donderdag 30 november 2017

Dag 2

Deze dag verloopt redelijk rustig. Gedurende de nacht en de ochtend hebben we goede wind tussen de 15-20 kn. Onze Ikinoo loopt daarmee zeer goed. We moeten nog steeds enigszins wennen aan het op zee zijn. We eten wel wat meer maar niet overvloedig. Ook aan vissen moet ik nog niet denken, dat komt later wel. We zonnen wat, ik lees een boek en we kletsen wat. Zo komen we rustig de dag door. Aan het eind van de middag neemt de wind wat af en wordt daarbij veranderlijk qua richting. De windvaan heeft het druk mee. Sonja heeft nog steeds geen zin in een warme maaltijd zodat ik me tevreden stel met een noedelsoepje. Gedurende de nacht neemt de wind nog verder af zodat de snelheid zo rond de 3 kn komt te liggen. Nu kan de windvaan niet elke verstoring meer aan en moeten we met enige regelmaat ingrijpen om de Ikinoo weer op koers te krijgen. Sonja roept mij zelfs een keer als ik slaap, omdat de windvaan de koers niet kan vasthouden. We varen de gehele dag eigenlijk al iets te hoog, de ideale koers is 248° maar we zeilen tussen de 255° en de 270°. Dat corrigeren we morgen weer. Als ik 's-Morgens om 09:00 LT naar de mast loop om de gijp voor te bereiden, vind ik op het dek wat onderdelen. Het blijkt dat de bout waarmee de neerhouder aan de mast vastzit is los getrild. Ik vind alle onderdelen weer terug.
Aan het werk om de zaak te repareren
Dit is de enige bout zonder splitpen. Bij bestudering van het probleem zie ik dat de neerhouder te veel bewegingsruimte heeft. Een aantal kunststof opvulringen is versleten en deels verdwenen. Na wat RVS-ringen op maat te hebben gevijld, kan ik alles weer in elkaar zetten. Nu met RVS in plaats van kunststof opvulringen. Tevens zet ik er een 2e moer tegenaan zodat ik de beide moeren geborgd heb. Nu ik toch bezig ben controleer ik tevens alle andere bevestiggingspunten en splitpennen. Tijdens het klussen gaat opeens mijn lifeline van mijn zwemvest kapot. Het RVS pennetje bij de sluiting is afgebroken. Dat mag toch niet voorkomen, dit is wel een erg zwak onderdeel. Bij controle van de andere sluitingen zie ik dat ze allemaal enigszins gebogen zijn. Ik heb gelukkig genoeg reserve lifelinen. Noot, de gehele afstand tussen Mindelo en Domburg is 1.935 nm en geen 1.900 nm zoals eerder vermeld.

Positie : 16°15'.750 N 029°23'.550 W
Tijd : 12:00 UTC
Dag afstand : 123 Nm
Nog te varen : 1.677 Nm

woensdag 29 november 2017

Dag 1

Eindelijk, het is zo ver, na een aantal dagen van voorbereiding en een oplopend gevoel van spanning, gooien we de trossen los. Op naar Suriname, een tocht van iets meer dan 1.900 nm. We verwachten er 16 dagen over te doen, toch 10 dagen langer dan de vorige oversteek. We varen nog even een rondje over de ankerplek om afscheid te nemen van Wijnand en Marlies op de Ocean Goose. Dan hijsen we de zeilen en gaan op pad. We moeten wel even de motor een uurtje bij laten staan door gebrek aan wind. Maar als de wind er eenmaal is gaat de motor ook direct uit. Rust in de tent, onze windvaan neemt het roer over en brengt ons weg uit Kaapverdië. Het gaat langzaam in het begin omdat er weinig wind is, we hebben echter alle tijd, dus dobberen we rustig verder. Aan het einde van de middag neemt de wind toe tot zo'n 12-16 kn, ideaal zeilweer. Met 1 rif in het grootzeil gaan we rustig de nacht in. Al snel zijn we in het ritme van 3 uur op en 3 uur af, waarbij Sonja als eerste om 21:00 uur gaat slapen. Als ik wacht heb ben ik met enige regelmaat bezig de windvaan te verstellen, de wind is veranderlijk voor wat betreft richting en sterkte. Voor de rest is het een rustige nacht. Sonja heeft een nieuw plekje gevonden om te zitten tijdens haar wacht. Ze plaatst een zitkussen op de vloer in de kuip met haar benen over de kajuitrand. Zo heeft ze zicht op alle meters. Gedurende de nacht zien we één keer een lichte van een boot die de zelfde richting opvaart. We worden deze ochtend verwelkomt met een strak blauwe hemel.

Positie : 16°30'.762 N 027°17'.205 W
Tijd : 12:00 UTC
Dag afstand : 135 Nm
Nog te varen : 1765 Nm

maandag 27 november 2017

Sao Vicente


Het belooft een mooie zeildag te worden om naar ons laatste eiland van de Kaapverdische archipel te zeilen, het eiland Sao Vicente. We zeilen naar een van de grootste havens bij de plaats Mindelo. Samen met de Zwerver vertrekken we om 07:30 uur LT, helaas eerst met de motor bij omdat er in de luwte van Sao Nicolau geen wind is te bekennen. Zodra we uit de luwte zijn is er direct een mooie wind. Het is een prachtige zeiltocht van 46nm waarbij we de eilanden Raso, Branco en Santa Luzia aan bakboord voorbij laten gaan. Onze windvaan stuurt de Ikinoo prachtig door het water, waarbij we constant met de Zwerver opzeilen. In eens draait de Ikinoo zijn kop in de wind. Als ik de windvaan los koppel, merk ik dat het roer vast zit. Met enige kracht krijg ik er weer beweging in, dan in eens functioneert deze weer normaal en kan de windvaan weer gekoppeld worden. Zonder verdere problemen bereiken we de haven van Mindelo.
De jachthaven bij een ondergaande zon
Hier is de enige echte jachthaven van Kaapverdië gebouwd. Een jachthaven met mooie steigers met water en elektra. Nadeel is dat de steigers niet gekoppeld zijn aan in de grond staande palen, maar aan kettingen die op de bodem zijn vastgemaakt. Hierdoor zijn de boten en de steigers altijd in beweging, beetje jammer, want als het echt gaat waaien is dit vragen om problemen en natuurlijk schade. Aan het begin van de steigers heeft men tevens alle faciliteiten gebouwd. Er zit en havenkantoor, toiletten, douches, een kleine winkel met spullen voor de boten en een restaurant wat bijna de gehele dag vol zit. Wij verkiezen echter om, naast de Zwerver, achter ons anker te gaan liggen. Bestudering van de techniek in het stuurwiel, leert ons dat er een klemring is verschoven waardoor deze de as van het stuurwiel afklemde. We laten het maar zo zitten, het kan verder geen kwaad, alleen het vastzetten van het stuurwiel met de aanwezige schroef functioneert niet meer als voorheen. Mindelo is een echte havenstad. Hier komen de zeeschepen aan om hun lading te lossen of te laden. Vanaf hier gaat het met kleinere schepen naar de andere eilanden.
Onderhoud aan de Zwerver
De dagen in Mindelo besteden we aan het doen van inkopen voor de oversteek, eten bij een Italiaans restaurant, zoeken naar kunstaas om me te vissen. Wat natuurlijk ook moet gebeuren is het onderhoud aan de Ikinoo. Dit is een steeds terugkomend gebeuren. Zo ook bij onze vrienden op de Zwerver. We zijn dus ontzettend druk met allemaal kleine dingetjes. Het eiland zelf is niet echt interessant.
Prachtige uitzichten onderweg
                                                                                                                                                      Het buureiland Santo Antao daarentegen is wel interessant om te bezoeken. Samen met Nicole en Diederik van de Zwerver besluiten we een dag te gaan rondrijden op dit eiland. Met de veerpont van 08:00 uur vertrekken we voor een tochtje van ongeveer 1 uur varen. Aan de overkant aangekomen hebben we een 4WD auto gehuurd. Dit is ook weer zo’n eiland met twee gezichten. Aan de ene kant door en droog en aan de andere kant groen en vochtig. Het eiland kent, op een paar kilometer na, geen asfaltwegen. Alle wegen zijn bestraat met keien. Dus harder rijden dan 60km per uur kun je vergeten, meestal rijd je 30-40km per uur.
De wegen zijn stijl en smal, enige ervaring met rijden in de bergen is dus wel noodzakelijk. De uitzichten onderweg zijn adem benemend. Wat dat betreft hebben we geluk met het weer, dagen daarvoor was het hogere gedeelte van het eiland in de wolken gehuld. Aan de noordwest kant wordt dan ook volop groente en fruit geteeld. Op tijd zijn we weer terug want om 17:00 uur gaat de laatste boot naar Sao Vicente. Bij aankomst in de haven zien we de Ocean Goose van Wijnand en Marlies liggen. We worden direct aan boord uitgenodigd voor een welkomsborrel. Weer heel erg gezellig zo met z’n zessen. De laatste weken hebben we het weer constant in de gaten gehouden.
En dan vind je in de bergen in eens een rasta gemeenschap
                                                                                        Het weer op de Atlantische oceaan is constant, je ziet dan ook elke dag zeilschepen aankomen en vertrekken richting de Caribische eilanden of Brazilië. Wij besluiten om 28 november te vertrekken, samen met de Zwerver. De laatste dag en nacht brengen wij door in de haven. Dat maakt het wel zo makkelijk om alles te regelen. De dieseltank wordt volgegooid, zo ook de beide diesel jerrycans, de watertank wordt gevuld, de 9 stuks 8-liter flessen aan boord worden gevuld met drinkwater en de laatste boodschappen worden gedaan. Dat laatste kost altijd weer meer tijd dan gepland. Je moet op een gegeven moment gewoon stoppen met kopen, er is namelijk altijd wel weer wat. De dag van afvaart leveren we onze toegangspassen weer in en nemen afscheid van vrienden die achter blijven. Op naar Suriname.

Aan deze zijde van het eiland is alles groen

donderdag 23 november 2017

Tarrafal op Sao Nicolau


De Rebel zeilend richting Tarrafal
Het is voor het eerst dat we aan het einde van de dag vertrekken voor een etappe naar het volgende eiland. De afstand vanaf Boavista naar het eiland Sao Nicolau is 91 nm. Zelfs met onze maximale rompsnelheid van 8,0 kn per uur, halen we dit niet bij daglicht. We willen een onbekende haven namelijk niet in het donker aanlopen. Zo vertrekken we dus, gezamenlijk met de Rebel, aan het einde van de middag, zodat we de gehele nacht kunnen zeilen en aan het begin van de ochtend bij daglicht aankomen. Zodra we het anker uit de grond hebben, hijsen we de zeilen, waarbij we er voor kiezen direct het tweede rif te plaatsen. We gaan de nacht in en dat willen we graag behouden doen. We hebben al direct een leuke wind zodat de snelheid er goed inzit. Gedurende de nacht neemt de wind steeds verder toe, we lopen zelfs momenten meer dan 8,0 kn, blij dat we het tweede rif geplaatst hebben.
Ons uitzicht op het strand en de tonijnfabriek
Tevens is de zee zeer onrustig met vervelende golven. Er ontstaat een probleem met de ETA, als we zo doorgaan komen we te vroeg aan en is het nog steeds donker. We besluiten daarom de yankee weg te draaien en deze te vervangen voor de kotterfok. Hierdoor zakt de snelheid naar zo’n 6,0 kn. ’s-Morgens om 08:00 LT liggen we voor anker bij het plaatsje Tarrafal op het eiland Sao Nicolau. Het uitzicht is er mooi en er liggen verschillende boten. In de loop van de dag melden we ons bij de lokale politie voor het inchecken. De Rebel is één dag gebleven en daarna door gezeild naar Sao Vicente. Daar kregen zij bezoek voor een week. Nadat wij ons bij de politie gemeld hadden, hebben we geluncht, het dorpje bezichtigd en gedaan. Tevens hebben we van de gelegenheid gebruik gemaakt om kennis te maken met Henny Kusters.
Uitzicht vanaf de Ikinoo bij ondergaande zon
Dit is een Nederlander die hier nu al 20 jaar woont. Hij is hier naar toe komen zeilen en heeft hier aan de kust een huis laten bouwen met drie gastenkamers. Tevens heeft hij een koksschool aan huis. Zo biedt hij dus Kaapverdiërs de mogelijkheid om een vak te leren. Een van deze mensen is zelfs in Nederland geweest voor een stage periode op een zeilschip wat met gasten op de Waddenzee voer. Hij had ondertussen ook de Nederlandse taal geleerd. Nu heeft hij zelf een restaurant in Tarrafal. Omdat we graag wat meer van het eiland willen zien, regelt Henny voor ons een chauffeur die goed Engels spreekt en die ons het gehele eiland kan laten zien. Een aantal dagen later worden we om 08:00 uur opgehaald door Toi D’Armanda.
Binnen in de katholieke kerk van Ribeira Brava
Hij is voor vandaag onze chauffeur en gids. Toi heeft hier een bedrijf wat rondreizen per auto organiseert. Tevens organiseert hij wandeltochten van één of meer dagen met bijbehorende overnachtingen. Zijn klanten zijn over het algemeen toeristen die het eiland zelfstandig bezoeken en toeristen die  met charterzeilschepen hier aankomen en enige dagen blijven. Hij spreekt vloeiend verschillende talen. Toi was voor ons een mooie uitzondering op de regel. Een groot deel van de Kaapverdiërs zijn namelijk moeilijk vooruit te branden, alles gaat langzaam, ze zijn liever lui dan moe.
De plafondschildering in de kerk
Men kijkt ook niet verder dan hoe men deze dag doorkomt. Toi was echter druk bezig om een goed bedrijf op te bouwen. Je kon goed merken dat hij echt over zaken nadacht en zich constant afvroeg, hoe kan ik mijn diensten onder de aandacht brengen van een breder publiek en hoe kan ik de kwaliteit van het gebodene verbeteren. Toi heeft ons gedurende de gehele dag het eiland in al zijn facetten laten zien. Hij had voor ons een route gepland via het redelijk ontwikkelde Ribeira Brava, de hoofdstad van het eiland, naar het armoedige kleine vissersplaatsje Carriçal in het oosten tot aan de mooie gekleurde rotsen bij Praia Branca in het westen.
Het onderkomen van een Duitse immigrant
Aan de noordzijde van het eiland, rond de plaats Ribeira Brava, wordt zeer veel groente en fruit geteeld. Het is hier vochtiger dan op de rest van het eiland. De productie is meer dan de lokale bevolking nodig heeft zodat de rest wordt verkocht aan de andere eilanden van Kaapverdië. We hebben enige tijd doorgebracht in het centrum van deze plaats. In het centrum staat een katholiek kerkje welke van binnen bezichtigd hebben. Vooral aan het plafond was een zeer mooie schildering aangebracht Aansluitend reden we over een aanvankelijk verharde weg naar het vissersplaatsje Carriçal. De weg was al snel onverhard met soms steile passages. Aan de zijkant vindt je dus geen palen, hekken of een vangrail, een stuurfoutje kun je je hier dus niet veroorloven. In het regenseizoen is deze weg soms maanden niet begaanbaar. Het plaatsje zelf is zeer armoedig, men leeft hier alleen nog maar van de visserij.
De vis hangt, na te zijn gezouten, te drogen aan een lijn
De oude tonijnfabriek is gesloten en in verval geraakt. Omdat men hier geen koeling heeft, wordt een deel van de gevangen vis gezouten en in de open lucht gedroogd. De gevangen tonijn wordt direct in Tarrafal aan land gebracht, waar de laatste tonijnfabriek nog operationeel is.

Wel heeft zich hier een Duitser gevestigd die in een heel klein huisje aan het water woont. Als je echt van rust houd en niet lastig gevallen wilt worden, is dit een leuk plaatsje. Voor ons echter veel te rustig. Op de terugweg naar Ribeira Brava was er een tussenstop gepland bij een natuurlijk zwembad. Voor die gelegenheid hadden wij onze zwemkleding al aan gedaan en de handdoeken in de rugzak meegenomen.
Het natuurlijke zwembad, helaas vandaag voor ons gesloten
Ter plaatse aangekomen bleek het zwembad echter continu overstroomd te worden door de ruige golven. De oceaan deining was te groot om verantwoord een bad te nemen. We zijn vervolgens terug gereden naar Tarrafal. Hier hebben we even op een terrasje gezeten, waarna we op weg gingen naar de rotsen bij Praia Branca. De weg daar naar toe is al een belevenis. Goed dat er 4-wiel aandrijving bestaat. De weg lijkt wel te eindigen in de zee. Op het laatste moment wordt gestopt, waarbij je hoopt dat de remmen goed werken. Het laatste stukje moet je lopen. Je kunt zelfs met een trap naar een lager gelegen plateau afdalen. Ook hier zag je dat de zee zeer ruig was. Je kon zodoende niet te dicht bij de rand komen. De rotsen worden hier voor een groot deel uitgesleten door de wind en de zee. Vooral die door de wind worden uitgesleten hebben mooie vormen en kleuren bij een ondergaande zon.

Een indruk van de rotsen bij Praia Branca
’s-Avonds om 19:00 werden we weer bij het huis van Henny Kusters afgezet. Met hem hadden we afgesproken dat we daar bleven dineren. We kregen door de kok, die bij Henny in de leer is, een drie-gangen menu voorgeschoteld met daarbij een aantal glazen uitstekende wijnen. Het voorgerecht bestond uit een tonijnsalsa op een bedje van gebakken ananas, gevolgd door draadjesvlees met een champignon saus, met als afsluiting een ijs die Henny zelf had gemaakt. Al met al een geweldig diner van een kwaliteit die je in de lokale restaurants niet snel tegen zult komen. Wat wij ook bijzonder vonden aan Sao Nicolau was dat er, ondanks de duidelijk aanwezige armoede, in het geheel niet gebedeld wordt. Wij hoorden van de lokale mensen die wij hebben gesproken dat er op Sao Nicolau haast geen criminaliteit voorkomt. Met 13.000 inwoners op het gehele eiland kent haast iedereen elkaar, dus een misstap is snel bekend bij de bevolking. Veel mensen proberen wat te verdienen met vissen, wat hier op kleine schaal gebeurd.
Een groepje bootjongens bij de bijboten
Tevens is er een groep jonge jongens die wat proberen te verdienen met op de bijboot passen, water voor je te halen bij de visafslag, of je boot schoon te maken. Als je goede en duidelijke afspraken maakt, die je zelf natuurlijk ook na moet komen, zijn deze jongens heel behulpzaam en kunnen ze veel voor je betekenen. Wij hebben er voor gekozen steeds aan het einde van de dag een afspraak met een van het te maken voor de volgende dag. Daarbij hadden wij wel onze voorkeur voor Lucas. Deze was meestal op het strand te vinden. En als hij niet op het strand was, was hij samen met een vriend aan het vissen. Zo hebben wij twee vissen bij hem gekocht die hij ter plekke om zijn boot voor ons schoon maakte. Voor 200 Escudo’s, nog geen 2 Euro, hadden wij twee heerlijk vissen bij het avondeten.
Onze bootjongen Lucas op zijn vissersbootje
Een van de laatste dagen werden wij ’s-morgens wakker waarna we tot ontdekking kwamen dat de Zwerver naast ons lag. Zij waren onderweg naar Mindelo op Sao Vicente en hebben hier een tussenstop gemaakt Gezamenlijk met Diederik ben ik ons gaan melden bij de politie, zodat ik mijn scheepspapieren weer in ontvangst kon nemen en tevens een uitklaringsbewijs ontving. ’s-Avonds ontdekte wij een restaurantje met een visserij museum. Hier werd op vrijdag en zaterdag life muziek gemaakt. Onze laatste avond hebben we dus heerlijk gegeten onder het genot van een biertje of wijntje en heerlijke muziek. Kenmerkend voor Tarrafal was voor ons het gegeven dat we drie keer een andere ankerplek hebben moeten zoeken.
De foto spreekt voor zich
De eerste keer moesten we weg omdat we in de weg lagen voor een tanker die moest aanleggen. De tweede keer moesten we verkassen omdat we in de weg lagen voor passagiers ferry die moest draaien op de plek waar wij voor anker lagen. Ankeren gaat ons ondertussen dus goed af. Tijd om te vertrekken naar Mindelo op Sao Vicente, de laatste tussenstop voordat we oversteken naar Suriname.

donderdag 16 november 2017

Sal Rei op Boavista


De Ikinoo met beide fokken in de passaat stand
Vandaag een korte tocht naar Porto do Sal Rei, op het eiland Boavista. Het is een tocht van nog geen 40 nm, met hoofdzakelijk een achterop komende wind. We besluiten de zeilen in de passaat stand te zetten, dus beide fokken uitgeboomd zonder grootzeil. Het zeilen gaat prima, ware het niet dat de voortgang niet aan onze verwachting voldoet, dus anders gezegd we gaan dus gewoon te langzaam. We halen de fokken weg en hijsen het grootzeil met het eerste rif, waarna ook de Yankee er op de boom weer bijgetrokken wordt. Zo nu raken we eindelijk op snelheid, we lopen meer dan 6 kn per uur, dat schiet tenminste een beetje op. We varen vandaag gelijk op met de Rebel, die net iets eerder anker op is gegaan dan wij. Ondanks dat er nog steeds een beetje Sahara stof in de lucht zit, zien we Boavista al snel opdoemen aan de horizon. Zo op een afstand kun je goed zien dat het een woestijn eiland is, overal zie je zand met her en der een klein beetje groen.
Ons uitzicht vanaf de boot van het  eiland Boavista
Bij porto do Sal Rei aangekomen, zeilen we zuidelijk om het eilandje Ilhéu de Sal Rei om. We doen dit op gepaste afstand omdat er onder water een rif ligt welke niet zichtbaar is. Via de noordelijke entree, tussen de eilanden door, is het niet mogelijk om bij de ankerplaats te komen omdat het tussen de eilanden nog geen meter diep is. Zodra we zicht hebben op de ankerplek zien we dat er al redelijk veel boten voor anker liggen. We moeten dus gewoon achteraan sluiten. Het klopt met onze verwachtingen want vandaag zijn we met 8 boten vertrokken vanaf Sal. Al snel zit ons anker stevig in de zanderige bodem op een diepte van 4,5 meter. Het zicht is hier prima zodat je bij controle van het anker deze in zijn geheel niet meer ziet omdat hij volledig is ingegraven. Een mooie dag dus met prachtige wind en een lekker zonnetje. Helaas hebben we echter wel een probleempje, we kunnen met onze bijboot niet naar de kant want de buitenboardmotor doet het niet meer. We liggen te ver vanaf de kust om te roeien.
Het uitzicht de andere kant op, Ilhéu de Sal Rei
Tevens staat er een wind van 15-18 kn die tussen de eilanden doorkomt. Dus ook al gaan we roeien dan nog worden we de zee opgeblazen. Kees en Trees van de Rebel liggen vlak voor ons en komen aan het einde van de middag een borreltje bij ons doen. Voor de volgende dag zijn we met z’n drieën nabij het rif wezen snorkelen. Wat is het hier mooi met schitterende vissen van groot tot klein en we zien zelfs een kleine morene zwemmen. ’s-Avonds zijn we bij hen op de boot uitgenodigd voor een spelletjes avond. De naam van het spel ben ik kwijt, echter we hebben er wel van genoten. Voor je het weet is het dan laat en tijd om terug te gaan naar onze boot. Kees is zo vriendelijk geweest ons te komen halen en brengen, wat een service. Op een gegeven moment willen we met z’n vieren nu wel eens echt naar de kust. Kees komt ons aan het eind van de middag ophalen om een borrel te drinken bij het strandtentje wat we in de verte zien liggen. Het blijft niet bij een borrel, we besluiten hier ook te blijven eten.
Een verdwaalde bezoeker, elke avond tussen 5 en 6 uur komen er meerder
van deze vliegen ons bezoeken, het lijken net hommels als ze vliegen
We krijgen een geweldige maaltijd voorgeschoteld. Sonja heeft een cordon bleu en ik een steak, werkelijk van topkwaliteit. Het blijkt dat de eigenaar een Portugees is, die hier de zaak strak runt. Een van zijn specialiteiten is gegrilde Langoesten. Deze worden door 2 vissers om de drie dagen vers uit zee bij hem aangeleverd. Hij heeft een diepvries container zodat alles direct, na te zijn schoon te zijn gemaakt, de vriezer in gaat. Na vijf dagen op anker te hebben gelegen houden we Boavista voor gezien. Op naar het eiland Sao Nicolau, naar het plaatsje Tarrafal

woensdag 1 november 2017

Palmeira op Ilha do Sal

Na een geweldig mooie overtocht vanaf La Palma naar Sal, zijn we de rest van de maand oktober op het eiland Sal gebleven. De eerste paar dagen moesten we vooral wennen aan de Afrikaanse cultuur en de wijze van leven. De mensen zelf zijn heel vriendelijk en vooral behulpzaam. Alles gaat voor ons gevoel echter in slow motion. Het begint al bij het inklaren. Zoals het in de Imray gids voor de Atlantic Islands staat beschreven werkt het niet meer. Er is geen havenmeester meer waar je je kunt melden. Je moet je vervoegen bij het politiebureau. 
Dit is de bakker die tevens gas verkoopt
Hier zit altijd één politieagent die niets doet dan alleen maar naar zijn beeldscherm kijken. Als antwoord op al de vragen die je stelt antwoord hij; kom later op de dag maar terug of als je geluk hebt noemt hij een tijdstip. Als je dan later op de dag terugkomt, veranderd het antwoord weer naar; kom morgen ochtend maar terug. Uiteindelijk lukt het ons na twee dagen om ons aangemeld te krijgen en worden onze bootpapieren en bewijs van verzekering ingenomen nadat het benodigde papierwerk is afgerond. Voor het stempel in je passpoort moet je echter een dag later weer terugkomen. Je raad het al, na vier dagen hebben wij het stempel in ons paspoort te pakken. Tot zo ver het inklaren. Op de dag van aankomst meldt zich een Kaapverdiër, genaamd D’Jay, zich met zijn bootje naast onze boot. Dit is de man die alles voor je kan regelen, diesel, water, rondreizen, het schoonmaken van de vuile was, taxiboot, etc.

Eén van de lokale kleine kruidenierswinkeltjes
Elke dag komt hij minimaal één keer langs om te vragen of dat hij iets voor je kan betekenen. Hij is een en al hoffelijkheid en dringt nooit aan. Voor de toekomstige bezoekers aan Sal, zijn telefoonnummer is 00238 9898115. Wij laten één keer de was door hem regelen, we hadden een flinke was opgespaard die twee dagen later schoon weer werd ingeleverd. De eerste dag bij aankomst begeleid hij je ook door het dorpje Palmeira om je laten zien waar je water kan halen, je brood kunt kopen en je de dagelijkse boodschappen kunt doen. Tevens wijst hij je de diverse restaurantjes aan. Wel is het zo dat bij de meeste plekken het wel een familielid of een vriend of vriendin betreft, maar dat maakt ons niets uit. Zo eindigden wij samen met Trees en Kees van de Rebel, die donderdagmorgen waren aangekomen, aan het einde van de dag op het terras aan de haven met een heerlijk lekker koel biertje. Vrijdags besluiten we met z’n vieren met de taxi naar het plaatsje Espargos te gaan. Deze plaats is veel groter dan Palmeira, er wonen circa 25.000 mensen. Espargos is ten opzichte van Palmeira een welvarende stad waar je veel goede woningen, winkels, restaurantjes en banken aantreft. Het openbaarvervoer er naar toe is hier goed geregeld, echter verwacht geen bus, men rijdt hier met bestelbusjes die dienst doen als taxi. Je steekt langs de straatkant van de hoofdweg door het dorp je hand op en er stopt er één waar je in kunt stappen. Vanaf Palmeira is maar één taxirit mogelijk, dus een verkeerde taxi namen gaat niet. Als je aan het eindpunt  bent stap je uit en betaal je de chauffeur. Wij betaalden per persoon 50 Escudo’s of 50 Eurocent per enkele reis. Dat is overigens wel leuk op de Kaapverdië, je kunt gerust met Euro’s betalen. In Espargos konden we een telefoonkaart kopen zodat we vanaf dat moment kunnen internetten, dat was snel en makkelijk geregeld. Al lopende kwamen we een Kaapverdiër tegen die Nederlands sprak en die eigenaar was van een kruidenierswinkel en een restaurant. Hij bleek 30 jaar in België te hebben gewoond en gewerkt. Nu pendelde hij tussen zijn familie in België en zijn familie op Sal. Gezien de grootte van het pand welke in het geheel zijn eigendom was, met op de begane grond een supermarkt, daarboven drie woonlagen met op de bovenste verdieping tevens een restaurant, en de grootte van zijn auto, behoorde hij hier bij de meer welgestelde mensen. Hij bood ons een lift aan zodat wij zijn winkel konden bekijken en eventueel boodschappen konden doen. Tot onze verbazing had deze winkel veel Europese en Nederlandse dingen, zoals pindakaas, Zaanse mayonaise, plakjes kaas, stukken Old Amsterdammer, etc. De rugzak werd dus volgeladen met allemaal lekkere dingen waaronder natuurlijk twee potten pindakaas.
Het blauwe oog, echter te vroeg om deze kleur te zien
Om een goede indruk van het eiland te krijgen, hebben we met D’Jay afgesproken dat hij ons een dag  lang het eiland laat zien. Op de bewuste dag zou de terreinwagen met chauffeur om 09:00 uur klaar staan bij de haven, dat duurde iets langer. Om 09:30 waren we onderweg. Van te voren hadden we afgesproken wat we minimaal wilde zien, voor de rest lieten we het aan D’Jay over. Hier hebben we geen spijt van gehad, hij heeft ons het gehele eiland laten zien waarbij hij zelf als gids optrad. Als eerste bezochten we het “blauwe oog”. Dit is een natuurfenomeen, waarbij door de lichtval op het water, door een gat in de rotsen, het water staalblauw wordt. Helaas is dat alleen zichtbaar op een bepaald tijdstip van de dag. Hiervoor moesten wij te lang wachten, dus zijn we verder gereden zonder het blauwe oog te hebben gezien. Wel hebben we een leuke foto van ons vieren gemaakt.
De fata morgana op Sal

Tijdens de volgende stop, bij een klein souvenirwinkeltje, midden op een grote open vlakte, liet hij ons een fata morgana zien. Heel indrukwekkend als je dit nooit eerder hebt gezien. Al rondlopend zagen we, bij naderen bestudering van een struik, een prachtige grote spin. Zijn rug leek wel een beetje op een ananas. Om ons niet alleen de mooie dingen van het eiland te laten zien, waren de drie volgende tussenstops gewijd aan de keerzijde van de medaille.
Een mooie grote spin, zo groot zie je ze in Nederland niet

Er is op Sal, ondanks de welvaart die het toerisme met zich meebrengen, helaas nog veel armoede. Dit wordt mede veroorzaakt door de politieke keuzes die de overheid maakt. Daarnaast ook het gegeven dat er geen structuur is en er geen organisaties zijn die voorzien in de basisbehoeften zoals woningen, water, eten en scholing.
De oude boeren bij elkaar omringt door geiten, kippen, eenden,
 kalkoenen, een enkele koe en honden
Er zijn wel wat Europese projecten die er voor gezorgd hebben dat er goede woningen zijn gekomen. Echter de huur van deze woningen is door een groot deel van de bevolking niet te betalen. De eerste stop betrof een boerderij die in het verleden veel planten voor tuinen en voedsel produceerde. Doordat het klimaat de laatste 20 jaar sterk is veranderd, het is steeds droger geworden op Sal, zijn de opbrengst sterk terug gelopen waardoor de boeren er een armoeding bestaan aan overhouden. De mensen zijn nu oud en leven op de rand van een de maatschappij. Men heeft wel een eigen waterput waar voorheen met een windmolen het water mee naar boven werd gebracht. Deze is ondertussen versleten en vervangen door een dieselpomp waar men zeer zuinig op is. Om de dieselpomp te kunnen starten moet men wel eerst 15 meter afdalen langs een gammele trap. De volgende stop betrof een klein schooltje met 80 kleine kinderen in verschillende leeftijdscategorieën, waaronder baby’s. Hier worden de kinderen ondergebracht van arme ouders die in het zuiden van het eiland werken in de luxe resorts.
De grootste lol als ze samen met ons op de foto mogen

Hier is armoe troef en men is voor het eten van de kinderen afhankelijk van de bijdragen van de toeristen. De aanwezige volwassenen zijn allemaal vrijwilligers, waarvan er één een beetje Engels spreekt en de rondleiding doet. Het maken van foto's is hier niet toegestaan. Een honderd meter verder troffen we een tweede schooltje aan waar ook echt les werd gegeven aan kinderen van verschillende leeftijdscategorieën. Dit schooltje is enige jaren geleden opgezet door een Duitse dame die hier op vakantie was. Het zag er dan ook beter uit dan het eerste schooltje. Nu staan er tafels, stoeltjes, banken en men heeft schriftjes en schrijfgerei. De kinderen krijgen hier tevens één goede voedzame maaltijd per dag. Maar ook hier is men deels afhankelijk van de giften van toeristen die langs komen. Ter voorkoming van het verdwijnen van geld vraagt men je hier je donatie te vermelden op een lijst. In het laatste schooltje wilde de kinderen zelf graag met ons op de foto. Met toestemming van een leerkracht mocht dit dan voor deze keer. Na het nemen van de foto's wil elk kind graag even zien hoe ze er op de foto opstaan. Hieronder enige foto’s voor een impressie van de keerzijde van het eiland.
Links onder is het eerste schooltje, rechts boven één van de woningen, de rest is opgenomen bij de boerderij
De volgende stop betrof een krater waarin zich een zoutmeer bevindt. Hier wordt al vele tientallen jaren zout gewonnen, zowel wit als roze zout. Nadat je entreegeld hebt betaald loop je via een tunnel door de bergwand van de krater om de krater zelf te betreden.


De tunnel met uitzicht op de zoutvelden
De bodem van deze krater ligt onder de zeespiegel, zodat men met een eenvoudige pomp het water in de krater kan laten lopen. In het verleden werd het zout via een kabelbaan naar de vissershaven aan de zee getransporteerd, zodat het vanaf daar verder vervoerd kon worden. Zowel de kabelbaan als de haven is nu in onbruik geraakt omdat het zout heden ten dage met vrachtwagens vervoerd wordt naar de haven van Palmeira. Men heeft wat neveninkomsten uit een daar gebouwd restaurant en van het feit dat een deel van de krater nu gevuld blijft met water zodat je een bad kunt nemen.
Het water is 27 keer zo zout als normaal zeewater.
Lekker dobberen in de zoute gelei
Zo blijf je dus drijven en kun je rustig in het water gaan zitten. Hier hebben we wel lol gehad, mede omdat zwemmen helemaal niet zo eenvoudig is als je zo hoog op het water ligt. Na afloop zijn er, direct naast het restaurant, douches met zoet water zodat je het zout van je lichaam kunt spoelen. Zoals te verwachten moet je ook hiervoor betalen. Heerlijk om dit eens mee te maken, dit hadden we echt niet willen missen. Na een kleinen tussenstop in de hiervoor vermelde vissershaven, waar nog steeds vis aan wal wordt gebracht, werden we naar een punt van het eiland gebracht waar zich veel kleine haaien bevinden, in dit geval citroen haaien. Ze zwemmen in ondiep water tussen en langs je benen, een prachtig gezicht.
Voor ons de eerste keer dat wij tussen de haaien in staan, echt kikken

Als laatste tussenstop zijn we nog even naar het strand van Santa Maria gereden. Hierbij kom je langs diverse grote hotels en resorts. Er zijn resorts bij waar meer dan 3.000 toeristen vertoeven. Hier komen nagenoeg alle toeristen naar toe.
Het eiland Sal met Espargos in het midden
Na afloop van de tour hebben we gezamenlijk heerlijk gegeten in ons restaurantje nabij de haven in Palmeira. Zo lopen de dagen in elkaar over en komen we op het moment dat we weer gaan vertrekken naar Boavista. 
De laatste avond tijdens een biertje en wat eten met de Rebel en de Zwerver, komen er allemaal mooie, soms sterke, verhalen naar boven over al die belangrijke leermomenten die alle zeilers meemaken. Morgen gaan we gezamenlijk anker op en vertrekken we voor een dag zeilen naar het eiland Boavista naar het plaatsje Sal Rei, het meest oostelijke eiland van deze archipel.