maandag 23 april 2018

Martinique, Dominica en Marie Galante


Deze maand kenmerkte zich door de grote verschillen die we zagen tussen de plekken waar we verbleven. Het ene eiland doet modern aan, met een prima infrastructuur, waarbij je het gevoel krijgt in Europa te zijn, het andere eiland is een grote puinhoop door de orkaan Maria, waarbij de bevolking bezig is te overleven en de omgeving weer op te bouwen. Hieronder onze ervaring in dit door de orkaan Maria getroffen gebied.
De natuur hersteld snel, maar de schade is nog zichtbaar
De zeiltocht die nu volgde, voerde ons naar het plaatsje Sainte Anne op het eiland Martinique, een eiland waar veel watersport wordt bedreven. Dit eiland behoort bij Frankrijk. Je betaald er dus met Euro’s, ze spreken er Frans en soms gebrekkig Engels, ze rijden er weer rechts, er is een uitstekend onderhouden infrastructuur en het doet gewoon Europees aan. Sainte Anne ligt aan het begin van een mooie, zeer grote baai, waar we prima achter ons anker liggen. De baai loopt zeer diep het land in tot aan het plaatsje Le Marin, waar de grote jachthavens liggen met alle daarbij behorende winkels en service mogelijkheden. Hier ligt een grote charter floot van catamarans, die je overal in de Carieb tegenkomt. Als wij een nieuw eiland aandoen, werken we eigenlijk altijd volgens hetzelfde stramien, Hans gaat inklaren en ik blijf op de boot, zeker de eerste dag. Ik blijf op de boot omdat we zeker willen zijn dat het anker goed houd, we hebben al te vaak gezien dat mensen hun boot achter lieten en het anker ging krabben. Dit vinden wij alle twee erg prettig zo en dan moet je dat zo blijven doen. Hier maken we voor het eerst kennis met de Franse manier van inklaren.
Happy hour in Saint Anne
Er is een computer in een café waarop je alle gegevens compleet moet invullen. Als je klaar bent, druk je op safe en print. De man achter de kassa geeft het document een stempel en een paraaf en na betaling van drie Euro krijg je het benodigde inklaringsbewijs. Binnen 5 minuten is alles geregeld. Na het inklaren komt Hans Diederik en Nicole van de Zwerver tegen, die waren hier samen met twee vrienden aan het winkelen, ook toevallig. Natuurlijk even staan bijkletsen, zij lagen in een andere baai. Sainte Anne is een klein lieflijk dorpje. Mooie pandjes en een mooi kerkje. Toen wij op zondagmorgen aan de wal kwamen, was er een mis gaande, de mensen stonden zelfs buiten voor de deuren, zo druk was het. Een groot deel van de bevolking is hier erg gelovig. Wat ik daarbij zo’n mooi gebaar vond was dat, nadat de voorganger iets had gezegd, het ineens heel stil werd. Daarna begon een ieder elkaar de hand te schudden waarbij er iets in het Frans werd gezegd.
Een terugblik op Anse d'Arlet
Wij stonden op dat moment te luisteren en te kijken, zodat ook wij een hand kregen van iedereen om ons heen. Ik vond dat zo’n mooi en warm gebaar, ondanks dat ik niet weet wat de gesproken tekst betekende. Na drie dagen wilden wij weer verder naar Anse d’Arlet. Hier was helaas niet veel aan. Geen winkeltjes, alleen maar een klein strandje met wat restaurantjes, veel was er zelfs niet eens open. ‘s-Avonds hebben we in een restaurantje aan het strand een pizza gegeten.
Na twee dagen weer het anker opgehaald en doorgevaren naar de marina Etang Z’Abricot, vlak bij Fort de France. Daar aangekomen zien we Francis staan, een zeilvriend van ons, die ons helpt bij het aanleggen, wel lekker makkelijk zo. Toch vreemd om weer in een haven te liggen. Het is wel makkelijk met water, stroom en douches met toilet, maar dat is dan ook alles. De haven is goed, netjes en zeker niet duur, maar om bij een bushalte te komen moet je toch wel een aardig stuk lopen.
Hans in actie!!!
De eerste nacht slapen zonder gewiebel is toch wel een keertje lekker. De volgende ochtend ligt er een vers stokbrood aan boord? Ik zeg nog tegen Hans, regelt de marina dit? Dit vind ik wel oké. Later kwamen wij er achter dat de lieve mensen van SY Tijd dat als verrassing bij ons hadden neergelegd. Hoe lief is dat. Na de lunch zijn wij met de bus naar Fort de France toe gegaan. In de bus was het steenkoud, de airco stond hier volop te draaien. Ik vond Fort de France niets bijzonders, erg luidruchtig en druk. Gauw de bus terug dachten wij. Niet dus, onze bus kwam maar niet opdagen. Dan maar een taxi, ik was het wachten meer dan zat. Achteraf stonden wij gewoon verkeerd, stom he. Toch maar besloten een auto te huren anders zie je niets van het eiland. De verhuurbedrijven zitten allemaal bij de luchthaven. Vrienden van ons gingen juist die dag de auto terugbrengen, dus Hans had de mazzel dat hij mee kon rijden naar de luchthaven. Nadat Hans een auto had gehuurd konden onze vrienden weer mee terugrijden, dus een prachtige win win situatie.  Wij hebben de auto voor vier dagen gehuurd, dus wat de doen? De eerst dag zijn wij lekker gaan winkelen en de prijzen van de verschillende supermarkten vergeleken. We blijven toch Hollanders. Ik moet eerlijk zeggen, alles is hier te krijgen maar wel een stuk duurder dan in Nederland, al verschild het wel per eiland. Zo betaalde ik een keer voor twee tomaten zes euro, dat vind ik dus wel te duur. Maar je koopt het toch wel, want uit eten gaan is toch altijd nog duurder vind ik.
Een impressie van de botanische tuin
De tweede dag zijn wij naar een botanisch tuin met een waterval gereden. Dat was de moeite meer dan waard, erg mooi aangelegd en zeer goed onderhouden. Aansluitend zijn we naar Le Marin gereden om onze vrienden van de Epoxy te bezoeken. Die lagen hier met hun boot op de wal voor onderhoud aan het onderwaterschip. Ze vonden het heel leuk dat wij even een borreltje kwamen drinken, het was weer erg gezellig met elkaar.
De oostkust van Martinique
De derde dag zijn wij naar de oostkust van het eiland gereden, met een tussenstop in Le Marin om nog wat watersportwinkels te bezoeken. We waren op zoek naar een Pilot voor de Leeward Islands. Deze hebben we niet kunnen vinden, hopelijk heeft een van de volgende eilanden deze pilot. De oostkust van het eiland is mooi groen, heel anders dan de westkant waar wij liggen met de boot. De vierde dag zijn we lekker naar een strandje gegaan om te zwemmen en te zonnen. Aansluitend zijn we uit eten geweest, als afsluiting van deze mooie, maar vermoeiende dagen. Volgende keer toch maar twee dagen een auto huren, vier dagen achter elkaar is voor mij toch te vermoeiend in deze hitte. Ik wil graag weer verder, de marina houd ik wel voor gezien, ik wil gewoon weer lekker achter mijn anker liggen.
Onze ankerplek bij Saint-Pierre
Op naar het eiland Dominica, het eiland dat in september 2017 is getroffen door de orkaan Maria, een orkaan van de 5e categorie. Veel zeilers slaan dit eiland nu over omdat men bang is voor criminaliteit. Wij besluiten dat niet te doen en de verhalen met een korreltje zout te nemen. Achteraf gezien een hele goede keus. De afstand naar de plek die wij willen bezoeken is te groot om dat in één dag bij daglicht te kunnen zeilen. Wij ankeren dus voor één nachtje bij het plaatsje Saint-Pierre, aan de westkust van Martinique en gaan de volgende morgen weer verder. Bij aankomst in de Prince Rupert Bay bij het plaatsje Portsmouth op Dominica , worden we hartelijk verwelkomt door een local die ons met zijn boot tegemoet vaart. Hij stelt zichzelf voor als Lawrence of Arabia, de naam die ook op zijn boot staat geschilderd. Later horen wij dat de locals, die hier de zeilers helpen, zijn aangesloten bij een vereniging en dat men onderling de afspraak heeft dat de eerste die contact maakt met een jacht hier zijn waren mag aanbieden.  ze langzaam aan weer hun leven kunnen oppakken. Er is wel internet maar dat is nog zeer traag, ik denk dat het nog vele jaren gaat duren voordat dit eiland weer enigszins hersteld is van deze orkaan.  
Een schitterende leguaan 
Rustig in een heel laag tempo wordt alles weer opgebouwd, wat vandaag niet af is komt morgen of volgende week, of volgden maand. Niemand maakt zich daar verder druk om, als men maar te eten en te drinken heeft. Als ik later met Lawrence hierover een gesprek heb, legt hij mij uit dat de mensen hier het leven nemen zoals het komt, men maakt zich niet zo druk om al dat puin dat op straat ligt en om de wederopbouw van hun eiland. Wat een verschil met Martinique. Er komt een mannetje aan varen en vraagt of wij nog een gastvlaggetje nodig hebben. Omdat wij deze niet hebben bestellen wij er één bij hem, binnen een uur hangt deze aan onze boot.
Onze ankerplek bij Portsmouth
We liggen hier prima achter ons anker en het uitzicht is mooi. Als we wat beter kijken zien wij Francis met CU Lin en de Tijd met Michiel, Anouk, Tim en Jelle voor anker liggen. Ook de Vagebond van Hans en Roos zien we liggen. Veel Nederlandse boten dus. Grappig vind ik dit, dat ondanks de negatieve adviezen de Nederlanders toch gaan. Zo kun je weer ervaringen uitwisselen met elkaar en dat is toch wel erg leuk. Aan de wal gekomen zien we dat de orkaan Maria hier flink veel schade heeft aangericht. De elektriciteitskabels liggen nog deels op de weg, vele daken zijn nog niet hersteld, soms ligt er alleen nog maar een fundering en is het hele huis verdwenen. Zelfs nu nog, ruim 6 maanden na de orkaan, is de schade immens. Hier zijn vele doden gevallen en men is blij dat
Met Lawrence hebben wij een afspraak gemaakt om een boottochtje te maken over de Indian River. Deze rivier gaat in eerste instantie door de mangroves. De tocht volgt de rivier zo lang als deze bevaarbaar is. Aan het einde is en plek waar men een klein restaurantje heeft gebouwd voor een drankje en een hapje. Om zeven uur in de ochtend worden we door Lawrence met zijn boot gehaald. In de vroege ochtend zie je, volgens hem, meer dieren dan later op de dag. Als we roeiend de rivier opvaren, zien we dat ook deze veel te lijden heeft gehad onder de orkaan. De motor staat uit om de dieren niet schuw te maken. Lawrence verteld ons dat men 29 dagen is bezig geweest om de rivier weer bevaarbaar te maken tot aan het kleine restaurantje. Het restaurantje zelf is haast niet beschadigd maar helaas nog gesloten omdat nog te weinig mensen deze tour maken.
Onderweg met de peddels
Onderweg verteld hij ons alles over de dieren en de planten die we tegenkomen. Zo zien we prachtige vogels, landkrabben en planten. Aan het eind maken we ook nog een kleine wandeling. De terugtocht verloopt sneller, waarbij we nog even een zijrivier ingaan om ons een filmlocatie te laten zien uit de film “Pirates of the Caribbean”. Weer terug bij de boot besluiten wij nog even naar de fruitmarkt te gaan. Omdat veel stalletjes de zelfde producten aanbieden is het soms wel moeilijk bij wie je wat moet kopen, ze willen allemaal dat jij bij hen koopt. Dat is dan lastig want fruit hou je in de warmte ook niet zo lang goed.
‘s-Middags gaat Hans nog een wandeling maken met de anderen Nederlanders. De wandeltocht voert ons naar een oud fort. Het fort ziet er prachtig uit en is ook uitsteken onderhouden en geconserveerd.
Een deel van het fort
Zelden hebben we een fort gezien wat in zo’n goede conditie was. Zelfs de kanonskogels lagen nog op een plank en de kanonnen stonden nog op de echte originele standaards. Ik blijf op de boot want zo’n wandeling is mij te zwaar en even lekker op het dek lezen is ook heerlijk. Opnieuw kwam er een mannetje langsvaren met de vraag of dat wij zin hadden om de volgende avond te komen barbecueën op het strand. Hiervoor moet je wel een vast bedrag betalen, maar hiervoor krijg je dan wel eten en drinken. Dit leek ons wel leuk en gezellig. Nou dat was het zeker, we gingen met z’n allen, dus één grote tafel vol met Nederlanders.
De oude kanonnen nog netjes op een rij en in prima conditie
Er werd volop vrolijke muziek gemaakt en er waren muzikanten bij die daarnaast jongleerde of hun acrobatische kunsten lieten zien, een waar spektakel om te zien. Moe en voldaan keerden wij terug naar de Ikinoo waar ons bedje geduldig op ons wachtte, welterusten. De volgende morgen zijn we vertrokken, nadat we iedereen even gedag hadden gezegd, wie weet komen wij elkaar wel ergens weer tegen. Op naar het plaatsje St-Louis op het eiland Marie Galante, ook weer een eilandje behorende bij Frankrijk. Leuk zeilweer, niet te gek veel wind, gewoon lekker. Onderweg zeg ik tegen Hans; is dat nu een rif of zie ik het verkeerd. Hans pakt de verrekijker erbij en zegt; nee, dat is geen rif maar dat zijn walvissen en ze komen onze kant op. Je blijft naar het water turen of ze ook werkelijk naar ons toekomen. Ze komen steeds dichterbij. We zien dat ze aan het spelen zijn want ze komen veel boven water. Als Hans even niet oplet omdat hij een grote plek met zeewier in het water wil ontwijken, springt op dat moment een walvis helemaal het water uit, mijn hart stond even stil, wat was dit indrukwekkend zo mooi, zo dichtbij en zo spannend. Dit was een gelukstreffer. Helaas lukt het ons niet om dit moment met een foto vast te leggen. Maar ze trokken helaas verder in tegenovergestelde richting, dus na verloop van tijd waren ze uit het zicht. Aangekomen in de baai van St.-Louis zien wij de Zwerver al liggen. Leuk om elkaar weer te zien en het wordt weer erg gezellig. Aan de wal gekomen zien we dat de orkaan Maria hier nauwelijks zichtbare schade heeft aangericht, terwijl Dominica toch maar 25 nm verderop ligt, of heeft men hier alles al weer opgeruimd en hersteld? De tegenstelling is heel erg groot. De volgende dag Hans gaat inklaren. Dat is hier niet zo gemakkelijk want je moet naar de luchthaven, 15 km verderop. Ik zeg; pak je toch gewoon de bus. Helaas, de bus ging niet naar de luchthaven maar wel naar Grand Bourg en de resterende 5 km dan maar lopen. Bij de luchthaven aangekomen was er niemand, er stonden wel drie auto’s maar het pand was verder helemaal leeg.
Nabij het pleintje van Grand Bourg tref je een handelaar in kunstwerken,
grotendeels gemaakt van pallets en ander afval materiaal
Elke deur was gesloten, alleen de verkeerstoren en de brandweer waren bezet. Hans hield het voor gezien en is terug gaan lopen. Opnieuw in Grand Bourg aangekomen was het niet duidelijk wanneer de volgende bus ging, nergens is een bushalte met een boordje te vinden. Dan maar verder terug lopen naar St.-Louis. Ach, zegt hij, een mooie wandeling van totaal ruim 20 km, zo kan je het ook bekijken. Dan maar niet inklaren, jammer we hebben ons best gedaan. Er komt een boot binnen met een Nederlandse vlag, de Bonnefooi, een Halberg Rassy van 62 foot, die hadden wij nog niet eerder ontmoet. Ze komen even gedag zeggen en vragen of wij samen met onze vrienden van de Zwerver zin hebben om een borreltje te komen drinken, nou gezellig, doen we. De Zwerver hadden ze al eerde ontmoet en dan maanden later kom je elkaar hier weer tegen, grappig he, de wereld is zo groot niet. Anne en Peter lieten ons de boot ook van binnen zien, ja want op iedere boot waar je komt wil je graag het interieur bekijken. Een prachtige boot, waarbij wij heel klein zijn terwijl wij onze boot al groot vinden De volgende dag zijn we 2 mijl verder gevaren waar we om de hoek zijn gaan ankeren. Het is een hele mooie baai met helder water, waar je heerlijk kunt snorkelen, wat wij dus ook hebben gedaan. Nicole van de Zwerver moet er nog even inkomen met snorkelen, maar het gaat steeds beter. Het was erg mooi, maar je mag er ‘s-avonds niet blijven. Wij terug naar ons vorige ankerplekje, om daar de nacht door te brengen. De volgende morgen zeilden wij samen met de Zwerver naar Guadeloupe, prima zeilweer en wij houden de Zwerver redelijk bij. Op het laatst is hij toch sneller, maar dat vinden wij stiekem toch wel fijn, want dan kunnen wij kijken waar je moet gaan liggen. Wij liggen mooi achter een rif. Morgen gaan we inklaren, nu zijn wij moe en willen een ankerbiertje, dat hebben wij dik verdiend vinden wij zelf.