dinsdag 8 december 2020

Een nieuwe start

Een nieuwe start met een onverwacht spannend eind, maar we beginnen bij het vertrek uit Whangarei. Eindelijk, na bijna 12 maanden stil te hebben gelegen, zijn we weer onderweg met ons zeiljacht Ikinoo. Het voelt bijna als een feestje. Zodra we de lijnen hebben losgegooid bij de River Site Drive Marina, koersen we af op de ophaalbrug.

Zo zwemt deze Grey Mulet nog in de zee.
Er vaart een zeiljacht voor ons zodat wij in hun kielzog kunnen volgen. Er is geen wind, maar dat vinden we vandaag niet erg, de motor moet tenslotte voldoende uren draaien op de juiste toerentallen (70-80% van het maximum toerental) om goed in te slijten. We zijn weer zee nomaden, yes eindelijk weer die vrijheid van los zijn van de wal, weer op jezelf aangewezen, achter je anker liggen en natuurlijk weer de discipline voor wat betreft het verbruik van water en het verwerken van afval. De watertank van de Ikinoo heeft een inhoud van 375 liter. Wij gebruiken daarvan gemiddeld zo’n 6 liter per dag.
Zo hangt hij aan de haak.
We gebruiken dit water voor het zetten van koffie en thee, afwassen, het uitspoelen van de kleine handwasjes en voor de persoonlijke hygiëne. De afwas sparen we één of twee dagen op en spoelen deze dan eerst voor met zeewater zodat het meeste vuil al weg is. Daarna nog gewoon afwassen met zeep en water uit de tank. Zo ook de handwasjes, deze was doen we in zeewater en spoelen dit bij de laatste keer met water uit de tank. Ook hebben we nog 84 liter drinkwater aan boord, wat we gebruiken om te drinken. Ook met afval gaan we heel selectief om. Alle etensresten en al het papier gaat bij ons over boord. Plastic afval, met restanten voedsel wat kan bederven, knippen we fijn en stoppen we in een plasticfles met afsluitbare dop. Zo’n fles gaat na verloop van tijd erg stinken, dus ligt deze bij ons in de bakskist. Alle blikjes worden, indien nodig, schoongespoeld met zeewater, samengedrukt tot een minimaal formaat en vervolgens in een plasticzak in de bilge opgeborgen. De rest van het droge afval wordt fijn geknipt en verdwijnt in het afvalemmertje. Door deze selectieve manier van afvalverwerking blijft de hoeveelheid afval beperkt en verdwijnt er niets in zee wat niet door de natuur snel kan worden afgebroken. Maar nu terug naar het varen. Op de motor zakken we de rivier af, het tij loopt naar buiten zodat we stroom mee hebben. Na een twee uur verschijnt aan bakboord de Parua Bay. Hier vinden we onze eerste ankerplek. We zijn niet de enigen die zijn vertrokken, er liggen heel wat zeiljachten waarvan we sommigen kennen. Tijd voor ons eerste ankerbiertje en tijd om te genieten van het achter je anker liggen. Doordat we de gehele dag weer buiten zijn geweest, liggen we bijtijds in bed, rozig van de zon en de wijn.
Onze ankerplek in de Bon Accord Bay.
De volgende dag staat er wat meer wind. We zijn al vroeg op pad omdat we zo veel mogelijk willen zeilen naar onze volgende bestemming, de Bon Accord Bay op Kawau Island. Zodra we op zee zijn hijsen we de zeilen. Er staat een mooie 10-15 kn wind die iets ruimer dan halve wind inkomt. Onze Ikinoo heeft er zin in en vaart met snelheden boven de 5 kn richting ons doel. Om wat te doen te hebben, gooien we de hengel uit in de hoop een visje te vangen voor het avondeten. Op een gegeven moment zien we voor ons een groep vogels op het water. Zodra we erdoorheen varen hebben we direct beet. Helaas weet ik de vis niet aan boord te krijgen. 
Onze ankerplek vanaf de Ikinoo.
Nadat ik het kunstaas visje heb verruild voor een gekleurd inktvisje, heb ik bijna direct beet. We weten een Grey Mulet aan boord te krijgen. Een prachtig formaatje voor het avondeten. Rond half vier naderen we Kawau Island. Bij de ingang van het water tussen de vaste wal en het eiland krijgen we nog even 20 kn wind, een soort kaapeffect. Normaal niet zo erg, maar nu varen we onder vol tuig, dus moet ik even actief sturen. Als klap op de vuurpijl krijgen we ook nog een bui over ons heen zodat we flink nat worden. Vandaag hebben we alle weersoorten weer gezien. Op de motor varen we de Bon Accord Harbour binnen, waar we al snel achter ons anker liggen. Het was een heerlijke dag om er weer even in te komen. ’s-Avonds eten we versgebakken vis met aardappeltjes en groente.
Het gerestaureerde landhuis. De voormalige verblijfplaats 
van de eigenaar en opzichter van de kopermijn.
De volgende dag laten we onze dinghy te water en varen we de gehele baai rond. Het is hier prachtig en heerlijk rustig. Elke woning aan het water heeft hier een aanlegsteiger. We vinden zelfs een jachtclub met daarnaast een restaurantje met tankstation voor diesel en benzine. We hebben inktvis meegenomen uit Whangarei zodat we kunnen vissen. Ik snij één inktvisje in drie stukken. Het is leuk vissen, waarbij je vist op je gevoel. Je voelt de vis het aas pakken, waarop je de vis aanslaat. We vangen in één middag vier Red Snappers, waarvan we er twee teruggooien omdat ze naar onze mening te klein zijn. De minimum maat is 30 cm, gemeten van voorkant kop tot einde staart. De andere twee maak ik schoon en fileer deze. Er staat “fish and chips” op het menu, de eerste keer dat we de vis zo bereiden en dat we patat bakken aan boord van de Ikinoo. Wat een traktatie, daarvoor behoef je niet naar een restaurant.Op het Kawau Island ligt nog een oude kopermijn. Ik vaar met de dinghy naar de wal. Een paar andere zeilers helpen mij de dinghy op het droge te tillen.
Een impressie van de wandeling naar de kopermijn.
Daarna wandel ik naar de oude kopermijn. Aan het einde van de 19
e eeuw was deze kopermijn verantwoordelijk voor zo’n 30% van de koperproductie in Nieuw-Zeeland. Nu zijn alleen de restanten nog zichtbaar. Er heeft hier zelfs een dorpje gelegen met een schooltje.
Je ziet op dit eiland de prachtigste vogeltjes.
Helaas vind je daarvan niets terug. De mijnschachten zelf zijn afgesloten met stevige hekken zodat men de mijn niet kan betreden, te gevaarlijk. Bij terugkomst besluiten we van ankerplek te wisselen. We varen wat dieper de baai in. Hier is meer beschutting voor het naderende weer. Hier is ook het eerdergenoemde restaurantje aanwezig. In het restaurantje is ook een klein winkeltje aanwezig, waar ze de dagelijkse behoeften zoals brood, groente en fruit verkopen. We besluiten er te blijven eten en raken aan de praat met andere zeilers. Zo wordt het een heel gezellige namiddag. Omdat we op maandag een afspraak hebben met de tuiger in de Gulf Harbour Marina, vertrekken we zondags naar deze jachthaven. Helaas is het windstil, zodat we alles op de motor varen. Het vissen levert dit keer niets op. Als we de ingang van de jachthaven naderen, roep ik hen op via de VHF.
Maar ook op de grond die je prachtige zaken.

We hebben ligplaats C42, een wat smalle plaats maar net voldoende voor onze Ikinoo. ’s-Middags halen we de yankee nog weg omdat ze de volgende dag het rolreefsysteem met voorstag komen demonteren. De volgende morgen om acht uur staan ze al voor onze neus. Wie had dat gedacht, een Nieuw-Zeelander die zich aan een afspraak houdt. Zowel het rolreefsysteem als een deel van het achterstag wordt gedemonteerd. De daaropvolgende dagen ben ik samen met een medewerker van het bedrijf bezig het rolreefsysteem volledig uit elkaar te halen, schoon te maken en de RVS delen te polijsten. Het voorstag bestaat bij ons uit ROD-22, een massieve RVS-stang van bijna 9,6 mm in doorsnede. Omdat we niet wisten wat de leeftijd was van deze voorstag, laten we deze preventief vervangen. Ook wordt het bovenste deel van het achterstag vervangen omdat het erop lijkt dat dit deel wat last heeft van corrosie. Omdat we moesten wachten op het nieuwe voorstag, zijn we een dagje naar een winkelcentrum gegaan om te winkelen. De bus stopt bij de jachthaven. We zijn iets te laat en ik zie de bus net vertrekken. Ik zwaai snel met mijn armen en de chauffeur stopt voor ons zodat we kunnen instappen. Als ik wil betalen blijkt dat niet te kunnen. Ze nemen sinds het begin van de Corona epidemie geen contact geld meer aan. We moeten nu per persoon een OV-kaart kopen waar je geld op kunt storten. Gelukkig voor ons, neemt de chauffeur ons mee en zet ons voor de ingang van het winkelcentrum af. Daar kopen we als eerste zo’n OV-kaart. Op donderdag ochtend zijn alle voorbereidende werkzaamheden afgerond.
Onze ankerplek in Smokehouse Bay. Deze plaats is door een 
aantal vrienden opgezet om daar hun vrijetijd door te
brengen. Nog steeds kun je er, met een kampvuur, warm water
maken en de was doen. Je ziet de was te drogen hangen.
Er staat echter te veel wind om het vandaag te monteren. De volgende morgen zit alles weer op zijn plek. Omdat Sonja de dag daarvoor al de boodschappen heeft gedaan, zijn we daarna direct teruggevaren naar Kawau Island, waar we een nacht voor anker hebben gelegen. Een dag later waren we onderweg naar het Great Barrier Island, helaas weer op de motor omdat er te weinig wind staat. We proberen het wel met de Genaker, maar de snelheid wil maar niet boven de 3 kn komen, helaas te langzaam om voor donker op onze ankerplaats aan te zijn. Zodra we aankomen bij het eiland, varen we naar de ankerplaats bij Smokehouse Bay. Hier gooien we, in de luwte van de heuvels, ons anker uit. Weer zo’n geweldige ankerplek. We zien een aantal bekende jachten liggen en niet veel later komt er een Amerikaan even langs om ons te begroeten. Het was zeker 10 maanden geleden dat wij hem voor het laatst hadden gezien en gesproken.
Onze Ikinoo aan een mooring in Port Fitzroy.
De volgende dag komen Martin en Ellen van de Acapella langs met hun dinghy, zij liggen 400 meter verder in een andere baai. Omdat het de komende week minder goed weer wordt, met veel wind en regenen, besluiten we naar Port Fitzroy te varen, 3 nm verderop. Hier heeft Martin twee moorings gereserveerd, zodat we de komende week rustig aan deze mooring kunnen gaan liggen. Later blijkt dat geen overbodige luxe te zijn als we meer dan 32 kn wind over ons heen krijgen gedurende een nacht. Nadat we het ergste weer over ons heen hadden later trekken, hebben we een met z’n vieren een auto gehuurd om een rondrit te maken over het eiland. Het huren gaat hier zo. Je belt de verhuurmaatschappij, deze vraagt of dat je een foto van je rijbewijs per SMS aan hen wilt versturen. Dan bellen ze je terug met de mededeling, de auto staat langs de kant van de weg, de sleutel ligt onder de voormat, na afloop van de rit graag weer voltanken en betalen kun je bij het plaatselijke buurtwinkeltje wat ook dienstdoet als postkantoor.
Een impressie van de rondrit over het Great Barrier Island.

Het geld stoppen ze in zijn brievenbus. Have fun! De rondrit is ronduit prachtig. Met enige regelmaat stoppen we om te genieten van het uitzicht.
Uitzicht op de baai bij Port Fitzroy met de Ikinoo in de verte.

Een aantal keren lopen we een stukje om van de omgeving te genieten. De wegen op het eiland zijn redelijk goed, maar alleen de hoofdweg is geasfalteerd, de rest is onverhard. Rond vier uur zijn we terug. We varen terug naar onze boten om ons om te kleden, wat op te frissen en om drank te halen. Op vrijdag aan het einde van de middag verzamelt zich namelijk de plaatselijke bevolking bij de haven voor een hamburger of hotdog met patat en om gezamenlijk de week af te sluiten met een zelf meegenomen drankje. Het werd heel gezellig en we hadden hele leuke gesprekken met de lokale bevolking. Ook de kinderen waren erbij, maar daar heb je geen last van want die waren in het water terug te vinden. Nadat het onrustige weer was verdwenen heb ik, samen met Martin en Ellen, nog een leuke wandeling gemaakt.
De hangbrug naar de top van een boom.
Hierbij kwamen we boven op een heuvel waar men een hangbrug heeft gemaakt naar de top van een boom. Heel leuk om te doen, maar je moet je wel heel goed vasthouden. Niets voor mensen met hoogtevrees. Nadat het weer rustig werd, besloten we terug te keren naar Smokehouse Bay. Onderweg werden we vergezeld van een groep dolfijnen. Zulke grote dolfijnen hebben wij nog nooit gezien, wat indrukwekkend. Na aankomst ben ik gaan vissen. Ik had hiervoor uit Port Fitzroy inktvisjes meegenomen. Ik ving 6 vissen die voldoende groot waren om op te eten, de rest hebben we teruggegooid. We hebben Martin en Ellen uitgenodigd gezamenlijk de visjes te verorberen. Wij zorgden voor het eten, zij voor de wijn. 
Een van de grote dolfijnen naast onze dinghy.

Er was meer dan voldoende vis, ik was alleen het zout vergeten in het beslag te doen, waardoor de vis een beetje flauw was, jammer. ’s-Woensdags zijn we naar de Akapoua Bay gevaren en daar voor anker gegaan omdat we nog een keertje hamburgers wilde eten in Port Fitzroy.
 We hadden rond vier uur afgesproken met Martin en Ellen. We hadden alles bij ons, bier, wijn en mayonaise voor de patat. We hadden al vroeg honger, dus om vijf uur liepen we naar het hamburgertentje om te bestellen. Wat blijkt, ze zijn alleen maar open voor de lunch, ze waren al twee uur dicht en bezig de keuken schoon te maken. Ik ben toen maar naar het kruidenierswinkeltje gelopen om twee zakken chips en een pot dipsaus te kopen.
Heerlijk ontspannen vissen op Red Snappers.

Zo hadden we toch nog een gezellige middag.
  De volgende dag waren we om 07:00 uur, samen met de Acapella, op pad richting de monding van de rivier richting Whangarei. Zodra we op zee waren hadden we 15-20 kn wind staan. Met één rif in het grootzeil en beide fokken volledig bij, schoten we lekker op. Regelmatig zaten we aan onze rompsnelheid van 8,2 kn en zelfs surfend vanaf een golf soms 9,0 kn. Helaas na een paar uur werd de wind minder maar gelukkig nog wel steeds voldoende om de snelheid boven de 5,0 kn te houden. Omdat de wind in de loop van de dag zou gaan ruimen, hadden we een wat hogere koers gevaren dan noodzakelijk. Hierdoor konden we, zodra de wind ging ruimen, mooi meedraaien met de nieuwe windrichting en bleef ons einddoel bezeild. Bij de ingang aangekomen namen we afscheid van Martin en Ellen, zij gingen voor anker in een andere baai dan wij. Onder zeil voeren we de rivier op. Omdat het afgaand tij was hadden we stroom tegen zodat de snelheid soms terugliep naar 2,5 kn over de grond.
Onze Ikinoo vast op een zandplaat.
Maar we zijn blijven zeilen tot bijna bij de ingang van de Parua Bay. Hier hebben we de zeilen weggehaald en zijn we verder gevaren op de motor. Dit hadden we al twee keer eerder gedaan, zodat het een kwestie was van onze track terug volgen. Zo’n 100 meter voor de laatste boei, die je aan stuurboord moet passeren, loop ik naar het voordek om het anker gereed te maken voor het ankeren. En dan gebeurt het onverwachte, we lopen met een klap vast. Op de dieptemeter staat 1,9 meter, 10 cm te weinig voor onze Ikinoo. We proberen voor- en achteruit te varen, niets helpt we liggen echt muurvast. Als ik op de kaart kijk zie ik dat het hier meer dan vier meter diep moet zijn. De kaart klopt dus niet meer. Ik neem, via VHF-kanaal 16, contact op met de Coastgard. Na enig overleg besluiten we geen hulp in te roepen maar af te wachten totdat het tij is gekeerd en we weer vanzelf gaan drijven. Wat blijkt, we liggen vast op een zandplaat, dus gelukkig geen rotsen. Ook is het vandaag een extreem laag springtij waarbij we een uur voor laagwater zijn vastgelopen.
En de beste stuurlui zitten op de zeerailing.
Ondertussen waren ook Niels en Bibi met hun dinghy gearriveerd. Met het meetlood, voor het meten van de diepte, zien zij dat vlak naast de Ikinoo het water inderdaad vier meter diep is. We liggen dus vast op de zijkant van de ondiepte. We nodigen hen uit voor een welkomstborrel, we moeten tenslotte zeker drie uur wachten voordat we loskomen. Rond 19:30 uur zien we de Ikinoo inderdaad beginnen te draaien door de wind, we starten de motor en even later zijn we weer vrij van de bodem. Ik krijg echter mijn roer met geen mogelijkheid gedraaid, ik ben bang dat we schade hebben opgelopen. Niels neemt een lijntje aan en sleept de Ikinoo verder. Dan zie ik dat het stuurwiel uit zichzelf draait. Hoe kan dat nu. Het schaamrood stijgt naar mijn kaken, ik heb vergeten de stuurautomaat te ontkoppelen, wat een beginnersfout. Toen we vastliepen voer de Ikinoo op de automaat, ik heb deze vergeten te ontkoppelen. Niet veel later liggen we gelukkig lekker voor anker. Tijd om de nasi, die Sonja al vooraf had gemaakt, op te bakken. Samen met een gebakken eitje en satésaus wordt het een heerlijke maaltijd. Tijd om ons te ontspannen. Het vervolg lees je over een aantal weken.