, waarop zijn motoren niet echt lekker liepen. Ook kreeg hij, net als wij, lucht in zijn leidingen, waardoor zijn motoren bij meer dan 1.600 rpm stopten omdat ze onvoldoende diesel kregen toegevoerd. De catamaran met de dieselproblemen was, door zijn trage voortgang, echter wel de boot met een tekort aan brandstof tegengekomen en had deze boot voorzien van voldoende diesel om in Belitung te komen. De dagen daarop was iedereen dan ook druk in de weer met verhelpen van de problemen aan boord, het kopen van voldoende kwalitatief goede diesel en het doen van boodschappen omdat tot aan Singapore geen boodschappen meer konden doen.. 
Onze buitenboordmotor is defect. Ik moest echter een aantal
keren naar de kant om diesel te halen. Als ik een sleepje kreeg
was ik heel blij en konden mijn spieren even rusten.
Op de laatste avond had de organisatie voor ons een afscheidsbarbecue georganiseerd. Helaas waren de meeste mensen echter te moe door de vele werkzaamheden aan de boten en het halen van diesel. De sfeer kwam er dit keer niet echt in, ondanks de aanwezigheid van livemuziek. Iedereen zat er een beetje doorheen. De volgende dag vertrokken wij voor onze tocht naar Benan Island, opnieuw een tocht van 267 nm met haast geen wind, maar daarover meer in het volgende verhaal.