woensdag 3 april 2024

Afscheid van de Ikinoo

De Ikinoo voor anker in een baai in Griekenland.
En dan, dan is het helaas zover, we nemen afscheid van onze trouwe Ikinoo, nog een laatste maal schoonmaken, nog een laatste nachtje slapen, nog een laatste keer van boord stappen, nog een allerlaatste keer een blik op haar ons zo vertrouwde blauwe romp en haar prachtige lijnen. Vergeten zullen we haar nooit, ze bracht ons in ruim 7 jaar tijd veilig en comfortabel rond de wereld, zonder dat ze ons ooit in de steek heeft gelaten. Jammer maar onze wereldreis eindigt hier in Cartagena in Spanje. Maar nu even een stapje terug, terug naar het begin van onze reis en het avontuur met onze Ikinoo.
De Ikinoo onder zeil met op het dek nog de oude kotterfok.
Zoals wel vaker het geval was, zaten we op een zondagmorgen in maart 2012 met z’n tweeën aan de eettafel in ons huis in Alphen aan den Rijn. We keken naar zeiljachten van over de gehele wereld, op zoek naar ons droomschip. De Ikinoo hadden we al een aantal keren gezien maar ze was voor ons veel te duur. Dit keer was het Sonja die haar op Internet weer opzocht. Ze stootte mij aan en zei, kijk nou eens, de prijs is met enige tienduizenden Euro’s gezakt, ze zit nu binnen ons budget. Nog dezelfde week zochten wij contact met de eigenaren en zo kon het gebeuren dat ik op het vliegtuig stapte voor een vlucht naar Grand Canaria. Daar lag de Ikinoo namelijk afgemeerd in de grote jachthaven van Las Palmas.
De Ikinoo op haar eerste zomer ligplaats in de Buyshaven
 in Enkhuizen.
Ik had met Walter en Annerie, de eigenaren, afgesproken dat ik 3 dagen zou overkomen en dat ik bij hen op de boot kon blijven slapen. Om een heel lang verhaal kort te houden, toen ik terug vloog was de koop rond en waren wij de nieuwe eigenaren. Wel met de voorwaarden dat zij de Ikinoo zouden afleveren in een jachthaven naar onze keuze in Nederland en dat de Ikinoo gekeurd zou worden. Vanaf dat moment begon er voor ons een spannende tijd, ons huis moest verkocht worden zodat we met het geld uit ons huis en al onze spaarcenten de Ikinoo konden betalen.
Het tekenen van het contract met op de foto Annerie.
Een makelaar was snel gevonden en voordat we het goed en wel besefte was ons huis al aan de eerste de beste geïnteresseerde verkocht. We verhuisden alle spullen naar een appartement van 80m2 op de 11e etage, waarbij we een groot deel van de inrichting via marktplaats verkochten. Op 1 augustus van dat jaar zaten we bij Walter en Annerie aan de tafel in de Ikinoo om het koopcontract te ondertekenen. Ze namen met pijn in hun hart afscheid van de Ikinoo, voor hen stopte het zeilersbestaan. Voor ons begon het avontuur pas. Gelijk het eerste weekend gingen we vanuit de Buijshaven, onze thuishaven voor de komende jaren, met haar zeilen op het IJsselmeer.
De Ikinoo op haar winterligplaats in de Buyshaven
van Enkhuizen.
Het grootzeil werd gehesen, de Yankee werd uitgerold en ook de kotterfok werd bijgezet. Met veel te veel zeil gingen we het IJsselmeer op. Na een aantal spannende uurtjes waren we moe maar voldaan weer terug op ons plekje. De daaropvolgende vier jaar waren we bijna elk weekend op de Ikinoo, ook in de winter als al onze nieuwe vrienden hun boot in de winterstalling hadden staan. We zeilden zo veel mogelijk en maakte tripjes naar België en de Oostkust en de Zuidkust van Engeland.
Ontspannen achter het roer bij één van onze 
tochtjes op de Noordzee.
Jaren waarin we de Ikinoo beetje bij beetje leerde kennen. Jaren ook waarin we de Ikinoo aanpaste aan onze wensen. Zo kwam er bijvoorbeeld een rolreefinstallatie voor de kotterfok, werd de Spinaker ingeruild voor een Halfwinder en kwamen er nieuwe matrassen en bekleding van de salon. De lijst is te lang om op te noemen, maar steeds meer werd het onze Ikinoo. En dan, na avonden, weken, maanden en jaren van plannen en het onderzoeken van, wanneer hebben we genoeg gespaard om te vertrekken, want we zijn tenslotte nog geen 67 jaar, nemen we een besluit. In de zomer van 2016 vertrekken we. Het besluit wordt ingegeven door het feit dat Sonja van haar werkgever onverwacht een goed pensioenaanbod krijgt om de resterende tijd tot aan haar pensioengerechtigde leeftijd te overbruggen. Daarnaast levert mijn pensioenpot ook een leuke uitkering op, waarbij ik de eerste 10 jaar meer laat uitbetalen dan de rest van mijn leven.
Nog een laatste toast met familie en vrienden, daarna werden
de lijnen losgegooid voor het grote avontuur.
Hierdoor hebben we in ieder geval een goed basisinkomen. De rest moet aangevuld worden uit ons spaartegoed. Na een prachtig afscheidsfeest met alle familie, vrienden en collega’s, nemen we op 16 juni 2016 afscheid van iedereen en kiezen we het ruime sop naar onbekende bestemmingen, maar allereerst op weg naar onze eerste stop in Dover. Gelijk de eerste dag werd het al heel heftig omdat er geheel onverwacht 7 Bft wind stond met uitschieters naar 8-9 Bft en de daarbij behorende korte en hoge golven die de Noordzee zo berucht maakt.
Een gelukstreffer bij het nemen van een foto, zo'n mooie foto
Een prachtige herinnering aan de Golf van Biskaje.
Hadden we dat maar vast gehad. De maanden daarop zeilden we via de zuidkust van Engeland, de Golf van Biskaje, Spanje, Portugal en Marokko naar de Canarische eilanden. Vooral de Golf van Biskaje was een belevenis, de eerste meerdaagse oversteek en de eerste keer dat we een walvis zagen. Ook de eerste keer dat we een prachtige foto van een dolfijn namen. Aangekomen in Las Palmas beleefden we samen even een dipje. Sonja stelde mij voor de keuze, of we blijven een jaar op de Canarische eilanden om tot rust te komen of ik stap hier af.
Nieuwjaarsdag in Las Palmas bij 28 GrC.
Voor haar was de reis tot nu toe te gehaast, nergens bleven we lang genoeg om veel te bekijken en te genieten van ons nieuwe leven. De keuze was natuurlijk snel gemaakt, ik wilde samen met haar de wereld zien en niet alleen, dus bleven we een jaar op deze prachtige Spaanse eilanden. We hebben er genoten van het weer, de mensen, onze nieuwe vrienden, het wandelen in de bergen en het rondzeilen tussen de eilanden. 
We waren gelukkig niet de enigen die een jaar bleven hangen. Hier leerden we nieuwe vrienden voor het leven kennen zoals Diederik en Nicolle van de Zwerver en Wijnand en Marlies van de Ocean Goose. Daarnaast natuurlijk nog veel meer mensen waarmee we in de daaropvolgende jaren contact onderhielden.
Samen met Kees en Trees in een zoutmeer op het eiland Sal.
In september 2017 vertrokken we voor ons gevoel voor de tweede keer, maar nu vanuit de jachthaven van Las Palmas. Via Tenerife en La Comera, kwamen we aan in de jachthaven van Tazacorte op La Palma. Ook hier genoten we van de zeilersgemeenschap, die bestond uit een grote groep Nederlanders, Duitsers, Engelsen en Scandinaviërs. Hier leerden we ook Kees en Trees van de Rebel kennen, waarmee we vanaf daar een periode hebben opgetrokken en later altijd wel wat contact hebben onderhouden. Prachtige mensen.
Regelmatig vangen we Mahi-Mahi, een heerlijke
vis om te eten.
En dan, toen was het zover, onze grootste oversteek tot nu toe. We vertrokken vanuit Tazacorte op La Palma naar het plaatsje Palmeria op het eiland Sal, een van de eilanden van de Kaap Verden. Voor het eerst 8 dagen onafgebroken zeilen, ook de tocht waarbij we voor het eerste de windvaan gebruikten. Wat zeilt dat prachtig als de motor niet draait en ook de stuurautomaat is uitgeschakeld, er heerst dan een complete rust en het enige geluiden die je nog hoort zijn het geluid van de Ikinoo die zich door de golven klieft en de wind door het wand. Voor het eerst waren we ook serieus aan het vissen en niet onverdienstelijk. Regelmatig vingen we een Mahi Mahi of ook wel Goudmakreel genaamd, die prachtig wit vlees oplevert. Vooral de mannetjes zijn, met hun stompe kop, heel indrukwekkend. Er stond dus regelmatig vis op het menu.
Onze boat boy op Sao Nocolau, hij paste op onze dinghy als we
aan land gingen en bracht ons verse vis die hij zelf had gevangen.
De aankomst voelde overweldigend, we hadden het gedaan, 8 dagen en nachten non-stop gezeild. Helaas maakte ik bij het ankeren een klein foutje waardoor het anker achter een kabel bleef hangen. De kabel stond duidelijk op de kaart, maar ik had gewoon niet goed gekeken, een echte beginnersfout dus. We hadden een duiker nodig om ons te bevrijden. De tweede keer ging het gelukkig wel goed. Samen met de Rebel zeilden we een aantal weken langs de diverse eilanden van de Kaap Verden. Uiteindelijk belanden we allebei in het plaatsje Mindelo op het eilandje Sao Vincente. Dit werd onze springplank naar Suriname. Opnieuw gingen we een nieuwe uitdaging aan, een overtocht van 2.100 nm die we in 15 dagen hebben afgelegd.
Squals zijn op de radar duidelijk zichtbaar, de rest van onze 
wereldreis hebben we dankbaar gebruik van gemaakt.
Deze overtocht liet ons voor het eerst kennismaken met Squalls, tropisch buiensystemen waarin verraderlijk veel wind en regen kan zitten. Zo hadden we twee squalls na elkaar, waarbij zelfs met het grootzeil op het derde rif en de kotterfok voor de helft weggedraaid, we nog te veel zeil hadden staan. Het schuim van de golven vloog horizontaal door de lucht. De windvaan hield ons gelukkig op koers en deed onverdroten stil zijn werk. We begonnen hem steeds meer te begrijpen en te waarderen. Dit was ook de tocht waarbij er al zeilend voor het eerst wat serieus kapotging.
Bij het lopen van mijn controle rondje, vond ik de moer en de
ring van de neerhouder op het dek. Dus repareren maar.
Het blok van de Genua rail explodeerde en verdween in zee. Met een noodoplossing konden we verder zeilen. De aankomst in Suriname was geweldig, je ervaart het al als je de Suriname rivier opvaart. De geuren van het land, de natuur waar je doorheen vaart, prachtig. Suriname werd een van onze hoogtepunten van onze wereldreis. In de weken dat we hier waren, maakten we met z’n achten en het hondje Sjefke, een tocht naar de binnenlanden van Suriname. Met een vliegtuigje voor 12 personen, werden we gedropt op het laatste vliegveldje voor de grens met Brazilië.
Onderweg met onze Korjaal op de Suriname rivier.
Vanaf daar kun je alleen nog maar via de rivieren verder stroomopwaarts. Zodra we waren geland, werden we door onze gids met een Korjaal (een boomstamkano met buitenboordmotor) opgehaald. Via de rivier belanden we in een klein dorpje. Hier heeft een bewoner diverse kleine hutjes gebouwd waar passerende toeristen kunnen slapen. Zodra we deur van ons hutje opendeden, werden we verwelkomd door een grote spin van bijna 10 cm, geen kleine jongen dus. Met een bezem veegde de gastheer de spin naar buiten, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
Een jong meisje uit het dorpje met haar zoontje. 
Zij gaf toestemming om deze foto te maken.
Er was ook een overdekte verblijfsruimte aanwezig, waar we wat konden drinken en waar alle maaltijden werden geserveerd. Hier kregen we uitleg over de bewoners en hun gebruiken. Zo is het bijvoorbeeld niet toegestaan te fotograferen omdat een groot deel van de bevolking nog zeer bijgelovig is als het gaat om geesten en dergelijke. Ook lopen nog veel kinderen naakt rond, omdat de ouders geen geld hebben voor kleding. Wat we niet verwacht hadden was dat de meeste mensen en kinderen nog nooit een hond hadden gezien, Sjefke was dan ook de bezienswaardigheid van de dag.
Een  heerlijke avond in Grenada met een prachtige Steelband.
Dichter bij het Caribische gevoel kom je niet.
We hadden hier een prachtige tijd, die werd afgesloten met een 2-daagse tocht met een Korjaal over de Suriname rivier om zo weer terug te komen in de bewoonde wereld. Na onze terugkomst op de Ikinoo, kwamen ook nog goede vrienden op bezoek waarmee we Suriname 10 dagen hebben verkend. Eind januari verlieten we Suriname voor onze tocht naar de Caribische eilanden. Gedurende de daaropvolgende vijf maanden zeilden we langs een groot deel van de Caribische eilanden. Voordat het orkaanseizoen aanbrak, verlieten we het Caribische gebied en voeren via de Los Roques eilanden naar de ABC-eilanden.
Het belangrijkste dorpje op het hoofdeiland van Los Roques.
Los Roques is een eilandengroep behorende bij Venezuela en echt een vergeten paradijs. Veel zeilers slaan deze eilandengroep over om direct naar de ABC-eilanden te varen. Niet doen, Los Roques is vele malen mooier, interessanter, rustiger en schoner dan de ABC-eilanden. Bonaire heeft voor Sonja een hele vieze nasmaak gekregen. Ze was al een aantal dagen niet lekker. Dus bezochten we een huisarts, die haar, na wat onderzoek, een medicijn voorschreef. Ze knapte niet op, erger nog, het ging steeds slechter met haar.
Onderweg naar Colombia kregen we nog een prachtige show 
van een passerende groep dolfijnen.
Hierdoor kwam ze uiteindelijk in het ziekenhuis terecht. Lang verhaal kort gemaakt, ze had deze medicijnen nooit mogen gebruiken omdat deze zeer slecht waren voor haar lever. Haar lever had dus een zware klap gekregen waardoor de leverwaarden heel slecht waren geworden. Opnieuw had ze weer op het randje gezeten. Gelukkig is het een katje met negen levens. Via Bonaire, Curaçao en Aruba kwamen we uiteindelijk in Santa Marta in Colombia aan. Dit was voor Sonja één van de hoogtepunten van de reis. Colombia is een prachtig land om, met het openbaarvervoer, te verkennen. Het OV is zeer goed georganiseerd en veelal wordt er in moderne bussen gereden.
Een van de gezelligste eettentjes vlak bij de jachthaven.
Heerlijk buiten genieten van medium gegrilde Baby Beef.
Wij vlogen met z'n zessen. voor een 10-daagse reis, met het vliegtuig vanaf Santa Marta naar Bogota waar we een aantal dagen bleven om vervolgens met de bus verder te reizen naar Solento, Medellin, de stand van Pablo Escobar, en aansluitend weer terug naar Santa Marta Het is een indrukwekkend land met een prachtige natuur, een hele rijke geschiedenis en schitterende steden. Maar wat het vooral zo prachtig maakt zijn de bewoners van Colombia. Je merkt dat er nog volop wordt gestreden tegen het verleden met Pablo Escobar, en dat men de nieuwverworven vrijheden omarmd. Vooral de jongere generatie werkt hard aan de toekomst van Colombia.
Het uitzicht op Cartagena vanaf onze ankerplek in de baai.
We maakten ook nog een soort tweede huwelijksreis van een paar dagen naar Cartagena. Wat een prachtige stad is dit met geweldig veel cultuur en mooie gebouwen. Via de eilanden langs de kust van Colombia, belandden we uiteindelijk in de San Blas-eilanden. Een eilandengroep bestaande uit 357 eilanden voor de kust van Panama. De eilanden worden bewoond door de Kuna Yala indianen. Het bijzondere aan deze indianen is, dat het voor deze bevolkingsgroep niet is toegestaan om met een persoon van buiten de eigen gemeenschap van de Kuna Yala indianen te trouwen.
Het meest gebruikte vervoermiddel van de Kuna Yala indianen
is deze kano, gemaakt uit één boomstam. Ook overdag dragen 
de vrouwen de meest kleurrijke gewaden. 
Hierdoor blijft hun cultuur wel zijn eigen entiteit behouden maar zie je helaas ook regelmatig Albino’s rondlopen, een teken dat men last heeft van inteelt. Een aantal weken maakten we onderdeel uit van deze gesloten gemeenschap, wat een prachtige cultuur hebben deze mensen. Als aandenken hebben we twee mola’s gekocht, die altijd aan de wand hebben gehangen in de Ikinoo en die een nieuw plaatsje gaan krijgen in ons nieuwe huis. Mola’s zijn een speciaal, kleurig textielontwerp die door de vrouwen van de Kuna Indianen met de hand worden gemaakt.
De crew van de Ikinoo voor het passeren van het Panamakanaal.
Dan een nieuw hoogtepunt, we voeren met de Ikinoo door het Panamakanaal, met ondersteuning van onze beste vier vrienden. Het gaf een heel apart gevoel als je de laatste sluis doorkomt en je beseft dat je de Atlantische oceaan achter je hebt gelaten en dat je nu de Pacific opvaart. De wereld van Panama tot aan Nieuw-Zeeland bestaat hoofdzakelijk uit water met hier en daar een eilanden groepje. Op een wereldbol kun je dit goed zien. Een week nadat vrienden van ons waren vertrokken naar Hiva Oa, één van de eilanden van de Marquesas eilandengroep, gooiden ook wij de lijnen los voor een zeiltocht van 4.100 nm of anders gezegd 7.600 km.
Na een dagje vissen stond er dus gegrilde vis op het menu.
Het zou een heel speciale tocht worden omdat, na enige dagen, onze motor vreemde geluiden begon te maken en we haar niet meer wilde gebruiken tot het moment van aankomst. Zo voeren we dus 35 dagen lang onafgebroken over deze immense oceaan, waarbij we twee keer een vrachtschip, één keer een vissersschip en één keer een zeiljacht zijn tegengekomen. Een hele lege zee dus zonder veel scheepsvaartverkeer. Onderweg zagen we wel veel dieren, een Sperm whale of Potvis van 18 meter, een groep pilot whales en natuurlijk duizenden dolfijnen en schitterend zwevende zeevogels.
De aankomst op Hiva Oa van de Ocean Goos.
Na 35 dagen riepen we via de marifoon onze vrienden op de New Nexus op, in de veronderstelling dat zij al waren gearriveerd, om hen om hulp te vragen bij het ankeren aangezien wij een defecte motor hadden. Zij waren tenslotte een week eerder vertrokken. Helaas, er kwam geen reactie, wat achteraf ook wel logisch was, want zij waren nog onderweg. Toch maar de motor gestart, die er helaas na twee minuten mee ophield. Buiten de haven hebben we toen het anker met de hand naar buiten gebracht en lagen we na 35 dagen op zee, weer vast achter ons anker.
Het graf van Jacques Brel, op elk steentje staat
naam of lieve woordjes
Onze vrienden op de New Nexus arriveerden een week na ons, dus in plaats van 35 dagen waren zij 50 dagen onderweg geweest. Dit met dank aan de windstiltes in de Doldrums. Gelukkig was er op Hiva Oa een Fransman aanwezig die zich bezighoudt met de inspectie van vliegtuigen die hier landen en vertrekken en die ook verstand heeft van scheepsmotoren. Nadat er onderdelen vanuit Tahiti waren ingevlogen, kon hij de motor repareren. Pas later bleek dat hij de oorzaak van het probleem niet had weggenomen, maar daar kwamen we in Tahiti pas achter. We bezochten het graf van de Franse schilder Paul Gauquin en de Belgische zanger Jacques Brel, die beide, haast naast elkaar, zijn begraven op de begraafplaats van het eilandje Hiva Oa. We zeilden langs nog een aantal eilanden van de Marquesas, waarbij ik in Nuka Hiva een prachtige Maori Tattoo heb laten zetten op mijn linker onderarm. De volgende stap was het bezoek aan de Tuamotu Atolls die bestaat uit 78 atollen, met als hoogtepunt het bezoek aan het Fakarava Atol, een atol met nog geen negenhonderd inwoners.
Een bewoner van Kakarava is bezig de gevangen vis schoon te
maken, terwijl de grijze haaien vlakbij zwemmen, wachtend op 
restjes die hij hen toewerpt
Het Atol, met een afmeting van 60x21 km, heeft twee openingen in het rif zitten, de Noord-pas en de Zuid-pas. Vooral deze laatste is wereldberoemd vanwege de grote hoeveelheid haaien die hier leeft. Sonja maakte, samen met vrienden, een tour met de dinghy naar de pas. Zij liet zich, door de ingaande stroming vanaf zee, bovenlangs de honderden haaien weer terugvoeren naar de binnenzijde van het Atol. Onze vrienden deden hetzelfde maar dan op 10-20 meter diepte en voorzien van een duikuitrusting.
De bewoners, vlak bij de Zuid pas van Fakarava, nodigden ons
uit voor een barbecue, waarbij een speenvarken voor ons werd
gegrild. Dit was verreweg de mooiste en gezelligste barbecue
van onze wereldreis
De grote hoeveelheid haaien kon mij niet boeien, anders gezegd ik vond het te eng, een haai blijft een haai voor mij, ondanks alles wat andere mensen hierover zeggen. De volgende stop was het eiland Tahiti, onderdeel van de Society eilanden. Opnieuw moest de motor gerepareerd worden, waarbij ditmaal de onderdelen uit Nederland moesten komen. De warmtewisselaar was gescheurd, waardoor er water in de cilinders was gekomen. Zes weken na aankomst konden we pas weer vertrekken. Via Moorea, Huahine, Tahaa en Bora-Bora zeilden we langs de prachtigste eilanden van de Pacific. Na ons vertrek uit een regenachtig Bora-Bora, voeren we ruim 1.200 nm naar de noordelijkste Vava'u Group van Tonga.
Met dank aan onze kok Tjerk.
De aankomst was eenmalig, we werden verwelkomd door een moeder Bultrug met haar jong. Ze kwamen naar ons toe gezwommen en doken vlak naast ons onder, om onder de Ikinoo door te zwemmen. We zagen de dieptemeter even kort verspringen. Wat een schitterend welkom. We voeren hier samen met de New Nexus en de Ocean Goos een aantal weken rond. Onderweg hielden we op één van die dagen een viswedstrijd, waarna we de gevangen vis inleverden bij Tjerk op de New Nexus. ’s-Avonds had hij de vis verwerkt tot diverse visgerechten, waaronder sushi, sashimi en kibbeling. Een prachtige avond achter ons anker in the Middle of Nowhere. Om van Tonga naar Nieuw-Zeeland te zeilen heb je echt een goed weervenster nodig. Wij vertrokken vanuit Nuku’alofa, de hoofdstad van Tonga, met een prachtig weervenster. De voorspelling was de eerste paar dagen een noordelijke wind met een kracht tussen de 20-25 kn, richting Nieuw-Zeeland afnemend naar 10-15 kn. Hoe anders is het verlopen. We zeilden vroeg in de ochtend, rond 05:00 uur van de derde dag, langs de twee Minerva riffen.
De eerste 2 dagen hadden we nog prachtige
zeilcondities. De derde dag werd geheel anders.
Er lagen daar op dat moment al 29 jachten voor anker. Nadat we ze waren gepasseerd, haalde ik via de SSB-radio de weersvoorspellingen op voor de komende 6 dagen. In eerste instantie geloofde ik mijn ogen niet, dus de informatie nog maar een keer opgevraagd. Daar veranderde niets aan, het weer was drastisch omgeslagen. Er kwam een front op ons af met veel regen, een grote windschifting en gewoon heel veel wind. Nadat dit tot ons was doorgedrongen, wijzigden we de koers naar bijna pal zuid, wat een koers inhield met de wind schuin van achteren uit het noorden. Deze koers zouden we vasthouden tot het moment dat het front zou overkomen. Het front kondigde zich aan met heel veel regen een toename van de windkracht naar 30 kn en vlagen daar ver overheen. Zodra de windschifting plaatsvond, hierbij ging de wind van noord naar zuidwest verlegden wij onze koers en zeilden vervolgens scherp aan de wind in westelijke richting. Met het grootzeil op het derde rif, de kotterfok bij en de yankee een paar vierkante meter uitgedraaid, zeilden we verder.
Tijdens het zware weer kregen we problemen met de windvaan.
Het slipte als we van een grote golf af doken. Een lijmtang 
voorkwam dit slippen. Een zeiler moet af en toe creatief zijn.
In het begin was de zee één grote heksenketel, waarbij zich de golven op basis van de nieuwe windrichting snel opbouwden. We leken af en toe wel een onderzeeër, zo ver dook de romp de golven in. Het water kwam massief over het doghouse heen. Aan het einde van de dag hebben we de Ikinoo, voor de eerst keer tijdens deze wereldreis, bijgelegd om even op adem te komen en wat te eten en te drinken. Na een uurtje waren we wat bijgekomen en zeilden we verder. We hadden nog 800 nm voor de boeg die we continu over één boeg scherp aan de wind zouden moeten zeilen. In de loop van de dagen nam de wind af en moesten we zelfs de laatste dag op de motor varen door gebrek aan bruikbare wind.
We werden heel warm onthaald in Nieuw Zeeland. Een week
vol met festiviteiten waaronder dit welkom door de Maori's.
Dit was van onze wereldreis de meest uitdagende overtocht. Later hoorden we dat de meeste jachten dit front bij het Minerva rif hebben afgewacht en pas één of twee dagen later zijn vertrokken. Ook was er een zeiljacht vergaan, waarbij de schipper was verdronken en de rest van de bemanning door de kustwacht was gerede. In de jachthaven van Opua werden we goed opgevangen door de lokale autoriteiten. Men had zelfs een feestweek georganiseerd voor de aangekomen jachten met verschillende activiteiten en borrels.
De toegang tot de Marina was strikt beperkt tot de zeilers die er
woonden op hun jacht.
Een week later kwamen we tot de conclusie dat onze motor, zonder heel veel kosten, niet meer was te repareren. Het besluit was genomen, er moest een nieuwe motor in, we moesten namelijk nog de halve wereld rond om terug in Nederland te kunnen komen. De uitbraak van de Covid-epidemie zorgde er echter voor dat wij in mei 2020 niet konden vertrekken. We zaten door de Covid-epidemie voor 2,5 jaar vast in Nieuw-Zeeland, alle landen om ons heen hielden de grenzen krampachtig gesloten, wachten was wat ons betreft dus de beste optie.
Ana en Sorin, nieuwe vrienden voor het leven.
Nieuw-Zeeland heeft in die 2,5 jaar wel onze harten gestolen, we zouden er zo kunnen gaan wonen, zeker in Whangarei, ware het niet dat het te ver weg is van onze kinderen en kleinkinderen die in Nederland wonen. In Nieuw-Zeeland hebben we veel gereisd met de auto en ook regelmatig gezeild langs de kust van het Noorder Eiland. Wat een prachtig land is dit, wat een schitterende natuur, prachtige mensen, leuke steden en een rijke geschiedenis. Zeker het bezoeken waard. De periode in Nieuw-Zeeland was één van de meest gezelligste van onze wereldreis.
De Ikinoo in de jachthaven van Nouméa op Nieuw Caledonié
In 2022 gingen de grenzen gelukkig weer open en vervolgden wij onze reis met de Ikinoo. Met drie Nederlandse boten tegelijk verlieten wij Opua om koers te zetten naar Nieuw-Caledonië. Opnieuw een uitdagende tocht die echter veel beter verliep dan de tocht naar Nieuw-Zeeland toe. In de maanden daarna zeilden we via Nieuw-Caledonië, de Oostkust van Australië, naar Indonesië. Om dit immense land te kunnen bezichtigen, hadden we ons aangesloten bij een Rally. Wij voeren een route die ons langs de meest bijzondere plaatsen bracht.
Soms was het heerlijk relaxt zeilen langs de Oostkust van
Australië, de meeste tijd was het echter hard aan poten met
veel wind en stroming.
Voor ons kende dit deel van de wereld een aantal hoogtepunten, het zwemmen met Walvishaaien, de reis naar het binnenland van Borneo om de Orang-oetans te bezoeken en het ontmoeten van deze prachtige hartelijke mensen. Tijdens ons bezoek aan Flores, kregen we te horen dat het ministerie van toerisme de route had aangepast en het plaatsje Bakau niet zou worden aangedaan. Wij vonden dit geen goed plan, omdat de geplande route langs een vissersplaatsje zou gaan, wat bekend staat om de aanwezigheid van Walvis haaien.
's-Morgens vroeg arriveerden we bij een visplatform.
We hebben dan ook de rally verlaten en zijn op onszelf naar het plaatsje Bakau op het eiland Sumbawa gezeild. Daar troffen we bij toeval een lokale gids aan, met een universitaire opleiding, die vloeiend Engels sprak. Hij heeft voor ons een trip georganiseerd naar de voederplaats van de Walvishaaien. In deze uitgestrekte baai leven veel van deze grote haaien. Ze hebben in de loop van eeuwen een speciale band ontwikkeld met de lokale vissers. Hier wordt er gedurende de nacht gevist vanaf visplatforms. Tijdens het vissen wordt er gril, als bijvangst, boven water gehaald. De vissers sparen deze gril op in emmers.
Zwemmen met Walvishaaien, wat wens je nog meer?
Als de zon opkomt en men stopt met vissen, geven ze deze gril weer terug aan de zee. Dit is het voedsel voor de Walvishaaien. Die komen dus elke ochtend naar de visplatforms toe om deze gril op te eten. Onze gids nam ons met een lokale boot mee naar één van deze visplatforms. Daar hebben we dik een uur in het water gelegen en met deze haaien gezwommen. Dit was een van de meest emotionele ontmoetingen met dieren van onze wereldreis. Zo heel bijzonder om met haaien van 9-12 meter te zwemmen. Als ze hun bek opendoen om de gril te vangen, heb je het gevoel dat er zo in kunt zwemmen, zo groot is hun bek.
Op een rivier "cruiseboot" door de binnenlanden van Borneo.
Nadat we terug waren op de Ikinoo, hebben we onze reis voortgezet naar het eiland Lombok. Het tweede hoogtepunt was ons bezoek aan Borneo of zoals men het nu noemt Kalimantan. Dit is het grootste eiland van de Indonesische archipel. We voeren met de Ikinoo de Kumai rivier op tot aan het plaatsje Kumai. Daar legden we Ikinoo voor anker. Een paar dagen later voeren we met de bemanning van 3 jachten met een speciale smalle boot de jungle in.
Hiervan smelt ons hart, is het geen schatje?
Naast de 6 gasten hadden we schipper, een gids, een kok en een hulp aan boord. Zodra we de Kumai rivier verlieten ,keken we onze ogen uit naar alles om ons heen, de prachtigste vogels en de diverse soorten apen. Na een aantal uren varen, legde de schipper de boot aan bij een research compound. De gids vertelde ons diverse weetjes over de Orang-oetans. Doordat er grote delen van Borneo ontbost zijn voor de palmolie productie, blijft er steeds minder bos over voor de dieren. Hierdoor vluchten de dieren naar gebieden die nog wel bebost zijn.
Een moeder met kind, rustig wachtend totdat het mannetje
toestemming geeft dat ook zij mogen gaan eten.
Het aantal dieren per oppervlakte neemt dus toe, waardoor er onvoldoende voedsel is voor de grotere dieren. Vanaf diverse plekken worden ze om die reden bijgevoerd door de mensen. De daaropvolgende 3 dagen bezochten we diverse van deze voederplaatsen om de Orang-oetans te kunnen bewonderen. Het is heel bijzonder hoe deze sociale dieren met elkaar omgaan en voor elkaar zorgen, het lijken wel mensen. Ook dit was weer een van die emotionele momenten die je nooit meer vergeet.
Een mega waterhoos, gelukkig bleef hij ver weg van ons.
Nadat we waren teruggekeerd, zette we onze zeilreis voort. Die tocht staat nog steeds in ons geheugen gegrift. We kregen onderweg veel wind en regen, maar wat ons is bijgebleven is de gigantische waterhoos die naast onze Ikinoo ontstond, zo’n grote hebben we nog nooit gezien, het leek wel een tornado. Heel indrukwekkend maar vooral heel gevaarlijk, als hij ons had geraakt was het einde oefening geweest voor zowel de Ikinoo als zijn bemanning. De rest van de reis hebben we haast geen wind meer gezien, tot aan Maleisië werd de motor dan ook volop gebruikt. In Maleisië maakten we de Ikinoo klaar voor de tocht over de Indische oceaan en de Rode Zee, ze kreeg nieuwe antifouling en een nieuwe ankerketting.
Best spannend als er opeens een vissersboot achter je aan 
komt. Gelukkig zijn ze blij met wat Coca-Cola, een pakje
koekjes en wat sigaretten.
De eerste oversteek was vanaf het eilandje Langkawi naar de Malledieven. In het begin hadden we veel regen, maar daarna werd het een prachtige zeiltocht. Van de Malledieven hadden we ons meer voorgesteld. Dit was echt één van de grootste tegenvallers van onze wereldreis. Je bent hier als zeiler absoluut niet welkom. De mooiste eilanden zijn geprivatiseerd en voorzien van prachtig luxe resorts. Luxe motorboten zijn welkom en kunnen een boei krijgen waaraan ze vast kunnen gaan liggen, zeilers willen ze echter niet in hun achtertuin. We hebben het wel geprobeerd, maar vergeet het maar.
Zo kennen we de Malledieven, zon, strand en palmbomen..
Ook van andere zeilers hoorden we dezelfde verhalen. Het eiland waar we voor ankerlagen was echter uitstekend. Hele lieve en vriendelijke bewoners, voldoende voedsel om te kunnen inkopen voor een lange reis en ook diesel werd voor ons aangevoerd. De bewoners hadden zelfs op één avond een barbecue georganiseerd voor de zeilers, heel gezellig en gastvrij. Het vervolg van de tocht naar Djibouti zeilden we, vanwege het veiligheidsaspect, in een konvooi met 5 zeiljachten.
Onderweg naar Dijbouti, vingen we de grootste vis van onze 
wereldreis, een Zeilvis van twee meter. wat een gevecht om hem
binnen te halen.
Ook weer een nieuwe ervaring, al kwamen we er wel achter dat de Ikinoo tot één van de snelste jachten behoord, we moesten continu zeil minderen om de snelheid eruit te halen zodat we bij de anderen konden blijven. Wat daarna volgde was de tocht door de Rode Zee, een tocht die we voor 50% konden zeilen en die we voor de andere 50% moesten varen op de motor vanwege gebrek aan wind. Vooral Soedan maakte veel indruk, maar dan in negatieve zin. Als we vanaf de ankerplek aan land gingen leek het wel of dat je in een oorlogsgebied terecht was gekomen.
Het water wordt gebracht met deze kar, de ezel staat even te
rusten in de brandende zon. In de huizen links wonen complete
families.
Geen steen stond nog op de andere steen, elk huis was beschadigd, de wegen zaten vol gaten, een en al armoede. Sonja is op mijn advies niet van boord gegaan omdat het aanzicht van deze immense armoede je niet onberoerd laat. Een van de zeilsters had zelfs haar kledingkast uitgemest en alles wat ze in tijden niet meer had gedragen in een vuilniszak gestopt. Ze heeft deze aan een vrouw gegeven die in één van die kapotte hutjes woonde. Nee dit is geen land wat je wilt bezoeken. Zoals gezegd, het tweede deel van de Rode Zee was wat saai vanwege het gebrek aan bruikbare wind. En als er dan wind stond, loeide het met 30-40 kn door de verstaging en werd de Ikinoo bedekt met zand.
Onze aankomst in Turkije, met op de achtergrond de 
besneeuwde bergen, wat een prachtig onthaal.
Nadat we door het Suezkanaal waren gevaren, voeren we via de Turkse kust, de Griekse eilanden, Sicilië en de Balearen naar Spanje. In Cartagena hadden we een ligplaats gereserveerd. Onze laatste ligplaats, want hier is de Ikinoo verkocht aan een Pools stel die, direct bij aanblik van de Ikinoo, verliefd werden op de boot. Ja, het was een prachtige reis die we helaas vroegtijdig hebben moeten afbreken omdat onze gezondheid ons meer waard is dan nog meer indrukken opdoen.
Een prachtige zonsondergang op Ibiza, dit gaan we zeker missen.
We hadden graag nog een keer de Atlantische Oceaan overgestoken voor het bezoeken van Cuba, Jamaica, Amerika, de Bahama’s en de Azoren, maar dat gaan we in de toekomst wel per vliegtuig doen. Onze reis zit erop, een nieuw avontuur begint. We hebben een villaatje gekocht in de Mazarron Country Club, een huisje met een klein zwembadje in een prachtige villawijk. Hier gaan we een nieuw paradijsje maken waar we vrienden en familie kunnen ontvangen en verwennen. Nieuwe doelen en nieuwe uitdagingen staan voor de deur.
De Ikinoo in haar element, onder vol tuig, heerlijk rustig zeilend
over de grote oceanen van deze wereld. Een beter schip hadden 
wij ons niet kunnen wensen.
En we gaan natuurlijk reizen, met de auto, de trein of het vliegtuig, het reizen zit ons nu eenmaal in het bloed, dat laat je nooit meer los. Reizen brengt je zo veel in het leven, nieuwe culturen, anders eten, omgaan met de natuur en vooral het leren kennen van mensen die je onderweg ontmoet. Nieuwe vrienden maken en afscheid nemen van vrienden behoord nu eenmaal tot het reizen. Ja we zijn blij met wat de reis met onze Ikinoo ons heeft gebracht, maar we kijken ook uit naar wat de toekomst ons nog zal brengen. Aan alle trouwe lezers van ons Blog, het was ons een waar genoegen steeds een nieuw verhaal te schrijven voor jullie, bedankt voor het bezoek aan ons Blog en het lezen van de vele verhalen. Vaarwel Ikinoo, breng de nieuwe eigenaren Tomek en Barbera Borda veilig en comfortabel naar nieuwe bestemmingen.

zondag 19 november 2023

De oostkust van Spanje

Onze eerste ankerplek in Spanje, opnieuw geen wind.
We verlaten Ibiza met een bezwaard hart, hier hadden we nog wel wat langer willen blijven, het werd echter te gezellig en dan is het onze ervaring, wordt het echt tijd om te vertrekken. We halen het anker op en zetten koers naar zee. De bestemming is de oostkust van het vasteland van Spanje. We varen, voor de eerste stop, naar een ankerbaai noordelijk van Cape Negre. Voor de verandering kloppen de weersvoorspellingen vandaag eens wel. Al na een uurtje op de motor gevaren te hebben, komt er bruikbare wind en kunnen we zeilen.
Het uitzicht op de vuurtoren van Cape Negre.
We halen onderweg zelfs snelheden van 7 kn. Pas een uur voor aankomst, komen we onder invloed van het vasteland en draait de wind tegen. De laatste 3 nm varen we op de motor naar de ankerplek voor die nacht. Niet veel later ligt het anker vast in de zandgrond. Tijd voor een ankerbiertje. De volgende dag is het maar een klein stukje naar de jachthaven bij de plaats Calpe. Bij aankomst staat men ons op te wachten om de lijnen aan te pakken. Niet veel later liggen we netjes vast. Tijd om het stadje Calpe te gaan bezoeken. Nadat ik de omgeving wat heb verkend, ga ik samen met Sonja naar de kant.
De start van de stadswandeling is op de Placa Dels Mariners.
Hier staat een treintje voor de toeristen, waarmee we een tochtje maken door Calpe. Onze eerste indruk is dat er wel erg veel hoogbouw is, niet een plaats waar wij zouden willen wonen. Als we terug zijn, kiezen we een terrasje in de zon voor een heerlijk biertje met wat hapjes. De volgende dag wandel ik samen met Wim en Maroesjka naar het centrum van Calpe. De route voert ons langs de kust. In het centrum volgen we een toeristische wandelroute door het plaatsje, waarbij je onderweg dus allemaal leuke plekjes ontdekt.
Een deel van de oude stadsmuur, waarbij er een restaurant
is gevestigd in het linker deel.
Bijna de gehele route is auto vrij. Je slentert dus rustig door allemaal nauwe straatjes en langs terrasjes en, wat nog heet meest belangrijke is, leuke bezienswaardigheden. Bij terugkomst besluiten we nog even wat te drinken, waarbij Sonja zich bij ons op het terrasje voegt. ‘s-Avonds gaan we met z’n vieren uit eten bij een van de vele restaurantjes langs de kust. Het wordt tijd om weer verder te varen. Helaas staat er de volgende dag een wind die de jachthaven in blaast. De combinatie van een zeer krappe aanlegplaats en de strak doorstaande wind, maken het voor ons bijna onmogelijk om te vertrekken.
Een indruk van de wandeling door het oude centrum met veel mooie muurschilderingen en leuke
smalle straatjes en trappetjes.
We blijven dan ook maar een dag langer. De volgende ochtend vertrekken we voor een tochtje naar de ankerplek bij het plaatsje Albufereta. Dit is echt een nietszeggend stukje van de Spaanse kust.
Onze ankerplek bij Isla Tabarca, overdag vol met boten.

We zijn de volgende dag dan ook al snel weer vertrokken. Ditmaal zetten we koers naar een zeer toeristisch plekje, de ankerplek bij het eilandje Isla Tabarca. We zijn gelukkig vroeg vertrokken, onderweg zie ik namelijk op de plotter het AIS-signaal van veel boten die dezelfde kant op gaan. Als we aankomen kunnen we een goed plekje uitzoeken. Binnen een uur stroomt het helemaal vol met zeiljachtjes en vooral veel motorboten. Hier komen de Spanjaarden zelf naartoe met hun schepen, om zich een dagje te ontspannen en heerlijk te eten.
Onze ankerplek bij Isla Tabarca, na het vertrek van de vele
boten is het hier heerlijk rustig.
Er zijn zelfs restaurants bij die een taxi service hebben, waarbij mensen, die een tafeltje hebben gereserveerd, met een RIB van hun boot worden opgehaald en teruggebracht. Vlak voor de schemering vindt er een grote uittocht plaats en blijven we met vijf boten voor anker over. De drie dagen dat we hier liggen, is het scenario iedere dag hetzelfde. Wel heel gezellig. Zelf gaan we ook een keer aan de kant eten, wat echter niet veel voorstelt. Ook maak ik nog een wandeling, waarbij ik in twee uur tijd het gehele eiland rondloop.
Een impressie van de wandeling rond het eiland, vooral het dorpje is het bezichtigen waard.
Na drie dagen houden we het voor gezien en varen we verder naar de ankerplek bij de plaats Torrevieja.
Onze ankerplek bij Torrevieja, een prachtige plek om te liggen.
Net zoals bij de voorgaande tochten, staat er opnieuw geen wind, dus varen we alles op de motor. Bij de plaats Torrevieja zijn drie jachthavens die door twee grote strekdammen worden beschermd. Echter binnen de strekdammen is ook voldoende plaats om te ankeren. Je ligt hier heel goed beschermd tegen alle windrichtingen. Nadat we voor de tweede keer hebben geankerd, bij de eerst plek werden we weggestuurd omdat te veel in het vaarwater van de schepen lagen die uit de jachthavens vertrekken of juist aankwamen, liggen we weer netjes vast op zandgrond. Hier treffen we Wim en Maroesjka van de Magnificent Beast weer aan.
Het treintje dat ons de bezienswaardigheden van Torrevieja
liet zien. Lekker toeristisch.
‘s-Middags ga ik samen met hen op verkenning om een goede supermarkt te vinden. We vinden alleen een kleine Supermercado voor de dagelijkse boodschappen. Met wat boodschappen voor de komende dagen keer ik terug naar de Ikinoo. De volgende dag bezoek ik alle jachthavens om te bekijken waar het voor ons het makkelijkste is om aan de wal te gaan en de dinghy achter te laten. Geen van de  jachthavens heeft een dinghy voorziening en echt welkom ben je er ook niet. Wel wat vreemd gezien de grote ankerplek die er voor hun deur ligt. Uiteindelijk kom ik bij een strandje waar ik denk dat het wel mogelijk is om de dinghy achter te laten.
Bergen met zout liggen te wachten op klanten.
In de middag besluiten we, met z’n vieren naar de kant te gaan en een toeristisch treintje te nemen. Ik breng eerst Sonja en Maroesjka naar een jachthaven van waaruit het makkelijk is om naar de stad te lopen. Daarna vaar ik samen met Wim naar het strandje, wat ik eerder had gevonden, waarbij we de beide dinghy’s met een kabel aan elkaar vastmaken. Met z’n vieren lopen we vervolgens naar het startpunt van het toeristische treintje. We maken met dit treintje twee tochtjes. De eerste voert ons naar de zoutvlaktes van Torrevieja of wel de Salinas de Torrevieja. Hier wordt, tot op de dag van vandaag, al eeuwenlang zout gewonnen uit zeewater.
De roze zoutkorst is hier duidelijk zichtbaar.
We krijgen, door een Engelstalige gids, uitleg over deze activiteit, waarbij het verhaal echter grotendeels verloren gaat door de snelheid en het beperkte volume waarmee ze het verhaal verteld. Zo legt ze uit hoe het verschil ontstaat tussen wit zout en roze zout. Het meeste roze zout wordt gewonnen in de Khewra zoutmijn in Pakistan waar het zout roze kleurt door het aanwezige ijzeroxide in het zout. Het zout in Torrevieja kleurt roze door de aanwezigheid van microalgen die rijk zijn aan betacaroteen. Deze plaats is ook bekend door het gegeven dat hier een van de etappes van de ronde van Spanje van start ging. Zo leer je nog eens wat op je oude dag.
Als we eens niet aan de wal eten, maakt Sonja soms de meeste
geweldige maaltijden klaar. Daarvoor hoef je dus niet uit eten.
Omdat we moeten wachten voor het vertrek van ons tweede tochtje, lopen we de stad in. Hier vinden we een Belgische friettent annex restaurantje. Ze hebben hier alles wat we in Nederland ook kennen. We bestellen dus wat te drinken en natuurlijk patat, bitterballen en een frikandel speciaal. Hoe Hollands wil je het hebben? We genieten er volop van. Het tweede tochtje voert ons langs de bekende stranden van Torrevieja. Dit geeft je een redelijke indruk van de uitgestrektheid van deze plaats en de diverse woonwijken die langs de kust zijn gebouwd. Veel van de woningen zijn echter gedateerd en vertonen betonrot door de matige kwaliteit van het bouwmateriaal. Niet het soort wijken en woningen waar wij naar op zoek zijn.
Het Europese kampioenschap zeilen met schaalmodel jachten.
We sluiten de dag af met een diner bij één van de restaurantjes in de jachthaven. Terwijl wij hier voor anker liggen, vinden er wedstrijden op Europees niveau plaats met model zeilbootjes. Er wordt gestreden in diverse klassen. Per dag worden er meerdere wedstrijden gevaren, waarbij regelmatig het parkoers veranderd. Met enige regelmaat hoor je iemand schreeuwen dat hij protest indient vanwege een verkeerd uitgevoerde manoeuvre van een concurrent. Het is best een hele leuke sport om naar te kijken.
We varen samen met de Magnificent Beast de laatste etappes.
Het wordt tijd om onze tocht richting Cartagena voort te zetten. Zodra we de beschermde ankerplek van Torrevieja hebben verlaten, rollen we yankee uit omdat er 9-10 kn wind staat. Helaas is het maar van korte duur, zodat we de rest van de tocht op de motor varen. Onderweg ben ik nog wel aan het vissen. Als Sonja naar de punt van de hengel kijkt, ziet ze dat deze enigszins krom staat. Snel haal ik de lijn binnen. We hebben een kleine Bonito, of wel witte tonijn, aan de haak geslagen, De vis is te klein dus zetten we hem weer terug in het water.
Onderweg komen we nog regelmatig bootjes tegen die aan
het vissen zijn.
Niet veel later hebben we er nog eentje aan de haak, die we opnieuw zijn vrijheid teruggeven omdat hij te klein is. Ook de derde krijgt zijn vrijheid terug vanwege zijn afmeting. De witte tonijn kan 140 cm lang worden met een gewicht van 33 kg. De vissen die wij vingen waren circa 40 cm met een gewicht van 2 á 3 kg. Jammer, vandaag geen vis op het menu. Voor vandaag hebben we een ankerplekje opgezocht nabij El Gorguel, een klein vissersdorpje met een camping en zwarte stranden. Hier lig je dus echt in the middle of nowhere. Er is geen bereik voor je telefoon, dus ook geen Internet. Wel heel erg rustig zo zonder die moderne technieken. Na een heerlijke rustige nacht, varen we de volgende ochtend de laatste paar mijlen naar de jachthaven van Cartagena. De laatste mijlen van onze wereldreis, want in Cartagena gaat de Ikinoo in de verkoop en starten we een nieuw avontuur. Maar daarover meer in ons volgende en tevens laatste blog.