zaterdag 17 december 2022

Exit Indonesië

Dit vissersschip is bezig zijn net binnen te halen. De witte 
dobbers waaraan het net hangt zijn duidelijk zichtbaar.
We zijn in Belitung uitgeklaard uit Indonesië, met de informatie dat het is toegestaan om onderweg te ankeren en, als we dat willen, een eilandje te bezoeken. We zijn uitgeklaard in Belitung, omdat het hier goedkoop en heel eenvoudig is om uit te klaren. Je kunt ook tegenover Singapore in de Nongsa Point Marina uitklaren, maar daar neemt de procedure vier dagen in beslag en je betaald aanzienlijk meer. De garantie dat we gewoon aan land konden gaan was van belang omdat er namelijk nog twee eilanden zijn, waar de rally een stop maakt. Voor het makkelijk uitklaren hadden we de hulp ingeroepen van een Indonesische leraar Engels, die met onze papieren en paspoorten langs alle instanties is gegaan. Iedere boot die uitklaarde maakte gebruik van zijn diensten omdat de bureaucratie hier hoogtij viert. Op de avond voor vertrek kwam hij langs om alle gestempelde papieren aan ons te overhandigen en natuurlijk onze paspoorten terug te geven met daarin de benodigde stempel. Overdag waren de officials al met z’n vieren bij ons aan boord geweest om een en ander te controleren, wat in de praktijk neerkomt op foto’s maken met de crew en wat formele vragen te stellen. 
We zijn weer op het noordelijk halfrond.
De volgende ochtend verlieten we Belitung voor onze laatste trip door Indonesië naar de Puteri Marina in Maleisië, een afstand van ongeveer 368 nm. De zee was opnieuw zo vlak als maar zijn kan, geen wind en daardoor ook geen golven. Onderweg kwamen we voor het eerste vissersboten tegen die vissen met kilometerslange netten. Deze netten hangen een paar meter onder de oppervlakte. Om de zoveel meter is het net met een lijn aan een drijver vastgemaakt. Je ziet dus een lange rij van drijvers aan het zeeoppervlak drijven. De eerste keer ontweken we dit net, door er net zolang naast te blijven varen totdat we bij het vissersschip waren. Dat was ook de laatste keer dat we dit deden, aangezien we in het donker de drijvers pas op het allerlaatste moment zagen. ’s-Nachts voeren we tot twee keer toe over zo’n net heen, zonder dat dit gevolgen had. Op de tweede dag van deze tocht passeerden we voor de tweede keer de evenaar.
Onze ankerplek bij het eilandje Benan. Helaas vielen hier alle 
feestelijkheden in het water door verkeerde informatie van de
overheid in Belitung.
Ditmaal geen champagne maar we trokken een blikje bier open, trakteerde Neptunus op een flinke slok en verdeelden de rest tussen ons tweeën. Op de derde dag van deze trip komen we aan bij het eilandje Benan. Dit is het eilandje waar de rally zijn één na laatste stop heeft. Er zou hier van alles georganiseerd worden, ware het niet dat wij bij aankomst een Whatsapp bericht kregen met de verontschuldigingen van onze agent aan alle uitgeklaarde boten, maar wel met de mededeling dat iedereen die was uitgeklaard in Belitung de boot niet meer mocht verlaten. We moesten zonder aan land te gaan doorvaren naar Maleisië, wel mochten we onderweg ankeren voor de nachtrust. Wij waren gelukkig niet van plan om aan land te gaan, aangezien wij op 5 november in de Puteri Marina in Maleisië wilden zijn, om vanaf daar, na een aantal dagen, door te gaan naar de Pangkor Marina tegenover Pangkor Island. Wij hadden namelijk voor Sonja een ticket naar Nederland geboekt met vertrek op 17 november. We moesten dus wel een beetje tempo maken om binnen de planning te blijven. De nacht voor anker bij het eilandje Benan, was heerlijk rustig.
In de verte zien we Singapore liggen met zijn hoge gebouwen.
De volgende morgen waren we dan ook weer vroeg op pad op weg naar onze volgende en ook laatste ankerplek in Indonesië. Al na een paar uur voeren we tussen de eilanden door richting de Malacca Strait. Onderweg kwamen we veel sleepboten met sleep tegen, maar ook veel commerciële schepen. Het was dus continu goed opletten en koersaanpassingen uitvoeren. Halverwege van de middag bereikten we de Malacca Strait. Omdat we wat aan de vroege kant waren, voeren we nog even wat verder en gooiden uiteindelijk ons anker uit op een ankerplek tussen oude aftandse vissersboten en een kleine olietanker. Hier lagen we in eerste instantie lekker rustig en sliepen we heerlijk. Echter midden in de nacht werden we gewekt door zwaar onweer met veel regen en heel veel wind. Helaas lagen we aan lagerwal zodat al snel de golven zich gingen opbouwen.
Onze ankerplek bij het eiland Batam.
Van slapen is daarna niet veel meer gekomen. Zodra het licht werd en de regen wat minder hard naar beneden kwam, hebben we het anker opgehaald en zijn we verder gevaren. We voeren parallel aan het Trafic Seperation System of afgekort TSS, totdat we de oversteekplaats voor schepen bereikten. Daar staken we haaks het TSS over. Je moet dit goed plannen, omdat het hier waanzinnig druk is met zeeschepen, soms varen z’n drieën naast elkaar als ze elkaar inhalen. Het is de aller drukste vaarroute ter wereld. Het kanaal tussen Engeland en Frankrijk is hiermee vergeleken een heel rustig vaarwater.
Onderweg naar de Marina komen we dit soort steden tegen.
Later hoorden we dat de meeste van deze flats leeg staan.
Spooksteden dus met een volledige infrastructuur maar geen
bewoners en enig verkeer van betekenis.
Als eerste concentreerde we ons op de oost gaande schepen. Eenmaal in het midden van het TSS concentreerde we ons daarna op de west gaande schepen. Zo verdeel je de oversteek in twee elementen en blijft de problematiek van het oversteken overzichtelijk. Zodra we waren overgestoken, kwam er een schip van de Coastgard naar ons toe gevaren en moesten we de motor stoppen. Al onze gegevens werden gecontroleerd. De meeste moeite hadden ze met de spelling van mijn familienaam, maar gelukkig na drie keer alles te hebben herhaald, mochten we doorvaren. Nog geen uur later kwam er opnieuw een schip van de Coastgard op ons af, ditmaal omdat we per ongeluk binnen de territoriale wateren van Singapore voeren.
In de Marina komen we dit soort hagedissen in het water tegen.
Dit is, vanwege veiligheidsoverwegingen, niet toegestaan. Men vroeg ons een koers van 270° aan te houden, waarna ze ons begeleide totdat wij weer buiten de territoriale wateren van Singapore voeren. Eenmaal in het vaarwater tussen Maleisië en Singapore in, was het geduldig stroomopwaarts varen richting de Puteri Marina, waarbij we nog onder de grote verbindingsbrug tussen deze twee landen door voeren. In de Puteri Marina werden we naar onze ligplaats begeleid en niet veel later lagen we vast aan de steiger. Tijd voor een ankerbiertje. Over onze belevenissen in Maleisië schrijven we in het volgende verhaal.

zondag 4 december 2022

Belitung

Een ondergelopen dorp, Heftige regenval doet alles langs de
rivier overstromen.
Zoals in het vorige verhaal al beschreven, regent het veel in Kalimantan. We hadden gelukkig regencapes gekocht zodat we in ieder geval droog bleven tijdens het lopen. Geen overbodige luxe. Omdat het zo veel en lang regent, lopen dit jaar de dorpen langs de rivier onder water en komen stukken land los. Deze stukken land kom je dan op de rivier of op zee tegen. Je moet er niet aan denken dat je hier gedurende de nacht tegenaan vaart. Voor ons was het weer tijd om door te gaan naar onze volgende bestemming, het eiland Belitung, een afstand van ongeveer 272 nm. Omdat we moeten wachten totdat de stroming naar buiten gaat staan, kunnen we rustig aan doen.
Een stuk land was is losgekomen door de heftige regenval.
Je bent blij dat hij jouw boot op ruime afstand passeert.
Zodra de boten keren, halen we het anker op en beginnen we onze tocht naar Belitung. Met ons gaan nog twee boten gelijktijdig met ons deze ankerplaats verlaten. We zijn halverwege de rivier, als plotseling onze motor ermee stopt. Ik heb op de ankerplaats motoronderhoud gepleegd. Dit houdt in, motorolie verwijderen, oliefilter vervangen, 5,2 liter nieuwe motorolie erin gieten, fijn dieselfilter vervangen, grof dieselfilter vervangen en voor de rest diverse punten nalopen en controleren. Zodra de motor dus stopt weet ik dat er ergens lucht in de dieselleiding komt. Ik controleer als eerste het fijn dieselfilter en vervolgens het grof dieselfilter. Bij deze laatste zie ik luchtbellen ontstaan. Ik draai het filter iets strakker en het lijkt verholpen te zijn.
Kumai op de achtergrond. De vele opslag loodsen zijn 
duidelijk zichtbaar.
Ik start de motor opnieuw en deze start direct, Al die tijd is de Watusi 2 bij ons gebleven voor het geval wij de motor niet meer aan de praat zouden krijgen of dat we op een ondiepte zouden kunnen lopen. Gelukkig is hun hulp niet nodig geweest. We varen verder de rivier af en komen op open zee. Het is opnieuw geheel blak, geen zuchtje wind te bekennen en een zee zo glad als een spiegel. Rustig varen we in de goede richting. Gedurende de dag en de nacht blijft het zo. Pas de volgende dag gaat het weer in de loop van de middag veranderen. We krijgen een hele grote bui over ons heen met veel wind en regen. De wind is op de neus. We proberen te zeilen, maar door de steile hoge golven met een periodeduur van 5 tot 6 seconden, in combinatie met een stroming van 1,5 kn die tegenstaat, zien we dat we niet echt vorderen. We besluiten de zeilen weg te halen, met uitzondering van de kotterfok en starten opnieuw de motor. Tegen de wind en de stroming in varen we verder. Als de wind verder toeneemt naar 20-30 kn, liggen we regelmatig haast stil. We geven wat meer gas zodat we wel wat voortgang houden.
De eerste aanzet voor het ontstaan van een waterhoos.
Dan ineens stopt de motor opnieuw. Weer zie ik lucht in de dieselleidingen. Ik heb de Ikinoo bijgelegd op de kotterfok, zodat er rust aan boord komt. Ik duik de motorruimte in en demonteer het grof dieselfilter en zet deze opnieuw in elkaar. Mogelijk dat één van de O-ringen niet goed op zijn plaats heeft gezeten. Zodra alles weer in elkaar zit, start ik de motor. Ook op 2.500 rpm blijft de motor goed draaien. Zo gaan we weer verder. Wel blijft er een onbestendig gevoel over, we hopen dat de motor blijft lopen. Gedurende de nacht neemt de wind af en worden de golven ook minder hoog. Vroeg in de ochtend zie ik op onze radar dat zich naast ons een groten zeer actieve bui ontwikkeld. We varen er parallel aan.
De waterhoos in zijn volle kracht. De windsnelheden in zo'n 
hoos kunnen  je zeilschip volledig slopen als deze je raakt.
We zien veel bliksem en ook tweemaal een waterhoos, de lucht is donker. Vooral de waterhozen boezemen best wel ontzag in. We hopen dat de bui zich niet in onze richting verplaatst. In de loop van de ochtend wordt het weer rustiger, nemen de golven af en blijft er alleen een miezerregen over. Gezien de voortgang en de opgelopen vertragingen, wordt het nog spannend of dat we bij daglicht de ankerplek kunnen bereiken. Gelukkig komt er wat meer wind, zodat we de zeilen ondersteunend kunnen zetten zodat we wat meer snelheid maken. Net voor het einde van de middag ankeren we in het schemer net iets buiten de ankerplek.
Onze twee ankerplekken bij het eiland Belitung. Hier is prima 
ankergrond met zand.
We drinken een ankerbiertje, eten wat en spelen nog een spelletje. Op tijd liggen we in bed. De volgende ochtend gaan we vroeg op pad voor de laats mijl naar de ankerplek. Hierbij varen we heel voorzichtig tussen de riffen door. De volgende dag was er een welkomst ceremonie georganiseerd. Ik ging naar de wal om de was weg te brengen en om onze jerrycans in te leveren voor diesel, Zodra dit was geregeld ben ik alsnog naar de ceremonie gegaan. Er werden diverse toespraken gehouden en we werden uitgenodigd voor een Indonesisch ontbijt, bestaande uit Soto ayam met kroepoek en een flesje water. Er was ook een groep scholieren aanwezig die zich hadden verenigd om met elkaar Engels te spreken.
Een deel van de groep scholieren die hun Engels met ons
kwamen oefenen, heel gezellig dus.
Zij maakte gebruik van de gelegenheid om met ons te praten, heel interessant omdat deze jonge mensen graag de Engelse taal leren en ook zeer geïnteresseerd zijn in de mogelijkheden voor studie in het buitenland. DE volgende dag werden we met een busje opgehaald voor een rondtoer over het eiland. Als eerste werd een Maritiem museum aangedaan. Het museum was nog niet geheel klaar. De lokale bestuurder stelde namelijk geen budget beschikbaar voor de aanpassing van de infrastructuur. Zo staat er dus een compleet ingericht museum op een stuk braakliggend terrein, zonder toegangsweg of parkeerplaats, bureaucratie ten top. De bus reed door de modder en de grote plassen zo dicht mogelijk naar het museum toe om ons eruit te laten.
Een replica van een oude vrachtvaarder uit het tijdperk dat er 
nog geen motoren waren. Vooral ten toon gesteld om het 
ambachtelijke werk met houd ten toon te spreiden.
Het museum was wel interessant om te bezoeken, maar helaas waren veel ruimtes nog niet ingericht. Ook hierbij speelt bureaucratie een rol. Het museum is gebouwd om veel meer maritieme zaken ten toon te stellen. Wat blijkt, een deel van de ten toon te stellen spullen zijn in het beheer van een organisatie die niet is aangesloten bij de organisatie die het museum heeft laten bouwen! Begrijpt u het nog, wij niet. De bus stopte vervolgens bij een klein vissersplaatsje waar vrouwen bezig waren de gevangen krabben uit de netten te halen. Een klusje waarbij je heel veel geduld moet hebben omdat sommige krabben wel heel erg vast in het net zitten.
Een van de die dames die bezig waren de krabben uit het net 
te halen. Er zit wel een man bij, maar die steekt geen poot uit.
Leuk om te zien hoe en groepje vrouwen al keuvelend deze werkzaamheden uitvoert. Voor de lunch waren we weer uitgenodigd bij de regent van Belitung. Hierbij betraden wij een origineel oud regentenhuis wat geheel uit hout was opgebouwd. We deelden opnieuw de maaltijd met lokale hoogwaardigheid bekleders, waarbij volgens Hindoestaanse gewoontes weer werd gegeten met de rechterhand. Daarna volgden nog diverse muziek en dansvoorstellingen en natuurlijk speeches. Deze keer had een van de deelnemers mij naar voren geschoven voor het geven van een speech namens de groep zeilers van sail2indonesia. Ik deed de speech in het Engels met naast mij een Indonesische tolk die het geheel vertaalde.
De hindoestaanse maaltijd, waarbij met de rechter hand wordt
gegeten. Voor die mensen die dit niet wilden, waren er lepels.
Het ging mij gelukkig goed af, ook omdat ik de lokale organisatie en het bestuur bedankten voor hun inzet om dit allemaal mogelijk te maken, slijm, slijm. En natuurlijk prees ik de Indonesische bevolking om hun gastvrijheid, de bereidwilligheid om te delen en om hun altijd aanwezige glimlach. Deze dag was zeer geslaagd. Ook de volgende dag maakten we een busreisje. Helaas gingen hier een aantal onderwerpen niet door vanwege de grote regenval. We bezochten, met regencapes aan, een plantage waar ananassen werden gekweekt en waar men ook struiken had staan met peper. Heel interessant om dit te zien.
Dit aapje heeft de grootte van minder dan mijn hand, is
vliegensvlug en kan heel ver springen.
Aansluitend gingen we naar een nationaal park waar men ons alles vertelden over de spookdiertjes. Dit is een heel klein schattig uitziend aapje dat, in tegenstelling tot zijn vegetarische soortgenoten, vlees eet en jaagt op vogeltjes, hagedissen en insecten. De ogen zijn heel erg groot in verhouding met hun lichaam. De ogen staan vast op hun hoofd en kunnen niet draaien. Om dus om zich heen te kunnen kijken moeten ze dus hun hoofd draaien. Wij mochten een kooi in waar men deze soort houdt. De aapjes zijn supersnel en absoluut niet bang voor mensen. Een heel interessant diertje. We kregen een zeer gevarieerde lunch aangeboden. Helaas ging de geplande wandeling niet door omdat het veel te hard regende.
De twee dames waren druk bezig met het vlechten van
vloermatten.
Wel konden wij genieten van het kijken naar twee oudere dametjes die vloermatten aan het vlechten waren. Je mocht het ook zelf proberen. Als afsluiting kon je langs de rivier omhooglopen, waarbij je een opgeblazen autoband moest meenemen. Een paar kilometer verder kon je de rivier in om, zittend op de autoband, de rivier af te zakken totdat je weer bij de plaats kwam waar wij stonden. Een aantal mensen heeft dit gedaan, waarbij ze allemaal de tocht wel erg spannend vonden. Als afsluiting van de dag kregen we een demonstratie te zien van zwaardgevechten, waarbij de zwaarden waren vervangen door bamboestokken.
Op een autoband de rivier af. Soms wel heel spannend en 
volgens sommigen een "bumpy ride".
De snelheid van de vechters en het fanatisme waarmee ze deze gevechten in gaan, is bewonderingswaardig. Natuurlijk mochten ook een aantal zeilers het zelf uitproberen. Helemaal ongeschonden kwamen ze er niet vanaf. Als je namelijk je tegenstander raakt met het bamboe “zwaard” geeft dat behoorlijke rode striemen op je huid. De winnaar van het gevecht wordt dan ook bepaald door het tellen van het aantal striemen. Degene met de minste striemen is de winnaar. Er waren ondertussen een aantal boten aangekomen die onderweg problemen hadden gehad.
De kracht, snelheid en behendigheid van deze zwaardvechters 
is prachtig om te zien.
Eén was er zonder brandstof komen te zitten en één had in Bawean 600 liter diesel gekocht en dus solar diesel in zijn tanks gekregen, waarop zijn motoren niet echt lekker liepen. Ook kreeg hij, net als wij, lucht in zijn leidingen, waardoor zijn motoren bij meer dan 1.600 rpm stopten omdat ze onvoldoende diesel kregen toegevoerd. De catamaran met de dieselproblemen was, door zijn trage voortgang, echter wel de boot met een tekort aan brandstof tegengekomen en had deze boot voorzien van voldoende diesel om in Belitung te komen. De dagen daarop was iedereen dan ook druk in de weer met verhelpen van de problemen aan boord, het kopen van voldoende kwalitatief goede diesel en het doen van boodschappen omdat tot aan Singapore geen boodschappen meer konden doen.. 
Onze buitenboordmotor is defect. Ik moest echter een aantal
keren naar de kant om diesel te halen. Als ik een sleepje kreeg
was ik heel blij en konden mijn spieren even rusten.
Op de laatste avond had de organisatie voor ons een afscheidsbarbecue georganiseerd. Helaas waren de meeste mensen echter te moe door de vele werkzaamheden aan de boten en het halen van diesel. De sfeer kwam er dit keer niet echt in, ondanks de aanwezigheid van livemuziek. Iedereen zat er een beetje doorheen. De volgende dag vertrokken wij voor onze tocht naar Benan Island, opnieuw een tocht van 267 nm met haast geen wind, maar daarover meer in het volgende verhaal.

maandag 28 november 2022

Kalimantan

De zee is als een spiegel, rustig vaart de Ikinoo naar zijn 
volgende bestemming. In de verte de wolken boven het vaste
land van Kalimantan.
Er is vandaag opnieuw in het geheel geen wind, op de motor vertrekken we naar het eiland Borneo of Kalimantan zoals het tegenwoordig wordt genoemd. Het weer is erg rustig en we varen met een aantal boten gelijktijdig naar de volgende bestemming. Ook gedurende de nacht is het erg rustig zodat we goed aan onze slaap toekomen. De volgende ochtend zien we Kalimantan aan de horizon verschijnen. We varen een stuk langs de kust in de richting van de Kumai rivier. Met nog 30 nm voor de boeg, varen we richting kust en ankeren in 6 meter diep water. Alle anderen jachten doen hetzelfde. De volgende dag varen we gezamenlijk naar de monding van de Kumai rivier. Vanaf hier volgen we in eerste instantie een geul en steken daarna de drempel aan het begin van de rivier over.
De Kumai rivier met onze ankerplek tegenover het plaatsje
Kumai
Aansluitend is de rivier over nagenoeg de volle breedte te bevaren. Bij het plaatsje Kumai aangekomen, zien we dat er al een aantal boten voor anker liggen. We kiezen een goede plek uit met voldoende ruimte om de Ikinoo te laten draaien op de stroming, die met het getijde van richting en sterkte veranderd. Direct na ons komen ook de laatste boten aan. ’s-Middags vaar ik met een aantal vrienden naar de kant om alles te regelen voor onze boottocht door het oerwoud van Midden-Kalimantan. Sharon van de Watusi 2 heeft alles voor ons geregeld. We gaan met drie koppels een tocht van drie dagen over de rivier maken. Tijdens de tocht maken we diverse korte en lange wandelingen naar de voederplaatsen voor de orang-oetangs. De eigenaar van een hotel werkt als agent voor een aantal rivier boten.
Dit vrouwtje doet de hele dag niets anders dan matjes vlechten
van bladeren, voor de dakbedekking van huizen.
Hij verwelkomt ons hartelijk en we krijgen alle informatie over de te maken tocht, waaronder wat we in ieder geval wel of niet moeten meenemen. Ook vertellen ze over alle andere diensten die ze aanbieden zoals bijvoorbeeld het leveren van diesel en het doen van de was. We betalen onze reis en lopen het stadje Kumai in om wat boodschappen te doen, geld te halen en om regenjassen te kopen. Deze laatste blijken geen overbodige luxe te zijn zullen we ervaren. Kumai is een oude handelsstad met nog veel loodsen. Ook zie je hier nog veel mensen die met de hand matjes maken van bladeren. Deze matjes worden gebruikt als dakbedekking, zoals in Nederland met riet. Het zijn veelal vrouwen die dit werk doen.
Het restaurant waar ze uitstekend voedsel serveerden. Veel 
lokale Hindoestaanse mensen kwamen hier eten. Gegeten
werd er met de handen en op verzoek kreeg je bestek.
Nadat we Sonja vanaf de Ikinoo hebben opgehaald besluiten we naar de stad te gaan. De eigenaresse van het hotel bracht ons met haar auto naar de plaats Madurejo en zette ons daar voor de deur van een restaurant af. Het restaurant ziet er een beetje vervallen uit, maar het is er erg druk met locals. We kunnen gelukkig nog een tafeltje krijgen en het eten is eenvoudig en heerlijk. Ook kunnen we, tegenover het restaurant, geld uit de automaat krijgen. Onderweg terug naar onze boten doen we nog snel even wat inkomen bij een grote supermarkt. Na terugkomst op de Ikinoo, wordt het tijd om onze reistas in te pakken. We controleren de ligging van de Ikinoo nog eens goed om zeker te weten dat we goed vastliggen. Gedurende onze afwezigheid is er een boatboy die op de diverse jachten past. Voor hem leggen we wat te eten en te drinken klaar. ’s-Morgens om 10:00 uur worden we door een speedboot opgehaald en naar onze rivierboot gebracht. Op de boot liggen al drie grote matrassen klaar.
Ons reisgezelschap bij vertrek uit Kumai.
We slapen in de openlucht, waarbij de bedden ’s-avonds van grote klamboes worden voorzien. Ook is er een grote tafel met zes stoelen. Hier gaan wij ons wel vermaken. Zodra we alle zes aan boord zijn, vertrekken we direct richting het riviertje waarover we de komende drie dagen gaan varen bij ons bezoek aan het Tanjung Putting National Park. Tegen de stroming in varen we rustig de rivier op. Al snel hebben we geen telefoonbereik of Internet meer. Dat zal de komende dagen zo blijven. Onderweg geven we onze ogen goed de kost, omdat in de bomen diverse soorten apen en verschillen zeldzame vogels te zien zijn.
Een vrouwelijke neusaap in de bomen terwijl wij langsvaren.
Zo zien we onderweg een groep Neusapen, Makaak apen, diverse soorten Neushoornvogels, grote roofvogels en diverse kleine vogelsoorten. Je komt ogen te kort. Als we eenmaal zijn gesetteld en een tijdje met de verrekijker de bomen hebben afgestruind, wordt de lunch geserveerd. Eenvoudige maar uitstekende Indonesische gerechten. Onderweg zien we ook andere rivierbootjes met gasten en lokale vissers die proberen hun dagelijkse kostje te vangen. In de loop van de middag leggen we aan bij ons eerste kamp. De kampen langs deze rivier zijn opgezet door een organisatie die de orang-oetangs helpen bij het overleven in de natuur. Zo komt het helaas nog steeds voor dat jagers als ze een moeder met een jong zien, de moeder doodschieten om vervolgens het jong als huisdier voor veel geld te verkopen aan rijke particulieren.
De toegang tot het nationaal park.
De jongen leven als huisdier tussen de mensen. Ze groeien echter gewoon op, waardoor ze op een bepaald moment te groot en te sterk worden voor de mensen waaronder ze leven. Deze apen komen uiteindelijk bij deze organisatie terecht die helpen deze apen te re-integreren in één van de diverse groepen apen. Helaas hebben deze apen niet geleerd hoe ze voedsel kunnen vinden en niet hoe de sociale hiërarchie binnen de groep functioneert. In eerste instantie leven deze apen in kooien ter bescherming van henzelf. Later worden de kooien geopend zodat ze kunnen wennen aan hun soortgenoten. Ook worden de overige apen van extra voedsel voorzien omdat door het kappen van het oerwoud ten behoeve van de steeds verder oprukkende palmolie plantages, er steeds meer apen per oppervlakte leven, waardoor het beschikbare voedsel niet toereikend is.
Een lokale visser op zoek naar een dagelijks vers portie vis.
De Covid periode heeft de overheid en de natuurbeschermers de gelegenheid gegeven om eens goed na te denken over de toekomst van dit natuurgebied. Hierbij heeft men vooral veel aandacht gegeven aan het aantal toeristen, rivierboten en te bezoeken kampen. De hoeveelheid toeristen die dagelijks dit gebied bezochten veroorzaakte namelijk een te zware belasting voor de natuur en verstoorde te veel de leefomgeving van de dieren. Voor de covid periode kwamen er soms wel meer dan 1.000 toeristen per dag dit gebied bezoeken. Dat hebben ze nu begrensd op maximaal 300 mensen. Ook is een groot aantal kampen gesloten voor toeristen. Hier wordt nog wel bijgevoerd maar je kunt ze niet meer bezoeken. Dit heeft tot gevolg gehad dat het aantal rivierbootjes gereduceerd moest worden. Helaas vind je sommigen daarvan volledig verlaten en vervallen terug langs de oever van de rivier.

Dit boord is niet overbodig hebben wij gemerkt. De apen zijn
overal om je heen en soms zelfs in de boom boven jou. Voor 
dat je het weet krijg je "gele regen" over je heen.
Voordat we de bossen ingaan krijgen we uitleg over wat we gaan zien en leggen ze de spelregels uit. Zo moet je bij de voederplekken achter het heuphoge hek blijven, zodat je niet te dichtbij komt en de apen zich bedreigt kunnen voelen. Daarnaast kunnen de apen ook in de bomen rond om je heen zitten, we moeten er hierbij op letten dat wij niet tussen een mannetje en een vrouwtje met een baby in komen te staan. Het mannetje kan zich hierbij bedreigt voelen. Ook het gebruik van een flitsapparaten is niet toegestaan. Voederen met wat dan ook is geheel uit den boze. We gaan met onze gids op pad. Sonja heeft besloten dit keer mee te gaan. Na een, helaas, wat langere wandeling over een moerassig pad, komen we bij de eerste voerderplaats aan.
Het alfa mannetje, rustig aan het eten, terwijl de rest wacht
totdat hij weggaat en zij kunnen gaan eten.
Het is direct indrukwekkend wat we zien, de apen zijn zo dichtbij dat je even een paar keer moet slikken. Vooral het alfa mannetje is heel indrukwekkend. Al snel zie je en voel je dat de apen aan mensen gewend zijn en dat ze deze compleet negeren en volledig hun eigen gang gaan. Bij deze voederplaats is het alfa mannetje heel aanwezig en blijven de vrouwtjes met hun baby’s in de bomen wachten totdat hij klaar is met eten. Af en toe komt er een jonger mannetje wat wortels halen, waarbij hij zo veel mogelijk eten in zijn bek stopt en snel terug de boom in klimt, een heel komisch gezicht, het zijn net kleine kinderen. ’s-Avonds maken we nog een kleine wandeling door het bos, waarbij we kleine vogeltjes tegenkomen die rustig blijven zitten als je voorbijloopt.
Dit vogeltje zoekt de bescherming tegen regen. Ze blijft rustig
zitten terwijl ik haar fotografeer
Ook zien we veel insecten zoals grote spinnen, vuur mieren, wandelende takken en hagedissen. Terug aan boord komen de flessen op tafel. Het wordt een hele gezellige avond waarbij we met z’n zessen ook nog het spelletje Uno spelen. Onze gids is Islamitisch, echter tegen een glaasje wodka zegt hij geen nee en drinkt dan ook gezellig met ons mee. Als de klamboes hangen, zoekt eenieder al snel zijn bedje op. Morgen een nieuwe dag met nieuwe indrukken. Na een heerlijke nachtrust, waarbij we omringt werden door talloze oerwoudgeluiden, zitten we al vroeg aan het ontbijt. Na het ontbijt varen we verder over de rivier naar het volgende kamp. Onderweg komen we een dorpje tegen dat volledig onder water staat. Het blijkt dat de grote regelval van de afgelopen dagen het waterniveau in de rivier extreem heeft doen stijgen.
Zo wonen de mensen langs deze rivier, dagelijks bezig met 
overleven en het vinden van voldoende voedsel.
Ook komen we woningen tegen van mensen die langs de rivier wonen en hier hun kost verdienen als natuurgids of gewoon leven van wat de natuur hen verschaft. Ook zien we diverse andere rivierbootjes die dezelfde route volgen. Het aantal is echter niet hinderlijk. Wel zie je bootjes met soms 2, 4 of 6 personen aan boord, waardoor ook de afmetingen verschillen, kleurrijk zijn ze in ieder geval wel. Bij het volgende kamp aangekomen besluit Sonja niet mee te gaan, de dag daarvoor heeft haar te veel vermoeid. Als we over het pad lopen zien we prachtige vleesetende trompetbekerplanten.
Deze prachtig gekleurde trompetbekerplant vond ik langs het
wandelpad op weg naar de voederplaats.
Ook komen we onderweg al apen tegen die zich richting de voederplaats bewegen. Een keer staat er zelfs een alfa mannetje midden op het pad waardoor we genoodzaakt zijn even een tijdje te wachten totdat meneer weer in de bomen verdween. Ook kwamen we een moeder tegen met haar jong die rustig in de boom naar ons zat te kijken, hoe mooi kan de natuur zijn. Bij de voederplaats aangekomen was er in eerste instantie geen alfa mannetje, zodat er vele moeders met hun kleine op het voederplateau te vinden waren.
Een zeer jonge orang-oetang die zich net even los had gemaakt
van zijn moeder, hoe mooi kan de natuur zijn
Ook nu weer zag je duidelijk dat er een bepaalde hiërarchie tussen de apen aanwezig is, sommigen bleven in de bomen wachten totdat anderen zich tegoed hadden gedaan. Toen het alfa mannetje verdween, bleef maar één vrouwtje met haar baby zitten, de rest bleef in de bomen toekijken. Terug op onze boot kregen we een heerlijke lunch voorgeschoteld met veel groente en vis. Opnieuw gingen we verder de rivier op naar ons kamp dat we die middag zouden gaan bezoeken. Dit was ook direct de grootste voederplek die wij gezien hebben. Het pad ernaartoe was al een belevenis. Eerst liepen we over een houten steiger. Aan het einde gekomen moesten we echter het water in, Met mijn korte broek zoveel mogelijk opgetrokken, lukte het net mijn kleren droog te houden.
Soms heb je zo veel mooie foto's dat je niet weet welke je moet kiezen. Een collage biedt dan een uitkomst. Helaas kan dit nog steeds niet de sfeer weergeven die je voelt als je hier staat en dit ziet.
Even een wandelingetje maken tussen al die vreemde snuiters,
Wel moesten we daarna onze voeten en benen goed onderzoeken op bloedzuigers die hier zeer veel voorkomen, twee leden van onze groep moesten er één verwijderen. Aangekomen bij de voederplaats, bleek deze groter te zijn dan de voorgaande. Er waren ook meer apen aanwezig. Er was er zelfs een die een wandeling maakte tussen de bezoekende mensen door en daarna rustig op het hek ging zitten. Wie was nu eigenlijk wie aan het bekijken?
Een spinnetje op de paal van het bankje waarop we zaten.
In deze oerwouden zijn niet alleen apen, onder zitbank waarop je rustig de apen kunt bewonderen, vonden we een spinnetje, wouw wat een afmeting. Deze voederplek werd sterk gedomineerd door een alfa mannetje, die echter wel andere soortgenoten toeliet op het plateau, mits ze niet te dichtbij kwamen. Op de terugweg moesten we opnieuw door het water en kregen we ook nog een enorme regenbui over ons heen. De regenjassen kwamen dus wel heel goed van pas. Eenmaal aan boord was het borreltijd en kregen we daarna een uitstekende maaltijd met verse kip. De kippen waren levend meegenomen vanuit Kumai en nu geslacht en bereid in onze maaltijd. De avond verliep weer heel gezellig, waarbij de fles Whisky van Chris soldaat hebben gemaakt. We lagen weer op tijd onder onze klamboe op bed, de dag was vermoeiend geweest met ontzettend veel indrukken.
Dit is een impressie van het 2e kamp dat we die dag bezochten, woorden schieten soms te kort.
De laatste dag van onze reis maakten we een lange wandeling door het oerwoud met een lokale gids.
Wandelend door het oerwoud, waarbij het soms zo moerassig
was dat men paden van hout had gemaakt, spekglad waren ze.
Door de vele regenval van de afgelopen weken, was het pad modderig en soms volledig onder water. Hierdoor was de wandeling heel vermoeiend, waarbij we ook een aantal keren stopten om onze benen en voeten te controleren op bloedzuigers. Dit keer moest onze gids er één verwijderen van zijn enkel. Toen het pad wat ging stijgen werd deze ook droger. Nu moesten we vooral oppassen voor de vuurmieren. Bij een groot spoor van vuurmieren aangekomen, draaide ik mij om en waarschuwde ik de mensen achter mij. Helaas had ik zelf niet goed opgelet waar ik ging staan. Het gevolg was dat ik even later gebeten werd en er een helse pijn door mijn onderbeen ging. De pijn is zeer intens en houd ongeveer een uur aan. Daarna verdwijnt deze langzaam. Na ongeveer vier uur voel je er niets meer van. Niet voor herhaling vatbaar.
De paden waren soms ondergelopen, waarbij we door het 
water moesten waden.
Bij onze tweede rustplaats bij een huisje welke dient als schuilplaats voor het geval er hevige regenval is, hingen aan het plafond twee vleermuizen. Samen met een specht die wij zagen, waren dit de enige dieren die we onderweg zijn tegengekomen. Na ongeveer 3 uur lopen kwamen we bij een bootje, waarmee we roeiend door het oerwoud naar het riviertje werden gebracht. Vanaf daar ging het, met grote snelheid, op de motor terug naar onze rivierboot. We kregen nog een heerlijke lunch voorgeschoteld van alle restjes van de afgelopen dagen, waarna we de rivier afzakten, terug naar de Kumai rivier. Een groot avontuur zat erop. Dit hadden we echt niet willen missen. Terug op de Ikinoo zagen we dat de bootboy alleen wat te drinken had genomen.
Vleermuizen genoeg in het oerwoud, deze schrokken wel van 
onze komst en waren even later gevlogen.
Wel was er tegenover ons, dus aan de andere kant van de rivier, een passagiersschip met laadruimte, omgeslagen. Door het verkeerd ontladen van de scheepsruimte was het schip scheef gegaan en vervolgens omgeslagen en gezonken. Gelukkig waren er geen doden gevallen omdat de passagiers de boot al hadden verlaten. Aan het einde van de middag kwam men nog 80 liter diesel brengen. Voor het eerst deze reis kregen wij Dex-lite geleverd. Het voelde niet goed, maar we hadden de brandstof hard nodig voor onze volgende reis naar het eiland Belitung, een afstand van 265 nm, maar daarover meer in het volgende verhaal.

vrijdag 25 november 2022

Een tussenstop op het eiland Bawean

Dit keer een kort verhaaltje over het eilandje Bawean, een eilandje dat gebruikt wordt als tussenstop van Lombok of Bali naar Borneo of Kalimantan zoals dat tegenwoordig heet. De afstand hiertussen is namelijk ongeveer 460 nm, vandaar de tussenstop op Bawean. Om 09:00 uur LT zijn we los van de mooring en varen we voorzichtig tussen de riffen door naar open water.

Deze boot kwamen we midden op zee tegen. We hebben geen 
idee wat de functie ervan is.
De voorspellingen zijn niet al te gunstig, eerst nog voldoende wind die later afneemt en heel veel kans op onweersbuien met windstoten. We zullen wel zien. Zodra we op open water zijn, hijsen we de zeilen. Er staat een mooie 15-22 kn wind, heerlijk zeilweer dus De start is in ieder geval goed. We zitten in de acceleratiezone tussen de eilanden Lombok en Bali. De wind blijft langer dan verwacht, wel neemt deze aan het einde van de ochtend af naar 10-15 kn, nog steeds een goede wind om op te zeilen. Langzaam neemt de wind echter verder af en in de schemering is het over, we starten de motor en halen de yankee weg en zetten het grootzeil strak in het midden. Schuin achter ons zien we een zeer zware onweersbui. Op de radar zien we dat deze bui onze koers gaat kruizen. Gezien de heftige activiteiten  wil je daar niet in terechtkomen. We wijzigen onze koers, geven wat meer gas en proberen zo de bui te ontlopen. Dat lukt gelukkig en we halen opgelucht adem. Gedurende de nacht zien we heel regelmatig weerlichten om ons heen. In de ochtend komt er weer wat wind en kunnen we weer zeilen. Na een paar uur is het gedaan met de wind en helpt de motor ons weer vooruit.
Dit soort visconstructies kom je onderweg tegen. In de verte
zie je de tweede drijven.
Gedurende de dag en de nacht is het rustig weer. Wel komen we onderweg een vreemde boot tegen. We weten nog steeds niet of dat het een vissersboot was of een boot die een ceremonie aan het uitvoeren was. Daarnaast zagen we boomstammen met overeind staande palmbladeren op zee. Meestal liggen er meerdere bij elkaar, waarbij er een vislijn is gespannen tussen twee van deze obstakels. Helaas zijn ze onverlicht en kun je alleen maar hopen dat je er ’s-nachts niet tegenaan vaart. Vroeg in de ochtend zie ik achter ons weerlichten. Ik start de radar op en zie dat er zich achter ons een breed front met onweersbuien heeft gevormd. Ontwijken is niet meer mogelijk omdat het front te breed is. Langzaam maar zeker haalt het front ons in, deze beweegt zich met zo’n 8 kn tegen de windrichting in.
De ankerplek bij Bawean, goede zandgrond en prima strand 
om aan land te gaan. De bewoners helpen je graag om je 
dinghy op het strand te trekken.
Zodra deze boven ons is nemen we wat gas terug en laten het geheel passeren. Pas als de zon begint te schijnen lost het front zich op. Net voor de middag laten we ons anker zakken bij de ankerplek van Bawean. Het eiland Bawean stelt op zich niet veel voor. Je kunt er op een scooter in een paar uur omheen rijden. De meeste van de rally deelnemers waren hier twee dagen eerder dan ons en hebben met de bewoners een bustochtje gemaakt. Helaas regende het tijdens dit tochtje pijpenstelen en hebben de mensen niet veel gezien. De bewoners zijn streng Islamitisch en aan veel zaken is er gebrek. Bier of wijn is nergens op het eiland te koop. Zo kunnen we er bijvoorbeeld ook geen goede diesel kopen.
Links is een flesje met Solar, rechts met Dex Lite.
Diesel is in Indonesië trouwens iets waarmee je heel voorzichtig moet zijn. Men heeft in Indonesië drie soorten diesel, te weten Dex, Dex lite en Solar. Hierbij is Dex de beste kwaliteit diesel maar ook meteen de duurste. Deze is blank tot lichtgeel van kleur. Dex Lite is in principe Dex diesel die echter voor 20% is aangelengd met palmolie. Deze is rossig van kleur. Solar is van zo’n slechte kwaliteit dat wij deze niet durven te gebruiken. Deze heeft een koffiekleur. Als je tankt kun je dat het beste zelf doen bij een tankstation zodat je weet wat je krijgt. Soms staat er zelfs een mannetje in de buurt van een tankstation die je probeert overhalen om een goedkopere kwaliteit te kopen, trap daar niet in, voordat je het weet heb je Solar kwaliteit in je tank en niet elke dieselmotor loopt hier goed op. Het grootste deel van onze reis konden wij Dex diesel kopen. Pas vanaf Kalimantan was deze niet meer te koop en moesten we overschakelen op Dex Lite. Vreemd genoeg was de Dex Lite vanaf dat moment net zo duur als Dex!? In Bewean was echter alleen Solar te koop. Om boodschappen te doen ben ik met een gids op de scooter op stap geweest. Je hebt hier echt een gids nodig omdat deze weet waar je wat kunt kopen.
Midden op zee kom je deze vissersbootjes tegen. De mast die 
je ziet, zijn in feite twee hengels. Zodra ze gaan vissen, op een 
lange lijn, laten ze aan weerszijde van het bootje een hengel
zakken totdat deze schuin omhoog staat.
Veel verse voedingsmiddelen zijn schaars. Gelukkig kon ik alles kopen wat wij wilde inkopen. ’s-Avonds had men voor ons een barbecue georganiseerd als afscheidsfeest. Je mocht wel je zelf meegenomen biertje of wijntje drinken, alleen mocht dat vanaf de straat niet zichtbaar zijn. Er werd vooral veel vis gegrild en natuurlijk saté ajam, waarbij de hoeveelheid kip per stokje heel gering is maar de satésaus echter prima is. Het team van Bawean dat deze rally begeleide was zeer  jong en onervaren, maar wel heel erg enthousiast. Een leuke tussenstop voor een overtocht die anders wel lang wordt. Tijd voor de volgende etappe naar Borneo of Kalimantan zoals het nu heet.

zondag 6 november 2022

Lombok en Bali

Deze keer beschrijven we Lombok en Bali samen in één verhaal. De reden is dat we tijdens ons verblijf op Lombok, de Ikinoo in Lombok hebben achtergelaten, om vervolgens met een ferry naar Bali af te reizen voor een vakantie van een week. Maar daarover verderop in dit verhaal meer. We beginnen daar waar we gebleven waren.

Onze plek aan de mooring bij Medana Bay Marine. 
Na een paar uur te hebben geslapen, halen we het anker op en verlaten, met pijn in ons hart, onze ankerplek bij Jambu Village. Wat hebben we hier een prachtige ervaring opgedaan door te zwemmen met twee grote walvis haaien. Zodra de zeilen staan, kan de motor uit en zijn we onderweg voor een tocht van 127 nm. We stellen de windvaan in zodat de autopilot uit kan. We varen met het grootzeil op het 2e rif. Even later blijkt dat dat geen verkeerde keuze was. We halen snelheden ruim boven de 7 kn zonder dat het oncomfortabel wordt. In de loop van de avond neemt de wind wat af als we in de luwte van het eiland komen. Zodra we echter de zeestraat tussen Sumbawa en Lombok in zeilen, hebben we direct weer een stevige bries staan. Er staat continu 20-25 kn wind van opzij.
De Ikinoo aan een Mooring. Deze foto is genomen door een
vriend van ons.
Dat schiet dus aardig op. Helaas, als we in de luwte van Lombok komen, is het over met de pret, de wind verdwijnt in zijn geheel. We starten de motor en varen rustig verder langs de noord kust van Lombok naar de Medana Bay Marina. Het aanlopen van deze Marina is niet eenvoudig, echter als je de opgegeven Waypoints volgt, kom je er zonder al te veel problemen. In de baai liggen diverse soorten moorings. De grootte van de boei bepaald welk gewicht de boot maximaal mag hebben. Hoe groter de boei des te zwaarder mag de boot zijn. Wij kiezen de mooring met de grootste boei, die schepen kan hebben tot 25T, en even laat liggen we netjes vast. Dit is een echte Marina, echter zonder veel bruikbare steigers, wel voldoende moorings. Ook kan men hier de boot op de kant zetten voor onderhoud of om deze voor een langere periode achter te laten.
Een groot deel van de sail2indonesië deelnemers bij de lezing
over de rally door Maleisië.
Alle voorzieningen zijn aanwezig voor het liften van monohulls en catamarans. Op het complex heeft men appartementen voor die mensen die niet op de boot willen blijven wonen gedurende het onderhoud en er is een goed restaurant met een mooie menukaart en alle soorten dranken, waaronder rode en witte wijn, rosé en prosecco. We verblijven hier een aantal dagen. We huren een scooter en maken een tocht naar de stad Mataram, waar we boodschappen doen in een groot winkelcentrum en geld halen. Op de terugweg worden we overvallen door een stortbui. We staan zeker een uur te schuilen voordat het weer droog wordt.
Hier kwamen de mensen aan lopen met een schaal met op hun
hoofd voorzien van traditioneel voedsel. Het geheel werd 
vooraf gegaan door een band.
Elke avond zijn we met alle zeilers in het restaurant te vinden. De organisatoren van de sail2indonesia rally en de Maleisië rally zijn beide hier aanwezig en geven een lezing over Maleisië en de voordelen die het heeft om met de Maleisië rally mee te doen. Voor ons is dit geen optie omdat de rally begint als wij al lang en breed in de Panchor Marina liggen vanwaar we naar Nederland vliegen. De organisatie doet echt zijn best, zo organiseren ze een middag met toespraken, een originele dans en een gezamenlijk maaltijd op Hindoestaanse wijze. Dit laatste houdt in dat de gast een een schaal met een maaltijd voor twee personen bij zich heeft, bestaande uit diverse gerechten met rijst. De persoon die de maaltijd heeft meegebracht zit al op de grond. Door tegenover de persoon te gaan zitten, je netjes voor te stellen, kun je deelnemen aan deze maaltijd.
Hier zit ik als gast op de grond en leer hoe ik 
met mijn rechterhand kan eten. De gerechten
waren verrukkelijk.
Gegeten wordt er met de rechterhand, dus zonder bestek. Voor velen van ons was dat de eerste keer dat we met onze handen aten, wel een hele aparte belevenis. Twee dagen later verlaten de meeste boten de Marina en gaan onderweg naar Lovina op Bali. Wij blijven echter. We hebben het plan opgevat om de Ikinoo hier aan de mooring achter te laten en een vakantietrip van een week naar Bali te maken. Het personeel van de Marina let in die periode op de Ikinoo en controleert geregeld de lijnen waarmee deze is vastgemaakt. We laten ons met de taxi naar de ferryterminal brengen, vanwaar alle schepen vertrekken naar de diverse bestemmingen op Bali. Wij hebben ervoor gekozen om vanaf Bangsai op Lombok naar Sanur op Bali te varen met een tussenstop bij het plaatsje Toyapakeh op Penida Island. De ferry’s zijn in principe grote speedboten met heel veel vermogen. Zo had die van ons zes stuks 250pk buitenboordmotoren. Ze varen met hoge snelheid van A naar B. Op de heenreis hadden we de wind en de golven schuin van voren staan. Door de snelheid en de hoge golven maakte het schip enorme klappen. Gelukkig hadden we comfortabele stoelen. De snelheid ligt rond de 30 kn, maar wordt door de golven en de klappen soms teruggebracht naar 20 kn. Een ritje in de achtbaan is er niets bij.
Wat een power, 6 keer 250 pk als aandrijving.
De zijramen kunnen wel open, maar door het vele overkomende water laat je dit wel. Aangekomen bij het plaatsje Sanur, blijkt dat de haven hier volledig wordt gerenoveerd en dat we via de achterkant van de boot in het water moeten stappen en naar de kant toe lopen. Gelukkig voor Sonja is er een sterke man die haar naar het droge tilt. Met een taxi laten we ons vervolgens naar het Sri Abi Ratu Villa & Resort brengen, waar wij voor een week een appartement hebben gehuurd. De prijs voor een taxirit kan in Indonesië aardig variëren, het is dan ook raadzaam de prijs vooraf af te spreken. Het resort waar wij verbleven, was in het verleden zeer modern geweest, de kamers waren netjes en voorzien van een grote badkamer en het bed was uitstekend. In de tuin hadden we zelfs een privé zwembadje.
Ons privé zwembadje in de tuin van ons appartement.
Het gehele complex is verder eigenlijk een beetje gedateerd. Het vermelde restaurant met bar is er niet meer en men kan alleen wat frisdrank uit de koelkast bestellen en koffie en theezetten in je appartement. Ook het zwembadje wordt onvoldoende schoon gehouden. Bij het boeken hadden we het idee dat het al aardig vol zou zijn, er waren echter maar drie appartementen bezet. Wat wel speciaal is, is dat het wemelt er van de dieren. Eenmaal hadden we een grote hagedis op de muur boven ons bed zitten. Hij kroop achter het schilderij wat daar hing en we zagen hem niet meer terug.
Deze vond ik zomaar op straat terwijl ik op Sonja wachte.
’s-Nachts zijn er kikkers actief die ook tegen de muren en de ramen opkruipen. Als ze dan beginnen te kwaken schrik je echt omdat het net is alsof ze in je slaapkamer zitten. Daar moet je dus wel tegenkunnen. ’s-Avonds brengt de jongeman die ons heeft ontvangen, ons met zijn eigen scooter naar een nabijgelegen restaurant. Hier eten we wat en drinken een biertje. Na afloop komt hij ons weer ophalen. Voor de volgende zeven dagen hebben we een scooter gehuurd zodat we ons makkelijk kunnen verplaatsen over het eiland. Dat scooter rijden is wel een dingetje hier op Bali. Het vervoer per scooter gaat sneller dan met de auto. Het verkeer staat namelijk regelmatig vast. Met de scooter scheurt iedereen tussen de auto’s en de vrachtwagens door. In het begin moet je daar echt even aan wennen, maar na een paar dagen doe je gewoon mee. Je haalt alles en iedereen in, links of rechts, het maakt niet uit.
Hollandse bitterballen, YES
Daarbij hangt iedereen op zijn toeter om aan te geven dat ze voorbijkomen. Je zenuwen moeten wel sterk zijn, maar uiteindelijk is het na verloop van tijd wel leuk om te doen. De eerste dag rijden we naar de plaats Seminyak, waar we op zoek gaan naar een kledingmaker die voor Sonja twee jurkjes kan maken op basis van een jurkje dat ze bij zich heeft. De winkel die we op internet hadden gevonden kon geen jurkjes maken. Teleurgesteld verlieten we het winkelcentrum. Al flanerende langs de winkels zagen we een massagesalon. Sonja heeft hier haar voeten laten verwennen met een massage en pedicure. Ze voelde na afloop weer zijdezacht aan. We vinden een kledingmaker die in een paar dagen deze jurkjes kan maken. Sonja zoekt de twee kleuren zijde stof uit en we doen een aanbetaling en maken een afspraak voor de dag dat wij de jurkjes komen halen. Voor de lunch gaan we naar een restaurant dat volgens Sonja heel bekend is en waar ook veel inwoners van Seminyak komen eten. Tot onze verrassing hadden ze bitterballen op het menu staan. We hebben deze natuurlijk besteld en ervan genoten. De rest van de maaltijd was ook prima. We waren net klaar met eten en wilde gaan betalen, toen er een onweersbui los barste, het regende tijden lang pijpenstelen. Gelukkig zaten we droog en bestelde nog maar wat te drinken. Onderweg zagen we regelmatig mensen lopen met kleine offerbakjes met bloemen, wat eten en een wierookstokje. Bij navraag bleek dat de Hindoestaanse bevolking van Bali deze offers neerlegt bij tempels, op de stoep voor een winkel of bij de kleine tempeltjes op de markt.
Overal op straat kom je deze zoenoffers tegen.
Met deze offers probeert men de kwade demonen goed gezind te houden. Erop gaan staan wordt als disrespectvol gezien. Elke kleur van een boem staat symbool voor een andere god. Aan het einde van de dag reden we terug naar ons resort, waarbij we nog even een biertje dronken en een kleinigheidje aten bij het restaurant waar we die dag daarvoor al te gast waren geweest. De volgende dag stonden we vroeg op omdat we een druk programma voor de boeg hadden. Als eerste reden we op onze scooter naar de Tegenungan watervallen. Via trappen daal je af in een vallei en kun je de waterval bewonderen. Op gepaste afstand van de waterval kun je zelfs zwemmen en er is zelfs een reddingsstation aanwezig. Wat ons opviel, was dat aan de zijde waar wij afdaalde veel gebouwtjes sterk verwaarloosd waren, terwijl aan de kant waar wij weer omhoogliepen veel gebouwen nieuw waren. Toen we eenmaal weer boven waren, vonden we zelfs veel stalletjes met toeristische prularia. Eenmaal boven aangekomen, liet ik Sonja achter en wandelde snel de vooraf gelopen route weer terug om onze scooter op te halen.
We hebben zo veel foto's genomen dat we niet wisten welke te kiezen, dus dan maar via een collage.
Aansluitend reden we door naar de dierentuin van Bali. In onze ogen heeft de dierentuin twee gezichten, deels is het een aantal jaren geleden vernieuwd waarbij de dieren veel bewegingsruimte hebben gekregen en deels is het nog oud met dieren in kooien.
Je loopt hier dus gewoon tussen de dieren, zonder enig hek 
wat de dieren tegenhoud.
Zodra je in het park bent loop je zonder afscherming tussen herten en de wallabay's door die rustig blijven staan of zitten om jou te bekijken. Er is geen hek die de dieren binnen houdt. Bij binnenkomst loop je de eerste tijd door dat deel van het park waar de dieren veel leefruimte hebben, je kunt er zelfs een ritje maken op de rug van een olifant, wel tegen extra betaling natuurlijk. Zo is er ook een groot afgeschermde grote oude kooi waar je naar binnen kunt. Hier loop je tussen de dieren door die de mens hebben geaccepteerd. Er is wel een bewaker die erop toeziet dat je de dieren niet aanraakt, maar voor de rest kun je heel dicht bij de dieren komen. De dierentuin is zeker de moeite waard. Voordat we weggingen hebben we hier nog geluncht met saté.
Een collage van de dieren in deze dierentuin. Zoals je op de foto's kunt zien zitten de meeste van deze in hele grote ruimtes en loop je er zelf tussendoor.
Op de scooter gingen we verder, op zoek naar een bekend restaurantje midden tussen de rijstvelden. Het was een hele klus om dit restaurantje te vinden. Het laatste gedeelte hebben we zelfs door de regen gelopen omdat wij het paadje wat te smal en te modderig vonden om met de scooter te rijden.
Hier zijn de boeren aan het werk op de rijstvelden.
Hier hebben we wat gedronken en vegetarisch gegeten terwijl het pijpenstelen regende. Zodra het weer droog was, zijn we opnieuw op pad gegaan, deze keer terug naar ons resort. Onderweg nog even wat bier en chips gekocht. ’s-Avonds samen op bed gezeten en een filmpje gekeken onder het genot van bier en chips. Gesloopt waren we. De volgende dag was het grijs met een voorspelling voor veel regen. Het internet van Sonja functioneerde niet meer. We reden naar de dichtstbijzijnde winkel die ons kon helpen. Na meer dan twee uur sleutel kwam men tot de conclusie dat het probleem niet bij hen lag maar dat het toestel het probleem was. Ineens herinnerde ik mij dat ik dit eerder had meegemaakt. Sonja had een datalimiet ingesteld op haar telefoon.
Een ander voorbeeld van een zoenoffer voor een winkel.
Om de een of andere reden wordt deze waarde naar “0” gezet, waardoor het Internet niet meer functioneert. Ik heb de waarde naar 100 Gb veranderd en het Internet functioneerde weer. Op de scooter reden we vervolgens naar Kuta, het toeristische centrum van Bali. Hier is een groot overdekt winkelcentrum waar we een paar uur hebben rond geslenterd. Er was een bijzonder restaurant waar je een menu van de gril kunt bestellen. Steeds serveren ze een gerecht waarbij je gelijktijdig ook van het buffet kunt opscheppen. Ook de frisdrank is in de prijs inbegrepen.
Het regent pijpenstelen terwijl wij rondlopen in de mall.
We waren net klaar met eten toen de weergoden opnieuw de sluizen openzette. Met pijpenstelen kwam het uit de lucht vallen. Gelukkig liepen wij droog, Zodra het droog was zijn we weer teruggereden naar ons resort. Opnieuw wat biertjes gekocht voor consumptie op onze kamer. Ondertussen waren de jurkjes voor Sonja klaar, tijd dus om opnieuw naar de kleermaker te rijden. De jurkjes waren klaar en er kon dus worden afgerekend. Ergens in de omgeving bevond zich een tempel die wij graag wilde bezoeken. Het is niet en tempel niet echt bekend is, maar juist daarom wel interessant. Bij binnenkomst werden we van harte welkom geheten en kregen we een gele sjerp om die aangeeft dat je een gast bent.. De tempel was heel oud en ook een beetje aan het vervallen.
De ingang van de oude tempel midden in een drukke stad.
Vooral oudere mensen waren bezig met het onderhoud en het aanvegen van de straatjes en pleintjes. De rust is hier echter overweldigend, ondanks dat deze tempel midden in een drukke stad ligt. Na afloop hebben we het gastenboek getekend. Ook bezochten we het Ubud Water Palace. Dit is een tempel die door veel toeristen bezocht wordt, de watertuin is werkelijk prachtig met veel lotusbloemen en ook de tempel zelf is mooi en goed onderhouden. Bij de ingang is zelfs een restaurantje aanwezig waar je wat kunt eten en drinken. Deze tempel is zeker de moeite waard. 
Een impressie van het Water Palace in Ubed, een schitterend met schitterende bloemen in de vijver.  
Aansluitend reden we door naar een vlindertuin. Deze bleek verplaatst te zijn naar een nieuwe locatie.
Een van de schitterende vlinders.
De laatste keer dat wij een vlindertuin zagen was in 2018 bij ons bezoek aan Suriname. Deze was wat minder spectaculair maar zeker de moeite waard. Men heeft hier alleen de vlinders die in Indonesië voorkomen. Er zitten hele grote exemplaren bij. Rond om het complex is men nog bezig om de tuinen verder in te richten. Dat gaat wat langzaam omdat je ook af en toe moet rusten, zeker onder werktijd. De laatste dag van ons verblijf op Bali bezochten we een orchideeëntuin, het klimaat in Indonesië leent zich hier prima voor. Alles groeit van nature, zo ook deze bloemen. Na afloop van dit bezoek zijn we teruggereden naar ons resort omdat Sonja zich niet 100% voelde.
Een tuin vol met dit soort schitterende orchideeën.
Voor het diner reden we met de scooter naar Sanur. Dit is een toeristisch plaatsje met veel leuke restaurantjes. Onderweg daar naartoe werden we staande gehouden door een politieagent. Wat bleek, buiten de bebouwde kom moet je een helm dragen. Nu had Sonja de gehele week nog geen helm op gehad, omdat we deze verkeersregel niet kende, terwijl we hier al een aantal keren hadden gereden. We hadden de keuze uit voorkomen over drie weken of de boete direct betalen. Hij had een lijst bij zich met de bedragen die je moet betalen bij bepaalde overtredingen.
De avond voor ons vertrek kregen wij dit van de manager van 
het resort waar we verbleven.
Hij schreef iets op een briefje, liet mij mijn naam opschrijven en wij betaalde een paar honderdduizend roepia’s. We weten het niet zeker, maar dit geld komt niet daar waar het thuis hoort. De volgende dag stond in het teken van de terugreis naar Lombok. Om 08:00 uur werden we opgehaald door een taxi die ons naar het strand bracht waarvandaan de ferry vertrok. Onderweg deden we drie eilanden aan waar we mensen afzetten of juist ophaalden. Aan het einde van de dag waren we weer terug op de Ikinoo. ’s-Avonds in het restaurant van de Marina weer heerlijk gegeten en een biertje gedronken. Tijd om plannen te maken voor het volgende deel van onze reis