dinsdag 25 december 2018

Colombia deel 4


Zonsondergang in de haven van Santa Marta
Na dertien weken genieten vertrekken we uit Columbia. Columbia wat ben je mooi, je mensen zo vriendelijk, je natuur zo prachtig en uitbundig, maar tegelijkertijd zo lelijk, druk en vies, maar ik zou iedereen aanraden om naar Columbia te gaan. Wij hadden het voor geen goud willen missen. Wij hebben genoten van alles wat het te bieden heeft, en dat is heel veel. Mooie steden en zo veel mooie natuur met veel groen en prachtige watervallen. Het reizen op zich is allemaal prima te doen. Het openbaarvervoer is hier prima geregeld en betaalbaar, niet echt onbelangrijk. Eigenlijk te veel om op te noemen, ik zou zeggen ervaar het zelf en je zult versteld staan van wat Colombia allemaal te bieden heeft.
De eigenaren van ons favoriete eettentje 
De keerzijde is echter dat er nog veel armoede is, in het verleden zijn veel mensen van het platteland gevlucht voor het geweld. Deze mensen leven in krottenwijken die wel gebouwd lijken te zijn op een vuilnisbelt. Maar ook dat is Colombia, de verschillen tussen arm en rijk zijn hier heel erg groot. Maar voor ons is er een tijd van komen en er is een tijd van gaan. Wij zijn eraan toe om de San Blas eilanden te gaan bezoeken, rust, geen hectiek en zeker geen goedkope restaurantjes met verschrikkelijk lekker eten, waar we veel te vaak komen. De laatste boodschappen worden gedaan, de watertank wordt gevuld, de motor wordt nagekeken, alles is klaar voor een langdurige periode op het water. We besluiten om ‘s-morgens vroeg te vertrekken en onderweg te kijken of we doorzeilen naar Cartagena of dat we ankeren op Valero Marina. Dat besluiten wij onder weg wel. We laten het van het weer afhangen, als wij lekker zeilen gaan we door zo niet dan ankeren we en gaan de volgende dag weer verder. Maar eerst gaan wij uitklaren. Voor ons is het van belang dat we een permit krijgen voor een aantal maanden met als bestemming Colon in Panama. Zo hebben we de minsten kans op problemen als we al hoppend langs de Colombiaanse kust naar de San Blas eilanden zeilen. Je mag er 30 dagen over doen om uit Columbia te komen, dus tijd genoeg. We varen samen met de Ocean Goose, ook zij zijn er klaar om te vertrekken, wel zo gezellig om met z’n tweeën op te zeilen. Wij zetten de zeilen, maar er is niet echt veel wind.
Zonsondergang onderweg naar Cartagena
Als wij kunnen zeilen dan doen wij dat ook. Na een klein uurtje komt de windstilte, die was voorspeld, nu maar hopen dat er gauw weer wind komt. Onze gebeden worden verhoord, na een klein half uurtje is de wind er weer en zet lekker door. Wij besluiten deze nacht door te zeilen want de wind blijft goed. Wij rekenen uit dat we met een snelheid van 5 kn ‘s-morgens om een uur of zes aankomen, prima want dan is het al licht. Ik voel mij wel bevoorrecht want altijd als wij zeilen zien wij dolfijnen en ook nu weer is het heel bijzonder. Onderweg houden wij met enige regelmaat via de VHF-contact met de Ocean Goose, ook zij zeilen door gedurende de nacht, fijn om te horen. Onderweg gaat het steeds harder waaien dan dat was voorspeld, de wind zou, volgens de voorspelling minder worden. Aan de ene kant heerlijk, maar aan de andere kant wij willen niet in donker aankomen, zeker omdat de ingang nogal smal is en onbekend. Dat doen we liever bij daglicht.
De skyline van Cartagena
Maar het gaat niet altijd zoals wij willen. Zo komen wij dus om drie uur ‘s-nachts al bij Cartagena aan, dus in het donker. Hans stelt voor om te gaan bijliggen en zo te wachten totdat het licht is. Ik vind dat prima, we liggen ook wat rustiger. Prachtig om Cartagena zo te zien met al die verlichting.  Zo liggen wij nog drie uurtjes bij en varen dan bij daglicht door naar de ankerplaats. Bij daglicht lijkt Cartagena op New York met al zijn hoge betonnen gebouwen, alleen het beroemde vrijheidsbeeld ontbreekt hier, ha, ha, ha. Het is wel vrij vol op de ankerplaats, maar we vinden wel een goed plekje. Ik persoonlijk vind het hier niks om te liggen, maar ja ik ben niet alleen. In de verte zien wij de oude stad liggen en die is echt de moeite waard om te bezichtigen. Dat gaan Wijnand en Marlies van de Ocean Goose dan ook doen. Wij blijven lekker op de boot, ik heb samen met Hans Cartagena al gezien en vind het goed zo.
Het uitzicht vanaf de Ikinoo bij Isla Grande
De volgende morgen gaan wij weer anker op en gaan naar het eilandje Isla Grande. Het wordt voorlopig motoren want er is de komende dagen geen wind. Op zich ook niet verkeerd, moet de motor ook weer eens wat doen. Dit wordt de eerste keer dat we tussen koraalriffen door naar een ankerplaats varen. De kaart op onze plotter geeft echter onvoldoende details. Wel hebben we een papieren kaart met voldoende details. Het probleem is echter dat de boeien die er zouden moeten zijn, niet aanwezig zijn, alles wat je ziet is een paar betonnen palen die net boven het water uitsteken. Gelukkig is er een lokale visser die naar ons toe vaart en ons tussen de riffen door naar de ankerplaats brengt.
Uitzicht de andere kant op met veel bootjes met snorkelaars
Zo liggen we in een kommetje op zes meter water met rond om ons heen een hotel en een paar privé huizen, we hebben een prachtig uitzicht. We doen hier niet veel maar genieten van de rust en de stilte. ’s-Middags gaan we naar de wal om te kunnen internetten en om een ijsje te eten. Die stilte wordt ’s-morgens alleen verstoord als de snelle boten uit Cartagena komen om toeristen af te zetten bij het hotel. De volgende dag komt ook de Ocean Goose aan. Na drie dagen met zwemmen, snorkelen en vooral veel niets doen houden we het voor gezien en varen door naar het volgende eiland, Isla Tintipan. Nog steeds staat er geen wind zodat we alles op de motor moeten varen. Bij dit eiland is geen baai voor de bescherming maar lig je op open zee op vier meter water met rondom koraalriffen. Wel even wennen, maar deze keer varen we zonder hulp de nauwe doorgang door om op de ankerplaats aan te komen. We blijven hier twee dagen.
De hoofdstraat van Isla Fuerta
De volgende etappe voert ons naar Isla Fuerte. Dit is een eilandje met een dorpje met volgens onze pilot een aantal bezienswaardigheden. Op het eilandje kunnen we brood en wat groente kopen, veel meer is er niet. Gezamenlijk maken we een wandeling naar de noordkant van het eiland, hier zou het echt mooi moeten zijn. Ons valt het wat tegen. Men is hier wel bezig iets op te bouwen, echter het komt niet echt van de grond. Na drie dagen houden we het voor gezien. Er is ook een mooi weer window op komst met 12-15 kn wind uit de goede hoek. Tijd dus om de zeilen te hijsen en op pad te gaan naar Panama. Ons doel is het plaatsje Obaldia, een klein plaatsje op de grens tussen Colombia en Panama, waar je echter wel kunt inklaren, maar daarover meer in het volgende verhaal over de San Blas. Omdat dit het laatste verhaal voor 2018 is, wensen wij alle lezers van ons blog vanuit Linton Bay Marina een prettige kers en een prachtig 2019. Blijf ons volgen in het volgende jaar.
Ezels en fietsen zijn hier het enige vervoermiddel, de boom is de grootste op het eiland.
Rechts onderin zie je de hanen gevechten arena, met zitplaatsen rondom het strijd gebied.
De mensen zijn hier zeer gelovig, dit soort beelden zie je hier veel.