Deze maand kenmerkte zich door de grote verschillen die we
zagen tussen de plekken waar we verbleven. Het ene eiland doet modern aan, met
een prima infrastructuur, waarbij je het gevoel krijgt in Europa te zijn, het
andere eiland is een grote puinhoop door de orkaan Maria, waarbij de bevolking
bezig is te overleven en de omgeving weer op te bouwen. Hieronder onze ervaring
in dit door de orkaan Maria getroffen gebied.
De natuur hersteld snel, maar de schade is nog zichtbaar |
De zeiltocht die nu volgde, voerde ons naar het plaatsje Sainte
Anne op het eiland Martinique, een eiland waar veel watersport wordt bedreven.
Dit eiland behoort bij Frankrijk. Je betaald er dus met Euro’s, ze spreken er
Frans en soms gebrekkig Engels, ze rijden er weer rechts, er is een uitstekend
onderhouden infrastructuur en het doet gewoon Europees aan. Sainte Anne ligt
aan het begin van een mooie, zeer grote baai, waar we prima achter ons anker
liggen. De baai loopt zeer diep het land in tot aan het plaatsje Le Marin, waar
de grote jachthavens liggen met alle daarbij behorende winkels en service mogelijkheden.
Hier ligt een grote charter floot van catamarans, die je overal in de Carieb
tegenkomt. Als wij een nieuw eiland aandoen, werken we eigenlijk altijd volgens
hetzelfde stramien, Hans gaat inklaren en ik blijf op de boot, zeker de eerste
dag. Ik blijf op de boot omdat we zeker willen zijn dat het anker goed houd, we
hebben al te vaak gezien dat mensen hun boot achter lieten en het anker ging
krabben. Dit vinden wij alle twee erg prettig zo en dan moet je dat zo blijven
doen. Hier maken we voor het eerst kennis met de Franse manier van inklaren.
Er
is een computer in een café waarop je alle gegevens compleet moet invullen. Als
je klaar bent, druk je op safe en print. De man achter de kassa geeft het
document een stempel en een paraaf en na betaling van drie Euro krijg je het
benodigde inklaringsbewijs. Binnen 5 minuten is alles geregeld. Na het inklaren
komt Hans Diederik en Nicole van de Zwerver tegen, die waren hier samen met
twee vrienden aan het winkelen, ook toevallig. Natuurlijk even staan bijkletsen,
zij lagen in een andere baai. Sainte Anne is een klein lieflijk dorpje. Mooie
pandjes en een mooi kerkje. Toen wij op zondagmorgen aan de wal kwamen, was er een
mis gaande, de mensen stonden zelfs buiten voor de deuren, zo druk was het. Een
groot deel van de bevolking is hier erg gelovig. Wat ik daarbij zo’n mooi gebaar
vond was dat, nadat de voorganger iets had gezegd, het ineens heel stil werd.
Daarna begon een ieder elkaar de hand te schudden waarbij er iets in het Frans
werd gezegd.
Wij stonden op dat moment te luisteren en te kijken, zodat ook wij
een hand kregen van iedereen om ons heen. Ik vond dat zo’n mooi en warm gebaar,
ondanks dat ik niet weet wat de gesproken tekst betekende. Na drie dagen wilden
wij weer verder naar Anse d’Arlet. Hier was helaas niet veel aan. Geen
winkeltjes, alleen maar een klein strandje met wat restaurantjes, veel was er
zelfs niet eens open. ‘s-Avonds hebben we in een restaurantje aan het strand een
pizza gegeten.
Happy hour in Saint Anne |
Een terugblik op Anse d'Arlet |
Na twee dagen weer het anker opgehaald en doorgevaren naar de marina
Etang Z’Abricot, vlak bij Fort de France. Daar aangekomen zien we Francis
staan, een zeilvriend van ons, die ons helpt bij het aanleggen, wel lekker
makkelijk zo. Toch vreemd om weer in een haven te liggen. Het is wel makkelijk
met water, stroom en douches met toilet, maar dat is dan ook alles. De haven is
goed, netjes en zeker niet duur, maar om bij een bushalte te komen moet je toch
wel een aardig stuk lopen.
De eerste nacht slapen zonder gewiebel is toch wel
een keertje lekker. De volgende ochtend ligt er een vers stokbrood aan boord?
Ik zeg nog tegen Hans, regelt de marina dit? Dit vind ik wel oké. Later kwamen
wij er achter dat de lieve mensen van SY Tijd dat als verrassing bij ons hadden
neergelegd. Hoe lief is dat. Na de lunch zijn wij met de bus naar Fort de France
toe gegaan. In de bus was het steenkoud, de airco stond hier volop te draaien. Ik
vond Fort de France niets bijzonders, erg luidruchtig en druk. Gauw de bus
terug dachten wij. Niet dus, onze bus kwam maar niet opdagen. Dan maar een taxi,
ik was het wachten meer dan zat. Achteraf stonden wij gewoon verkeerd, stom he.
Toch maar besloten een auto te huren anders zie je niets van het eiland. De
verhuurbedrijven zitten allemaal bij de luchthaven. Vrienden van ons gingen juist
die dag de auto terugbrengen, dus Hans had de mazzel dat hij mee kon rijden
naar de luchthaven. Nadat Hans een auto had gehuurd konden onze vrienden weer mee
terugrijden, dus een prachtige win win situatie. Wij hebben de auto voor vier dagen gehuurd,
dus wat de doen? De eerst dag zijn wij lekker gaan winkelen en de prijzen van
de verschillende supermarkten vergeleken. We blijven toch Hollanders. Ik moet
eerlijk zeggen, alles is hier te krijgen maar wel een stuk duurder dan in
Nederland, al verschild het wel per eiland. Zo betaalde ik een keer voor twee
tomaten zes euro, dat vind ik dus wel te duur. Maar je koopt het toch wel, want
uit eten gaan is toch altijd nog duurder vind ik.
De tweede dag zijn wij naar een
botanisch tuin met een waterval gereden. Dat was de moeite meer dan waard, erg
mooi aangelegd en zeer goed onderhouden. Aansluitend zijn we naar Le Marin
gereden om onze vrienden van de Epoxy te bezoeken. Die lagen hier met hun boot
op de wal voor onderhoud aan het onderwaterschip. Ze vonden het heel leuk dat wij
even een borreltje kwamen drinken, het was weer erg gezellig met elkaar.
De oostkust van Martinique |
De
derde dag zijn wij naar de oostkust van het eiland gereden, met een tussenstop
in Le Marin om nog wat watersportwinkels te bezoeken. We waren op zoek naar een
Pilot voor de Leeward Islands. Deze hebben we niet kunnen vinden, hopelijk
heeft een van de volgende eilanden deze pilot. De oostkust van het eiland is
mooi groen, heel anders dan de westkant waar wij liggen met de boot. De vierde
dag zijn we lekker naar een strandje gegaan om te zwemmen en te zonnen. Aansluitend
zijn we uit eten geweest, als afsluiting van deze mooie, maar vermoeiende
dagen. Volgende keer toch maar twee dagen een auto huren, vier dagen achter
elkaar is voor mij toch te vermoeiend in deze hitte. Ik wil graag weer verder,
de marina houd ik wel voor gezien, ik wil gewoon weer lekker achter mijn anker
liggen.
Op naar het eiland Dominica, het eiland dat in september 2017 is
getroffen door de orkaan Maria, een orkaan van de 5e categorie. Veel
zeilers slaan dit eiland nu over omdat men bang is voor criminaliteit. Wij
besluiten dat niet te doen en de verhalen met een korreltje zout te nemen.
Achteraf gezien een hele goede keus. De afstand naar de plek die wij willen
bezoeken is te groot om dat in één dag bij daglicht te kunnen zeilen. Wij
ankeren dus voor één nachtje bij het plaatsje Saint-Pierre, aan de westkust van
Martinique en gaan de volgende morgen weer verder. Bij aankomst in de Prince
Rupert Bay bij het plaatsje Portsmouth op Dominica , worden we hartelijk verwelkomt
door een local die ons met zijn boot tegemoet vaart. Hij stelt zichzelf voor
als Lawrence of Arabia, de naam die ook op zijn boot staat geschilderd. Later
horen wij dat de locals, die hier de zeilers helpen, zijn aangesloten bij een
vereniging en dat men onderling de afspraak heeft dat de eerste die contact
maakt met een jacht hier zijn waren mag aanbieden. ze langzaam aan weer hun leven kunnen
oppakken. Er is wel internet maar dat is nog zeer traag, ik denk dat het nog
vele jaren gaat duren voordat dit eiland weer enigszins hersteld is van deze
orkaan.
Rustig in een heel laag tempo
wordt alles weer opgebouwd, wat vandaag niet af is komt morgen of volgende
week, of volgden maand. Niemand maakt zich daar verder druk om, als men maar te
eten en te drinken heeft. Als ik later met Lawrence hierover een gesprek heb,
legt hij mij uit dat de mensen hier het leven nemen zoals het komt, men maakt
zich niet zo druk om al dat puin dat op straat ligt en om de wederopbouw van
hun eiland. Wat een verschil met Martinique. Er komt een mannetje aan varen en
vraagt of wij nog een gastvlaggetje nodig hebben. Omdat wij deze niet hebben
bestellen wij er één bij hem, binnen een uur hangt deze aan onze boot.
Onze ankerplek bij Portsmouth |
Met Lawrence
hebben wij een afspraak gemaakt om een boottochtje te maken over de Indian
River. Deze rivier gaat in eerste instantie door de mangroves. De tocht volgt
de rivier zo lang als deze bevaarbaar is. Aan het einde is en plek waar men een
klein restaurantje heeft gebouwd voor een drankje en een hapje. Om zeven uur in
de ochtend worden we door Lawrence met zijn boot gehaald. In de vroege ochtend
zie je, volgens hem, meer dieren dan later op de dag. Als we roeiend de rivier
opvaren, zien we dat ook deze veel te lijden heeft gehad onder de orkaan. De
motor staat uit om de dieren niet schuw te maken. Lawrence verteld ons dat men
29 dagen is bezig geweest om de rivier weer bevaarbaar te maken tot aan het
kleine restaurantje. Het restaurantje zelf is haast niet beschadigd maar helaas
nog gesloten omdat nog te weinig mensen deze tour maken.
Onderweg met de peddels |
Een deel van het fort |
De oude kanonnen nog netjes op een rij en in prima conditie |
Nabij het pleintje van Grand Bourg tref je een handelaar in kunstwerken,
grotendeels gemaakt van pallets en ander afval materiaal
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten