San Blas, een waar paradijs voor zeilers en levensgenieters |
De Noordoost kust van
Panama, met zijn San Blas eilanden, is een waar zeilersparadijs. Alles wat je hebt
geleerd over zeilen en veilig navigeren heb je hier nodig. Zonder de kaarten
van Eric Bauhaus doe je hier overigens echt niets, de digitale kaarten van
Navionics, die wij gebruiken voor het navigeren met onze plotter, geven
onvoldoende informatie om hier veilig te kunnen varen. Op de Navionics kaarten
voeren we af en toe over het land! Het is een gebied met zeer veel eilandjes en
mooie baaien, een gebied ook waar je maanden kunt vertoeven zonder dezelfde
ankerplek tweemaal aan te doen, een gebied ook met ondieptes en vele riffen. Juist die
riffen zijn een dingetje waarmee je heel goed rekening dient te houden. Als je
er tegenaan vaart gaat dit meestal gepaard met schade aan de romp en kiel, je
ziet dan ook met enige regelmaat scheepswrakken liggen.
De San Blas is ook het
gebied van de Guna Yala de authentieke bevolking van de San Blas. In 1915 is er
een afgevaardigde van het Panamees parlement aangesteld en gestationeerd op Porvenir. Deze ging van hieruit bepalen wat er zo al gebeurde op de diverse eilanden. Hier kwam tevens een
politiepost ter ondersteuning. Hier waren de Guna's het in het geheel niet mee eens, zij waren ook meer betrokken bij Colombia in plaats van bij Panama. Dit heeft geleid tot vele ongeregeldheden met als hoogtepunt de meest beruchte actie op
21 februari 1925 waarbij de afgevaardigde, alle politieagenten en alle kinderen en volwassenen
die voortkwamen uit een gemengd huwelijk tussen een Guna en een niet Guna
werden vermoord. Kort hierna is er een onderhandeling opgestart met de Panamese
regering die ertoe heeft geleid dat ze sinds 1925 officieel bij Panama zijn gaan
behoren maar wel met een zeer hoge graad van zelfstandigheid en zelfbestuur.
Elk bewoont eiland heeft sinds die tijd één of meerdere chiefs die het eiland
runnen en die bepalen wat er gebeurd rond de eilanden.
Zo hebben alle chiefs
bij elkaar besloten dat het chartervaren in de San Blas niet meer is toegestaan.
Daarnaast is duiken, speervissen, kitesurfen en windsurfen niet toegestaan. Het
is de Guna’s, sinds 1925, ook niet meer toegestaan om met een niet Guna te
trouwen of samen te wonen. Bij de Guna’s is de vrouw de baas in huis, het huis is dan ook haar eigendom. Zij kiest
haar man uit, waarbij de door haar gekozen man bij haar intrekt. Doordat er
geen “vers” bloed instroomt, zie je onder de Guna veel albino’s. Het is dus een
volk met sterke tradities, waarbij helaas de westerse maatschappij zijn intrede doet. Maar we beginnen bij het begin, de tocht van Colombia naar
Panama.
Een ouder Guna echtpaar in traditionele Guna kleding,
waarbij vooral de vrouwen kleurrijk zijn versiert
|
Een Guna dorpje op een eilandje, soms zijn de eilandjes helemaal volgebouwd |
Het hijsen van de Panamese vlag vlak voor zonsondergang richting Panama |
Om niet al te vroeg in het grensplaatsje Obaldia in Panama aan te komen, vertrekken we om 14:30 uur voor een
tocht van 88 nm. Op de motor varen we tussen de ondieptes en de riffen door.
Zodra het rondom veilig is, zetten we de zeilen. Er staat een mooie 11-15 kn
wind zodat de Ikinoo scherp aan de wind met 5-7 kn richting Obaldia vaart. Na het eten
wordt al snel de wachtdienst opgepakt. We hebben besloten om dat in het vervolg
direct met 3 uur op en 3 uur af in gang te zetten. Tegen de tijd dat Sonja
wakker wordt van haar tweede slaapperiode, zien we in het ochtend schemer de
kust van Panama voor ons opdoemen. Helaas is er dus geen tijd meer voor mij om
te slapen. Rustig varen we naar Obaldia, waarbij we nog kortstondig even
helemaal schoongespoeld worden door een felle regenbui. Vlak bij de kust worden
we opgeroepen door een Nederlands schip, de Rafiki. Zij blijken ook hier te liggen
om hun visum te verlengen.
Zo liggen we met drie Nederlands boten voor anker
bij Obaldia. Snel wordt de bijboot te water gelaten zodat we naar de kust
kunnen roeien om in te klaren. Het is hier heel goed georganiseerd maar het gaat
allemaal wel wat traag, twee uur later en $ 200,00 armer zijn we ingeklaard. Nog
snel hebben we wat boodschappen gedaan en toen teruggevaren naar de Ikinoo. De ankerplaats bij
Obaldia is zeer onrustig met veel swell, we halen dus snel het anker op en
varen 21 nm verder naar Puerto Escoses, een baai met een mooie geschiedenis.
Als wij aankomen liggen de Rafiki en de Ocean Goose al voor anker.
In deze baai
lig je heel erg rustig, er is vlak voor ons zelfs een klein Guna dorpje op
palen in het water gebouwd, helaas sinds een paar jaar niet meer continu
bewoond. Alleen vissers maken er nog gebruik van. De volgende dag besluiten we
een wandeling te gaan maken op het vaste land. We willen naar Fort Saint
Andrews lopen. Van 1698 tot 1702 hebben de Schotten geprobeerd hier een
nederzetting op te zetten, om voet aan de grond te krijgen in Panama. Zij
hebben fort Andrew gebouwd.
Helaas is deze expeditie mislukt, van de 3.000
mensen die bij deze expeditie betrokken waren zijn er in die 4 jaar 2.000
gestorven door ziektes. De mensen die overbleven keerden terug naar Schotland
en van het fort zijn alleen nog ruïnes over. Wij hebben het fort niet kunnen
bereiken of kunnen vinden omdat het oerwoud haast ondoordringbaar is. Wel
vonden we aan de kust een geheel verlaten Guna dorpje waarvan een aantal hutjes
nog steeds in gebruik was, waarschijnlijk komen hier vissers overnachten. We
vonden een kist met keukengerei en kookplaatsen die nog niet zo lang geleden
gebruikt waren.
Met enige regelmaat komen hier wel Guna indianen omdat er veel
kokosnoten en bananen verbouwd worden. Deze mag je als toerist niet meenemen
naar de boot omdat ze eigendom zijn van de Guna’s. Onze volgende ankerplek
wordt Isla Pinos of zoals de Guna indianen het noemen Tupbak, een tochtje van
13,5 nm. Eenmaal op zee, rollen we de Yankee uit en varen alleen op dit
voorzeil naar onze volgende bestemming. Er staat nog een behoorlijke zeegang
zodat de tocht niet echt comfortabel is. In de buurt van Isla Pinos draaien we
Yankee weg en gaan op de motor naar de ankerplaats.
Je moet hier zeer
voorzichtig varen en manoeuvreren omdat het maar drie meter diep is en het al snel
te ondiep wordt waardoor je vastloopt. De swell die buiten stond vind je hier niet
meer terug. Er ligt hier, naast de drie Nederlandse boten, nog één andere boot.
Niet veel laten komt de chief met zijn gevolg, in een bootje zonder motor, langs
om de anker fee te innen. Na het betalen van $ 10,00 krijgen we een briefje,
waar opstaat dat je betaald hebt en dat je drie maanden mag blijven liggen. ‘s-Middags
varen we naar de kant en bezoeken het dorpje. Het is grotendeels nog een echt Guna dorp met daartussendoor wat bouwwerken van steen. Bijna alle vrouwen dragen nog de authentieke Guna kleding, dus zowel jong als oud. In dit dorpje zijn
een aantal lokale
winkeltjes waar je wat basisbehoeften kunt kopen. Omdat er net een nieuwe
zending is binnen gebracht met een schip, help ik met het verslepen van de spullen van de
steiger naar de winkel, iedereen in het dorp draagt zijn steentje bij. Zowel jong als oud komt aanlopen en draagt één of twee keer een lading naar de winkel. Zakken met Kokosnoten worden weer naar de boot gedragen. We kopen
hier wat blikjes fris. Achteraf blijkt dat in deze frisdrank wel heel erg veel suiker zit, het is haast stroperig van de suiker, het is
haast niet te drinken zo zoet is de frisdrank.
Wij zullen ervaren dat hoe westelijker we kwamen des te
minder bleef er van de tradities over en hoe meer vuil er in het water dreef.
De dag van vertrek zijn we redelijk vroeg uit de veren en zijn om 07:30 uur al
onderweg naar onze volgende bestemming Isla Achutupu. De Rafiki blijft hier
liggen omdat het een heerlijke rustige plek is om wat te klussen aan de boot. Het
wegvaren vanaf Isla Pinos is nog even een precies werkje. Je moet tussen twee
riffen door, waarbij er een smalle geul is waar nog 2,8 meter water staat.
Links en rechts van het geultje loop je al snel vast.
Ook nu varen we weer
alleen met de uitgerolde Yankee. Het is een tochtje van 19 nm met hoofdzakelijk
halve wind. Na vier uur zijn we al op de plaats van bestemming. Als we voor
anker liggen, ga ik samen met Marlies van de Ocean Goose naar de kant voor een
kleine verkenning en om wat boodschappen te doen. Er ligt hier een boot
afgemeerd die groente, fruit en rijst verkoopt. Iedereen uit het dorp doet hier
inkopen, zo ook de Guna’s die op een ander eiland wonen en die met hun kano
hier naartoe komen varen om inkopen te doen. Wij kopen wat aardappelen, een komkommer,
wortelen en uien. Zo kunnen we in ieder geval weer hutspot maken. Aan het einde
van de dag komt weer één van de chiefs met zijn gevolg langszij om opnieuw $
10,00 te innen. De volgende dag varen we al vroeg weer verder.
Onze volgende
bestemming zou Snug Harbor worden. Hierover hoorden we echter onderweg weinig goeds. Je moet hier goed op je spullen passen en niets op het dek laten liggen. We
besluiten deze bestemming dan ook maar voorbij te varen en kiezen voor Aridup, een klein
onbewoond eilandje met een kleine ankerplek maar wel met mooie snorkel
mogelijkheden. Vandaag is er niet echt veel wind. Alle zeilen worden bijgezet en tevens helpt de motor af en toe als de wind in zijn geheel wegvalt. Wel is de zee nog vrij rommelig door de wind van afgelopen nacht. In het begin bestaat de route uit een aaneenschakeling van waypoints
om zo tussen de riffen en ondieptes door naar open zee te komen. Wij dragen dan beide onze "oortjes" zodat we makkelijker met elkaar kunnen communiceren. Sonja zit dan beneden bij de navigatiehoek en geeft aan wanneer ik de koers moet wijzigen.
De combinatie van varen op zicht en het nauwkeurig uitzetten van waypoints tussen de riffen en de ondieptes door, maakt dat we veilig overal tussendoor varen. Bij Aridup
aangekomen blijkt er echter een behoorlijke swell op de ankerplaats te zijn. Je
ligt hier wel heel onrustig. Na overleg, via de VHF, met de Ocean Goose besluiten we verder
te varen naar Isla Tigre. Ook bij Isla Tigre is de ankerplaats niet echt groot.
Bij aankomst zie je volop brekers, waarbij je tussen twee riffen met grote
brekers door naar de ankerplaats moet varen. Daar is een kom met voor en achter
je op 60 meter afstand riffen, niet echt veel ruimte om te ankeren en zeker
geen ruimte om op drift te geraken. De ankergrond is prima, zand op een diepte
van 8 meter, het anker ligt dan ook, met 40 meter ketting, in één keer goed
vast.
We ervaren steeds meer dat onze manier van ankeren prima voldoet. Voor de
lengte van de hoeveelheid ketting gaan wij uit van de regel 20 meter plus twee
keer de diepte en dat naar boven toe afgerond. Daarna wachten we totdat de
Ikinoo vanzelf door de wind en de eventueel aanwezige stroming, recht achter
zijn anker ligt. Nu zet ik de motor stationair in zijn achteruit, zodat de
ketting wordt strakgetrokken en het anker de gelegenheid krijgt grip te krijgen
op de grond. Als ik zie dat mijn positie niet meer veranderd, voer ik langzaam
het toerental op tot 1.500 toeren. Hierdoor graaft het anker zich verder in.
Ook nu let ik weer op of dat mijn positie niet wijzigt, zo niet dan liggen we
vast. Indien de positie wel wijzigt zit het anker niet in de grond. In dat
geval halen we het anker op en starten de procedure opnieuw. In 90% van de
gevallen liggen we in één keer vast. Zodra we voor anker liggen horen we een
oproep via VHF-kanaal 16. Het blijkt de New Nexxus te zijn met Niels en Tjerk.
Dit zijn vrienden van de zoon van Wijnand en Marlies van de Ocean Goose. Zij hebben
de beide jongens al eerder ontmoet op Los Roques en op Curaçao. Onderweg hebben
ze een grote King Makreel gevangen, zodat het besluit wordt genomen om met z’n
zessen het avondeten te gebruiken op de Ocean Goose. Wijnand had zich echt uitgesloofd.
Het voorgerecht bestond uit sushi met rauwe vis, wasabi en ketjap en het
hoofdgerecht uit gebakken vis met gebakken aardappeltjes en een salade van
tomaat, komkommer, ui en een lekkere dressing. De salade was door Sonja gemaakt
en de gebakken aardappeltjes door de mannen van de New Nexxus. Het geheel werd
daarbij weggespoeld met een lekker biertje of wijntje. Zo lekker allemaal.
Gedurende
de nacht hebben we voor het eerst in lange tijd het ankeralarm weer geactiveerd.
Dit alarm waarschuwt je als het anker gaat driften en de boot dus achteruit
vaart. Omdat het eiland niet echt uitnodigt voor een bezoek varen we de
volgende dag naar het plaatsje Nargana op het eiland Yandup, een afstand van 5
nm. Onderweg ankeren we nog even bij de Farewell Islands om daar even te
snorkelen en lekker te lunchen. Dit is de eerste ankerplak waar we met veel
meer boten liggen, uiteindelijk tel ik 14 boten, er is echter ruimte genoeg. Yandup
is een eilandje waarop je duidelijk kunt zien dat de traditionele Guna
leefwijze al wat wordt losgelaten.
De chief heeft hier ook minder te zeggen en
men komt ook niet meer langs om de $ 10,00 ankerfee te innen. Waren op de
eilanden in het oosten van de San Blas vooral de vrouwen nog voor 80% gekleed
in de traditionele kleding, hier is dat nog maar amper 20%. Daarbij komt dat
men het heel gewoon is gaan vinden om al hun afval in zee te gooien. Op de
ankerplaats komt dan ook continu plastic langsdrijven. Je kunt je afval ook
tegen betaling meegeven aan een local, echter moet je er wel zeker van zijn dat
hij het niet een paar honderd meter verder in zee gooit.
Na twee dagen houden
we Nargana voor gezien, het is een smerig dorp met wel een aantal leuke
winkeltjes om inkopen te doen. Zo hebben we ook één simkaartje gescoord, meer
hadden ze niet op voorraad. De New Nexxus heeft deze in gebruik genomen omdat
Niels onderweg vanaf zijn boot werkt. Wel hebben wij het simkaartje even
geleend om onze mail te bekijken en de hoogstnoodzakelijk zaken af te wikkelen.
We willen graag snorkelen in helder water zonder plasticafval, we besluiten dus
5 nm verder te varen naar Kanlildup of op zijn Engels Green Island. Hier zijn
twee ankerplekken. Wij kiezen voor de zuidwestelijke ankerplek.
Zodra het anker
in de rond zit nemen we een duik in het heerlijke heldere water. Ook hier
liggen we weer met meerdere boten, het wordt steeds iets drukker. Het eiland is
onbewoond, dus de volgende dag trekken we weer verder naar de ankerplek met de
mooie naam Swimming Pool, de ankerplek bij Isla Morrodub of op zijn Engels het BBQ-eilandje, één van de
eilanden behorende bij de Holandes Cays. Dit is werkelijk één van de mooiste
stekjes. Er ligt hier een Amerikaans zeiljacht wat hier al 20 jaar ligt.
De
eigenaar heeft zelfs een stukje grond op Banedup beplant met allerlei soorten
groente en fruit zodat ze zichzelf enigszins kunnen voorzien van verse waren.
Zwemmen kun je hier helaas niet, als ik met mijn duikbril en zwemvliezen naar
mijn anker toe zwem om te controleren of dat deze goed is ingegraven, kom ik
nauwelijks vooruit. Er staat hier 2-3 kn stroming. Als we echter met de dinky
naar het strandje van BBQ-island gaan, kunnen we vanaf het strand prima zwemmen
en snorkelen. Het eilandje is niet echt groot, in een half uurtje loop je het
hele eiland rond. Hier woont ook een familie waarbij de man tevens chief is.
Om
zichzelf te voorzien van zoet water, heeft men een put gegraven. Het water wat
hier uitkomt kun je niet drinken. Het is echter wel geschikt om jezelf te
wassen, de was te doen en het keukengerei af te wassen. Het is een leuk gezicht
als je de kinderen na het zwemmen allemaal met een pannetje water ziet scheppen
om zichzelf te wassen en af te spoelen. Men verkoopt hier diverse soorten bier
en frisdrank. Aan het einde van de dag nuttigen we dan ook gezamenlijk een
aantal biertjes. Dit is overigens de ankerplak met de meeste zeilboten tot nu
toe.
Wijnand heeft met de chief zitten praten over waar hij het beste kan
vissen. Tussen BBQ-eiland en het eiland Banedup is een geul. Hierin zit veel
vis. Reeds bij de eerste keer vissen is het direct raak. Opnieuw eten we met z’n
zessen aan boord van de Ocean Goose gebakken vis.
Als zij de restanten van de
schoongemaakte vis overboord zetten, wemelt het binnen de kortste keren van de
haaien, er zitten erbij van wel 2,5 meter. Ook grote roggen komen hun deel
opeisen. De eerste dag, na aankomst, maken we een boottochtje met de dinky naar
de zuidkant van het onbewoonde eilandje Banedup. Hier kun je leuk zwemmen en
snorkelen. Met Marlies en Sonja vaar ik daarna met de dinky naar het eilandje Tiadup,
waar wel een paar families met hun kinderen wonen. Een oud dametje verkoopt
hier armbanden van kraaltjes, Werkelijk heel kleurrijk.
Na terugkomst op
Banedup is er grote consternatie, de mannen hebben een krokodil gespot. In
eerste instantie denken we dat dat onzin is en dat het om een boomstam gaat.
Als we echter op onderzoek uitgaan zien we dat het niet één krokodil is maar
dat het er twee zijn. Tjerk haalt met zijn dinky snel zijn drone op, zodat ze
de krokodil van dichtbij kunnen fotograferen en filmen. Het is werkelijk een
prachtig gezicht. Aan het einde van de dag keren we terug naar de boten en het
strand om daar opnieuw de dag uit te luiden met een heerlijk koel biertje.
Wat
heel erg leuk aan Niels en Tjerk is, is dat zij met de New Nexxus de wereld
rondvaren met een missie. Reeds in Nederland zijn zij begonnen om jonge mensen
bewust te maken van het feit dat plastic niet in de zee thuishoort. Overal waar
ze nu komen proberen ze groepjes jonge mensen bij elkaar te brengen, waarna ze
met dit groepje de stranden afstruinen naar gekleurd plastic. Al het gekleurde
plastic wat ze verzamelen gaat door een hand aangedreven verkruimelaar zodat er
kleine stuks overblijven.
Deze kleine stukjes gaan in een mal, welke weer wordt
geplaatst in een zonneoven. Nadat deze mal voor ongeveer 2 uur is verwarmd tot
250°C, wordt deze verwijderd
uit de zonneoven. Na enigszins te zijn afgekoeld wordt de mal geopend. De
stukjes plastic zijn aan elkaar gesmolten en vormen nu een bakje waarin je
bijvoorbeeld een plant kunt planten. Een aantal van deze bakjes of vaasjes worden
aan de deelnemers cadeau gedaan. De rest wordt opgestuurd naar Nederland en
wordt daar weer verkocht. Gezamenlijk met de kinderen van BBQ Island en de
kinderen van Tiadup maken we het strand van Tiadup schoon.
Al het gekleurde
plastic wordt meegenomen naar BBQ-island en hier op en grote hoop gegooid. Gezamenlijk
met de volwassenen wordt het plastic nu met behulp van de verkruimelaar klein
gemaakt. De kinderen krijgen ondertussen een glas coca cola met kruidnootjes.
Deze laatste gaan grif van de hand, zowel de kinderen als de volwassenen kunnen
re geen genoeg van krijgen.
Zo hebben ze ook hier weer de jongeren en de
volwassenen engszins bewust genaakt van het feit dat plastic niet in de natuur thuishoort.
Omdat hier veel zeilboten komen, komt er elke vrijdag een boot langs met fruit,
groente, rum, eieren, kip en brood. De Amerikaan die hier woont is als eerste
aan de beurt omdat hij ook andere zaken die hij nodig heeft door deze boot laat
bezorgen. Ook wij maken gebruik van hun diensten en vullen onze voorraden met
groente en fruit aan. Zo
kunnen we er weer even tegenaan. Na een aantal dagen
geankerd te hebben op Swimming Pool, trekken we verder naar een ankerplek
tussen de eilanden Acuakargana en Waisaladup, de meest westelijke punt van de
Holandes Cays. Ook hier kun je naar Waisaladup varen en genieten van het strand
en de mooie snorkel plekjes. Ze verkopen hier ook Mola’s. Dit zijn handgemaakte
doeken met kleurige motieven erop. Na vele Mola’s te hebben bekeken en over de
prijs te hebben onderhandeld koopt Sonja er direct twee die een mooi plekje gaan
krijgen aan boord van de Ikinoo. Aan het einde van de dag genoten we hier
opnieuw van een biertje op het strand. Het is weer tijd om afscheid te nemen
van de New Nexxus en de Ocean Goose. Zij blijven nog enige weken in de San
Blas. Wij moeten echter door naar Isla Linton met een tussenstop op Isla
Porvenir.
Dit laatste eilandje is vroeger de plaats geweest van waaruit de San
Blas eilanden werden bestuurd. Tevens was het de opstapplaats voor veel
toeristen die hier met een vliegtuigje vanuit Panama werden afgezet. Omdat het chartervaren
zo goed als verdwenen is, wordt het vliegveldje haast niet meer gebruikt. Wij
hebben er in ieder geval geen één zien landen of opstijgen. Voor de rest is
hier eigenlijk niet veel te beleven. Het is echt een ankerplaats tussen Isla
Linton met zijn jachthaven en de rest van de San Blas. De laatste etappe voert
ons naar Isla Linton, het eiland met in de windschaduw een marina.
Dit is een
afstand van iets meer dan 40 nm. We zijn al vroeg uit de veren zodat we om
07:00 uur al het anker uit de grond hebben. Na op de motor eerst een stukje
tegen de wind in te hebben gevaren, hijsen we de beide zeilen en zeilen scherp
aan de wind naar onze bestemming Onderweg komt er een bui over waar een klein
beetje regen uitkomt. Indien we echter achteromkijken, als hij ons is gepasseerd,
zien we dat er een windhoos is ontstaan. We zijn blij dat dat achter ons plaatsvindt
en niet voor ons. In de loop van de dag krimpt de wind, enigszins gelijktijdig
met het afvallen langs de kust. Zo blijven we scherp aan de wind varen in
plaats van op een gegeven moment halve wind te kunnen zeilen. De gehele dag
hebben we 8-12 kn wind. Aangekomen in de Marina krijgen we direct een plekje
toegewezen. Men had ons al verwacht omdat we van te voren voor de zekerheid een
plekje hadden gereserveerd in verband met de verwachte drukte rond de feestdagen
Hier vieren we de kerst en oud en nieuw en gaat Sonja voor 12 dagen naar
Nederland, maar daarover in het volgende verhaal meer.
De Ikinoo voor anker bij Puerto Escoses |
Een Guna hutje met op de achtergrond de hutjes op palen |
De kookplaats binnen in een hutje, nog niet zo lang geleden gebruikt |
Het kookgerei van de Guna's |
De Ikinoo en de Rafiki voor anker bij Isla Pinos |
Vele handen maken ligt werk, aanslepen van de goederen |
Gezellig een blikje fris drinken, de gaten schieten in je kiezen zo veel suiker |
is het geen schatje |
Een groepje dames in Guna klederdracht onderweg naar huis |
De Ocean Goose bij weinig wind en vol tuig |
De Ikinoo voor anker bij Isla Tigre |
DIt zijn de toiletten annex douches op de eilanden |
De drie Nederlandse boten voor anker bij Farwell Island |
De Ikinoo onderweg naar Nargana, varende tussen riffen en ondieptes |
Ook in Nargana zijn de voorbereidingen voor kerst in volle gang |
Uitzicht vanaf de Ikinoo naar Green Island |
BBQ eiland met de overdekte zitplaats met tafel waaraan wij aan het einde
van de middag een biertje dronken
|
De waterput met zoet water |
Huisvlijt van de lokale bewoners |
Een Guna armband, veel gekleurde kraaltjes |
De oude Guna dame brengt de armband aan bij Marlies |
Niels samen met een Guna jongetje op zoek naar gekleurd plastic |
Met z'n allen de shredder bedienen om het plastic te versnipperen |
Het resultaat van 2 uurtjes gekleurd plastic verzamelen |
Het eindresultaat, een bakje van gekleurd plastic |
Zo ziet de perfecte ankerplaats er uit, een mooi zandstrand en een blauwe zee |
Terugblik op de ankerplaats bij Isla Porvenir |
De bui met daaronder de windhoos, hij was bijna uitgestorven |
Zo mooi is de natuur hier in de San Blas |
Hallo Sonja en Hans. Wat ontzettend leuk om jullie verhalen te lezen. Een beetje jaloers, want de San Blas hadden we achteraf ook moeten bezoeken, maar ja, wie weet. Zeg nooit, nooit! Jullie gaan door het Panama kanaal, super. We blijven jullie verhalen volgen, zo genieten we ook een beetje mee. Groetjes van Coen en José
BeantwoordenVerwijderen