maandag 20 februari 2023

De Malediven

Onze ankerplek bij het eilandje Uligamu in de Maldives.
We liggen voor anker bij het plaatsje Uligan op het eiland Uligamu, een klein plaatsje met ongeveer 600 inwoners. De bewoners zijn hoofdzakelijk islamitisch. In dit dorpje is het gemeenschapsgevoel sterk ontwikkeld. Als er iets gedaan moet worden voor de gemeenschap vormt men groepjes die in hun vrijetijd de werkzaamheden uitvoeren, zoals bijvoorbeeld het bouwen van een nieuwe moskee. Veel is er niet te doen en je kunt bij laag water het eiland in 2 tot 3 uur rond lopen. Waar de bewoners hun geld mee verdienen is ons niet helemaal duidelijk geworden. Er is natuurlijk een customs en immigratie gebouw met medewerkers, omdat Uligan een van de drie plaatsen is waar je in de Maldives kunt inklaren.
Het welkomst comité voor  de inklaringsprocedure. De man
met het overhemd is Assad  met naast zijn rechter hand.
Er zijn twee moskeeën, een basisschool, één restaurantje en drie kleine winkeltjes met de basisbehoeften aan boodschappen. Alle wegen zijn onverhard en zanderig. In het dorpje is het super schoon, dagelijks onderhouden de bewoners de wegen, alles wordt aangeharkt en eventueel zwerfvuil en bladeren worden verwijderd. Zodra je echter buiten het dorpje komt en een wandeling langs de kust maakt, is het weer zoals overal op de eilandjes waar we zijn geweest. Er is een overmaat aan plastic afval. Veel plastic flessen en materialen die op vissersboten worden gebruikt, zoals olieflessen, stukjes net, touw en slippers. Wat dat betreft is er geen groot verschil met de eilanden in de Atlantische Oceaan, het Caribische gebied of de Stille Oceaan. Overal zie je hetzelfde beeld. Met enige regelmaat wordt het dorpje bevoorraad met verse producten, drinkwater en alle andere soorten basisbehoeften.
Dit is het plein bij de haven, met op de achtergrond de nieuwe
moskee. Auto's zie je hier niet, wel brommers en scooters.
Op het eilandje zelf hebben wij een grote oppervlakte gezien waar men verse groenten verbouwd. Het inklaren verloopt hier zeer professioneel en snel. Als je aankomt mag je niet van je schip af. Je moet de quarantainevlag hijsen en daarna afwachten totdat de mensen van alle instanties met een bootje langskomen. Bij aankomst geven ze alle boten ongeveer vier uur de tijd om even uit te rusten, daarna kloppen ze aan. Er komen vijf mensen aan boord, onze agent Asadhulla Mohamed, of kortweg Assad genoemd, een dame voor de biosecurety, iemand van de immigratiedienst en iemand van de douane. De vijfde man, waarvan we de naam helaas niet meer weten, is de man die alles regelt zoals SIM-kaartjes, diesel en water. Dus terwijl Assad bezig is met het papierwerk, zorgt hij ervoor dat onze telefoontoestelletjes worden voorzien van een SIM-kaartje en voldoende GB om de komende weken te kunnen WhatsAppen en Internetten.
Een van de weinige in het wild levende dieren op dit eiland.
Volgens ons is het een kameleon.
Het aanspreekpunt voor alle jachten is echter Assad. Deze man regelt echt alles. Bij het inklaren zitten alle mensen bij ons binnen aan tafel. Alleen Assad voert het woord namens alle partijen, hij spreekt vloeiend Engels. De anderen zitten erbij, lachen af en toe wat, maar spreken geen woord Engels met ons. Nadat alle papieren zijn voorzien van onze scheepsstempel en mijn handtekening, neemt Assad alle papieren en onze paspoorten mee. Nog diezelfde middag gaan ik met onze dinghy naar de wal. Bij aankomst in de haven staat Assad mij op te wachten. Hij neemt mij mee naar zijn huis, waar we de vuilniszakken kunnen afgeven, de was kunnen achterlaten en waar hij ons voorziet van contant geld. Hij fungeert namelijk ook als bank omdat er geen ATM op het eiland aanwezig is. Alles wat je bestelt, dus ook contant geld, wordt op je rekening bijgeschreven.
Een aantal dagen na onze aankomst zijn ook diverse vrienden
uit de Sail2Indonesië rally aangekomen. Heel gezellig.
Deze betaal je pas, met je creditcard, op het moment dat je uitklaart en je paspoort is voorzien van een stempel. Meestal doe je dat een dag voor vertrek. Omdat er de afgelopen dagen drie boten zijn aangekomen, nodigt hij alle opvarenden uit om die avond bij hem thuis te komen eten. Als we ’s-avonds bij hem aan tafel zitten, geeft hij ons onze paspoorten terug, voorzien van een visumstempel. Het eten is in de vorm van een buffet, diverse Curry’s en gebakken rijst met groenten en noten en natuurlijk wat zoetigheid als toetje. Het eten is echt heerlijk. Je ziet dat de lokale keuken sterk beïnvloed wordt door de Indiase keuken met zijn vele Curry’s.
Eén van de drie winkeltjes op dit eiland.
De volgende dag ga ik naar de wal om alle winkeltjes te bezoeken om te zien wat er zoal te koop is. De winkeltjes zijn klein maar voorzien in alle basisbehoeften met voldoende rijst, aardappelen, groente en fruit, eieren en brood en alle andere zaken die je aan boord nodig hebt. We doen wat boodschappen om onze voorraden weer wat aan te vullen. We hebben met Assad afgesproken dat wij een cruising permit krijgen om een aantal eilandjes van de Maldives te bezoeken. Wij hebben zelfs even WhatsApp contact met twee resorts waar we willen ankeren en die we willen bezoeken om te genieten van de luxe die deze bieden. We zijn van harte welkom, via de WhatsApp dan. Een paar dagen later, als de wind uit het noordwesten wat is afgenomen, gaan we op pad. Op de motor varen we naar het eerste resort, een afstand van 5 nm. Bij aankomst bel ik met mijn contactpersoon. Daar komt onze eerste ontgoocheling. Nee we kunnen niet ankeren in de buurt van het resort en ook kunnen we geen gebruik maken van de vrije moorings die bij het resort aanwezig zijn.
Bij een wandeling rond het eiland komen we dit prachtige 
strandje tegen, voor de verandering eens zonder plastic.
Wel kunnen we ankeren bij het naastgelegen picknick eiland en dan met de dinghy naar het resort toekomen varen. De aangewezen ankerplek is echter alleen geschikt als tijdelijke plek omdat het zeer snel te diep en ondiep wordt, dus als de wind ietsje draait lig je op het rif. We gaan met de dinghy naar het strand en zwemmen en snorkelen wat. De plek is echter te gevaarlijk om de Ikinoo op zichzelf achter te laten om bij het resort en te gaan lunchen. We besluiten het anker op te halen en naar een ander eiland te varen waar op papier drie ankerplekken zijn. Je kunt daar met de dinghy naar het haventje varen en van daaruit het stadje inlopen. Dit stadje is veel groter dan Uligan en herbergt verschillende winkeltjes en restaurants, waaronder een op internet leuk uitziend gril restaurant. Bij aankomst ontdekken we echter dat de ankerplekken zijn verdwenen. Daar waar het 6-10 meter of 17 meter diep zou moeten zijn, meten we nu een diepte van bijna 30 meter.
Alle straten in Uligan zijn onverharde zandwegen. Het dorpje
wordt door de inwoners super schoon en netjes gehouden.
We varen diverse keren over de ankerplekken heen, maar zien geen plek waar we ons anker kunnen laten vallen. Als we nog eens goed rondkijken, zien we dat men aan de noordkant van het eiland bezig is met zwaar materieel, waardoor bij ons het vermoeden ontstaat dat men de ankerplekken heeft afgegraven om aan bouwstoffen te komen voor de te bouwen constructie. Helaas lukt het ons op geen enkele wijze om hier meer informatie over te verkrijgen, ook niet via Assad. Gedesillusioneerd besluiten we terug te gaan naar Uligan om daar nieuwe plannen te maken. Aan het einde van de middag liggen we terug op onze eerste ankerplek. De volgende dag hebben we contact met bevriende zeilers op de CathayOz die, 200 nm zuidelijker, bij Male zijn ingeklaard.
De Ikinoo en de CathayOz broederlijk bij elkaar na aankomst
uit het zuiden van de Maldives. 
Zij ondervinden ook veel problemen met het zoeken naar goede ankerplekken. Navraag leert ons uiteindelijk dat zeilschepen bij de resorts in het geheel niet welkom zijn en dat alle leuke eilandjes door de grote hotelketens nu voorzien zijn van een resort. Daarnaast zijn er zeer weinig bruikbare ankerplekken met een diepte van 20 meter of minder, veelal is de diepte binnen de diverse atollen 30-40 meter, te diep voor ons om met onze 60 meter ketting te ankeren. In sommige havens ben je welkom als je dat van tevoren reserveert omdat de kade van de haven ook gebruikt wordt voor het laden en lossen van materialen en voedsel. We besluiten dan ook niet verder te gaan en bij het plaatsje Uligan te blijven totdat het weer en de wind goed genoeg zijn om naar Djibouti te zeilen. Assad vindt het zeer vervelend dat wij deze ervaring hebben en stelt diverse malen voor om ons, tegen betaling natuurlijk, met de boot naar het resort te brengen voor een borrel en een diner.
Ook hier, op dit afgelegen eiland in de Indische Oceaan, is de 
wens naar groene energie aanwezig. Helaas heeft dit 
windmolenpark maar een paar dagen gewerkt en staat nu stil.
Gezien echter de ervaring die wij hebben met de manager van dit resort, bedanken wij voor de eer. Achteraf maar goed ook, want een onze vrienden van de CathayOz is daar wat dagen later wel wezen eten en was voor een diner voor twee personen us$ 400,00 kwijt. Dat gaan wij zeker niet aan een diner besteden. Wij hebben echter genoeg werk te doen om ons niet te behoeven te vervelen. Tijdens de squall, die wij op de tweede dag van onze overtocht naar de Maldives over ons heen hebben gekregen, is er in het grootzeil een klein scheurtje ontstaan en is de schoothoek van de yankee beschadigd. Tijd dus om naald en draad ter hand te nemen. Als een volleerde zeilmaker ben ik een aantal dagen bezig om de zeilen te herstellen. Het scheurtje in het grootzeil is snel gemaakt met een stukje zeil dat ik er overheen stik. Bij de Yankee is het wat anders, daar zijn geen scheurtjes opgetreden maar zijn diverse stiksels rondom de schoothoek losgekomen.
De ankerplek wordt steeds drukker. De Ikinoo ligt helemaal 
rechts in beeld.
Langs de randen van de yankee zijn drie tot vijf lagen zeil aanwezig, waar je niet zomaar met je naald doorheen prikt. Voor elke steek moet je dus eerst met een priem een gaatje maken, een hele klus dus. Bij de Yankee leek de schade erger dan dat het daadwerkelijk was, alleen de laag met UV-protectie was losgekomen en niet de stiksels het zeil zelf. Maar toch nog veel werk om alles netjes met de hand te herstellen. Het resultaat is echter prima, het zeil is zelfs sterker dan voorheen omdat ik dik garen heb gebruikt, aangezien het dunne garen op was gegaan. Zo heb je wel eer van je werk. Ondertussen had men ons voorzien van diesel en water en zaten de tanks en jerrycans dus weer helemaal, vol in afwachting van ons weer window. Omdat er steeds meer boten voor anker kwamen liggen, organiseerde de dorpsbewoners op zondag een diner op het strand. Tegen betaling van us$ 20,00 pp, kregen we een heerlijke maaltijd in buffet vorm voorgeschoteld.
De twee eigenaren van het lokale restaurantje. Geen alcohol
maar wel alle soorten sapjes en milkshakes.
Men had het strand ingericht met diverse tafels met banken. Op de tafels stonden kaarsen en bij de tafel met het eten een sterke lamp zodat je goed kon zien wat je op je bord schepte. Na afloop voeren we met onze dinghy terug naar de Ikinoo voor een heerlijk slaapmutsje. Want wat ik nog vergeten was te vertellen, op de Maldives kun je, met uitzondering van de resorts, geen alcohol kopen, het wordt zelfs niet op prijs gesteld als je het zelf meeneemt naar de wal of het strand. Water en thee is wat ze serveren tijdens het diner. De dagen daarna liep de ankerplek steeds verder vol met zeiljachten vanuit Thailand, Sri Lanka en Maleisië. Veel van deze jachten hebben daar drie jaar stilgelegen vanwege het feit dat de grenzen in maart 2020 waren gesloten door de Covid-epidemie. Op het hoogtepunt hadden we 20 zeiljachten voor anker liggen. Het restaurantje in Uligan is eenvoudig maar wel heel leuk ingericht in de buitenlucht.
Elk tafeltje heeft een afdakje ter bescherming tegen de zon
en als nodig tegen de regen, als die al wil vallen.
Er is geen menukaart maar men serveert er nasi, bami, roti met vlees en patat met gefrituurde kip. Daarnaast heeft men een keur aan frisdranken, milkshakes, water, koffie en thee. Met enige regelmaat zijn we daar ‘s-middags wezen eten. Het enige probleem was de taal, de beide mannen, die het restaurantje runnen, spreken haast geen Engels, bestellen gaat dus met handen en voeten. Een van de eerste keren ging het dan ook volledig fout. De man noemde allerlei gerechten op, waarvan ik niet wist wat het was. Ik zei steeds ja doe die maar, waarop de man na verloop van tijd mij steeds vreemder aankeek. Het resultaat laat zich raden, de tafel werd vol gezet met bijna alle gerechten die op de menukaart stonden, te veel dus voor ons tweeën. Een deel ging dus helaas terug naar de keuken. Communiceren is nog niet zo eenvoudig blijkt wel. Alles stond echter wel op de rekening, waardoor we zo’n € 30,00 kwijt waren. Ik begrijp in ieder geval waarom de man mij steeds vreemder ging aankijken toen ik eten bestelde.
Toen ik Assad onderweg tegen kwam nodigde hij mij uit voor 
hapje en een drankje. Op tafel zie je de schotels staan met
lokale kleinen gefrituurde hapjes.
Naast de maaltijden die ik hiervoor al vermelde, had men op de bar afgesloten schalen staan met allerlei gefrituurde hapjes. Een van de keren dat ik alleen op het eiland was, heb ik een mix van deze gerechtjes meegenomen naar de Ikinoo. Door ze even op te warmen in een koekenpan waren ze lekker warm. Tezamen met een chilisausje vormde ze een heerlijk snack voor bij de borrel om vijf uur. Langzamerhand kwamen er steeds meer bevriende boten op de ankerplek liggen. We besloten met een viertal boten, waaronder drie Nederlandse, de koppen bij elkaar te steken en een groep te vormen waarmee we naar Djibouti willen varen. Sanne van de Incentive en ik, hadden de weersberichten de laatste dagen nauwlettend in de gaten gehouden. Zoals het er nu naar uitzag was er een redelijk weersvoorspelling vanaf maandag 20 februari met lichte wind en mogelijk 2-3 dagen windstilte. Een beter voorspelling zat er daarna voorlopig niet in. Op de bijeenkomst melde zich op het laatst nog een Australische boot, Libby, die graag met ons mee wilde. Met vijf boten maakten we dus afspraken over hoe we onderweg als groep zouden functioneren.
We krijgen er nooit genoeg van, zonsondergang op de Maldives.
De volgende afspraken werden gemaakt, alle boten blijven binnen marifoonbereik, wat dus praktisch inhoud dat tussen de eerste en de laatste boot maximaal 10 nm zit. De motor wordt pas gestart als de wind afneemt en de snelheid onder de 3 kn komt of als de zeilen te veel klapperen in de wind waardoor deze schade zouden kunnen oplopen. Als er een boot in de problemen komt met zijn motor blijven we maximaal 3 uur bij elkaar totdat de motor weer draait. Als dit langer gaat duren, gaat de groep vast verder. De boot is dan op zichzelf aangewezen en moet dan wachten op voldoende wind om verder zeilend het traject te vervolgen. Als laatste is afgesproken elke dag om 16:00 uur boordtijd een radio netje te starten, welke wordt geleid door Sanne. Na afloop doen we nog wat aanvullende boodschappen, nuttigen een maaltijd in het restaurantje en betalen onze rekening bij Assad. We krijgen van hem de benodigde papieren en onze afgestempelde paspoorten. Het restant aan lokaal geld doen we cadeau aan de twee mannen van het restaurant. We zijn klaar voor vertrek naar Djibouti, een afstand van 1.863 nm.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten