zondag 21 augustus 2016

Week 6 van onze zeilreis met de Ikinoo


Uitzicht onderweg vanuit de bergen
Hans heeft ‘s morgens om acht uur af gesproken met Ada en John voor een pittige wandeling door de heuvels achter de marina. Zelf ga ik niet mee, want dat is te zwaar voor mij. Hans en ik hebben al eerder afgesproken dat als iets te zwaar voor mij is, dat hij wel mee gaat, anders mis je te veel. Hans maakt onder weg foto’s en kan mij er dan later over vertellen. Zo ben ik er toch ook een beetje bij. Maar vandaag niet getreurd, ik vermaak me prima. Hij laat mij lekker even uitslapen. Alles kan ik op mijn gemakje doen. Heerlijk om even het rijk alleen te hebben. Rustig koffie drinken, een voetenbadje nemen. Echt even lekker tutten waar je gewoon geen vent bij wilt hebben.
Onderweg komen we verschillende graanopslag schuurtjes tegen



Zo maar één van de paadjes
Ondertussen waait het stevig, blij dat we nog in de haven liggen. Tegen een uur of één zijn de wandelaars weer terug. Het was erg mooi geweest, leuke foto’s gemaakt. Hans had alleen wel wat last van zijn rug, ja dat begrijp ik best wel, sporten deed hij al een tijdje niet meer, zijn benen gaan prima, maar die rug, toch maar iets vaker in beweging komen! In de middag zakt de wind toch wel wat af, zo ver zelfs dat wij zelf even denken, hadden we dan toch kunnen gaan. Maar even later komt hij in alle hevigheid terug, dus blij dat we het juiste besluit hebben genomen. En zo gaat de dag vanzelf over in de avond, we kijken een filmpje en dan lekker op tijd naar bed.

De wind is niet goed zichtbaar
De volgende dag kijken we weer naar de weersberichten, het moet vannacht het heftigst worden, maar het gaat nu al aardig te keer. ‘s Middags zie ik iedereen op de steiger bezig met lijnen om de boot zo goed mogelijk vast te leggen. We kijken met z’n allen naar de zee, die gaat tekeer dat is niet normaal meer. Je wilt nu echt niet op het water zijn, dat is echt om  problemen vragen. Er komt een Nederlandse boot op de motor binnen die meld dat ze 54 kn wind hebben gemeten. Daarna komt er nog een boot binnen met vier kinderen erop. Onverantwoord, wie gaat er in godsnaam nu met z’n gezin zeilen bij dit weer. Nu moet hij nog aanleggen, maar op de steiger wordt je gewoon wegblazen. Hij ramt dan ook de steiger in volle vaart met de benodigde schade als gevolg, gekkenwerk. Idioot dank ik bij mij zelf, sorry hoor maar je gaat niet zeilen bij deze wind.  We praten nog even na met de mensen op de steiger, want ja het is ook weer heel indrukwekkend om zo’n woeste zee te zien. Er zijn trouwens veel Nederlanders op de steiger, gezellig hoor. Naast ons liggen ook Nederlanders, een gezinnetje met een ventje van twee jaar oud, om op te vreten, wat een schatje. Ondertussen heeft hij al heel veel oma’s en tantes ha ha. ‘s Avonds gaat er een groepje wat eten en drinken in het restaurant van de marina, we worden uitgenodigd om, als we zin hebben, langs te komen. Wij letten op hun boot ook al kan je die vanaf het restaurant wel zien. Een uurtje later stelt Hans voor om ook wat te drinken. Ik zeg nog tegen Hans, laat die mensen nou lekker even met z’n allen eten. Ja maar is toch gezellig en ze hebben toch zelf gevraagd om als we zin hebben ook te komen. Ja, daar heeft hij een punt. Ik kleed mij even om en ga mee. Boven in het restaurant aangekomen, zien we ze zitten aan een grote ronde tafel. We maken kennis met andere Nederlanders en Canadezen. Er wordt dus ook veel Engels gesproken. Leren we steeds beter, dus dat is wel goed voor ons. Het kleine mannetje heet Melle en wil maar niet slapen. Om de groep even rustig te laten eten stel ik voor om even met Melle in de kinderwagen te gaan wandelen. Ik maak wat kilometertjes, zo dat zij even rustig kunnen eten. Het was erg gezellig, maar nu terug naar de boot. Naar de boot toe lopend zien we een waas over de bergen hangen, de rook van een nabij gelegen bosbrand. Het is erg warm voor hier in deze streek, dus wat nou de oorzaak is, ik weet het niet. De harde wind wakkert het alleen maar meer aan. We kijken nog naar de zee, wat gaat die te keer zeg. We kunnen hopelijk lekker slapen. Iedereen is toch wat alerter dan anders met het goed vastleggen van de boot. Meer kun je niet doen en vast is vast.

De volgende dag zou de wind iets moeten gaan afnemen. Maar naar buiten kijkend zien wij dat het nog aardig stormt. Wij willen graag een stukje verder zeilen, Portosin hebben we nu wel gezien. Het is leuk en gezellig maar er is hier niet zoveel te doen, een nachtje of een dagje dan heb je het wel gezien. Maar ja, als je niet verder kunt moet je toch geduld hebben. Al hopen we wel dat we morgen weer verder kunnen gaan. De weersberichten geven morgen duidelijk minder wind aan, duimen maar. Ondertussen blijft die waas maar hangen en de rook word erger, nu ruik je goed dat het een bosbrand is. Erg hoor dat zoveel natuurschoon verloren gaat. En de wind neemt maar niet af. Ik maak een klein schiet gebedje, van a.u.b. laat de wind wat afnemen. We drinken nog een wijntje en gaan slapen.

De volgende morgen staat er nog steeds veel wind, maar op de gribfiles is te zien dat hij zou gaan afnemen. Onze ervaring leert echter dat je die niet altijd moet geloven, want als ze weinig wind voorspelen, krijg je een beetje meer. Bij elke voorspelling, dus zeg bij voorbeeld 15 knopen met uitschieters naar 20, nou tel er maar 5 knopen bij en uitschieters met 10 knopen erbij. Hans gaat  betalen, ik tank de watertank vol, we maken de boot in orde en wachten tot de wind wat minder wordt. We besluiten om te gaan, de trossen gaan los en op naar het volgende plaatsje, het plaatsje Caraminal in de Ria de Arousa. Er staat buiten toch nog steeds een hoop wind, blij dat het 1e rif er nog in zit. Ik gooi de boot in de wind zodat Hans de zeilen kan hijsen, het lukt niet echt. Al wachtende denk ik bij mij zelf, wat nu weer. Wat blijkt, de grootzeilval zit achter een maststep, dus alles duurt wat langer en echt het is geen pretje om tegen de wind in op te boksen met deze golven. Maar aan alles komt gelukkig een eind. We laten allen het grootzeil op staan en wachten af hoe het er op volle zee aan toe gaat. Ik moet nog even aan mijn buurman Bas denken, die zegt nog, laat je wel een beetje wind voor mij over. Nou jongen genoeg en dit was dus niet voorspeld, we hebben 28-32 kn wind. Al bij al was dit niet zo’n fijne tocht, maar wat wel zo is, er zit altijd wel een stukje bij, wat heerlijk zeilt. Aangekomen zeg je dan toch, nou dat was wel lekker zeilen. Als we voor anker gaan liggen we op een mooi plekje aan het strand. Ze hebben hier overal strandjes, mooi hoor. We zien boven de bergen dat de rookwolken steeds dikker worden, gelukkig blaast de wind de andere kant op, anders lijkt het mij nou niet zo lekker liggen. We drinken wat en daarna ga ik de macaroni opbakken, had ik al van tevoren gemaakt. Dat is wel zo handig, want als je heb gezeild met veel wind, dan ben je best wel moe. We eten lekker buiten. Het is een heerlijke avond, we blijven buiten op het voordek zitten en doen even een spelletje Yatzee. Hans wint, hij blij. Plotseling horen we een vliegtuig, dus kijken we naar boven.  Het is er geen één maar het zijn vijf blusvliegtuigen. We blijven gefascineerd kijken, het is best spectaculair om blusvliegtuig het water te zien lozen. Een paar uur later stoppen ze, maar het vuur is nog niet uit, ik denk dat als het donker word dat ze er mee stoppen.  Wij vinden het wel vreemd. Moe en voldaan gaan we naar bed, lekker slapen.

Eén van de blusvliegtuigen
De volgende morgen hoor ik weer vliegtuigen, maar nu aan onze kant. Nu pikken ze hier water op en vliegen dan weer omhoog. We pakken gauw de filmcamera en filmen de vliegtuigen, want het is gaaf om dit te zien. We weten allebei dat we dat filmcameraatje nou nog niet echt onder de knie hebben. We hebben hem alleen uitgeprobeerd kort nadat we hem hadden gekocht, maar verder niet. Nou om een lang verhaal kort te maken, wat ik niet moest opnemen staat er op en wat ik wel moest opnemen dus niet. We zijn ook echt beginnelingen, al was het Hans wel gelukt de bosbranden te filmen, maar als ik vraag hoe doe je het dan, weet hij niet precies.


Ik pak mijn fotocamera, daar heb ik wel eens een filmpje mee gemaakt. Omdat ik tegen de zon inkijk zie ik niet veel, dus op hoop van zegen film ik zonder te zien wat. Achteraf staat het er wel op, maar niet allemaal, soms zat ik er naast maar je ziet wel dat ze het water opscheppen uit de zee en dan weer opstijgen. Nog een hoop te leren dus met die camera, maar dat komt van zelf. We pompen de boot op en gaan naar het stand. Even lekker zwemmen, ook al is het water nog koud, ik vind het lekker. Hans niet zo, zodat we besluiten een strandwandeling te maken. Ik heb helaas geen schoenen meegenomen. Er liggen veel stenen en schelpen in het zand, wat zeer doet aan mijn blote voeten. Dan maar verder zwemmen. Terug op de boot hebben we een SMSje van Ada en John, zij liggen een paar meter van ons vandaan met hun boot, of we aan het einde van de dag een drankje en een hapje komen doen. Nou daar hebben wij wel zin in. Bij hen aan boord nemen we nog even de dag van gisteren door, hadden jullie ook zo veel wind en dan weer weinig wind en dan weer heel veel. Ada zag ons gisteravond gezellig op het dek een spelletje doen, daar heeft ze een foto van gemaakt, het zag er gezellig uit. Gezien het geluid dat ik maak dacht zij dat ik gewonnen had, niet dus, Hans heeft gewonnen. Hans vertelt dat je mij er met spelletjes altijd bovenuit hoort. Haar meiden zijn wat dat betreft net zo erg, speel je mens erger je niet, dan is het een huis met herrie, ze kunnen er alle drie wat van, moet je ook maar niet mee willen spelen ,ha ha. Ada stelt voor een spelletje te spelen, daar kun je ons dus wel voor porren. Ze heeft een spelletje gekregen, zelf door iemand in elkaar gezet. Het zit tussen mens erger je niet en ganzenborden in, ik ben benieuwd. We hebben ontzettend veel gelachen, ze deden wat geluid betreft niks onder voor mij. Hans was daarbij vrij rustig en heeft dus van ons gewonnen. Het tweede spel was een dobbelspel. John vertelt dat Ada bijna nooit verliest, we gaan het meemaken. Met een dobbelspel moet je eigenlijk ook een beetje geluk hebben met gooien. Vanavond heb ik dat dus en win hierbij het dobbelspel. Dus dame en heer het was ons genoegen om met jullie een spelletje te spelen, maar jullie krijgen revanche. Het was een leuke avond en na afloop peddelen we rustig naar onze boot. Hans zingend en John en Ada zingen mee. Erg gezellig. Maar nu lekker mijn bedje in, want de volgende dag willen we naar de volgende baai. Van slapen komt echter niet veel terecht, er wordt op het strand een feestje gehouden, wat een herrie zeg. Om 5 uur ‘s-morgens was het pas afgelopen. Toen zijn we als een blok in slaap gevallen.

De volgende morgen zijn we naar een andere baai gegaan. Het zag er in de eerste instantie goed uit. Mooi strand, aan de overkant een grote supermarkt, daar was ik blij mee. We moeten voor een paar dagen eten inslaan, want we gaan een paar dagen achter ons ankertje liggen. Maar echt rustig lig je hier nou ook weer niet. Een groot schip wordt geladen en dat geeft veel geluidsoverlast. Hebben wij weer. Zou het toch een keer leuk vinden om in een rustig baaitje te liggen, want de Spanjaarden zijn hele lieve mensen, maar ze zijn zo luidruchtig. W pompen ons bootje op en gaan naar het strand. Je kunt je bootje daar gewoon laten liggen, geen probleem. We hebben weer lekker ingeslagen en  kunnen dus weer vooruit. Ik heb een lekker visje meegenomen voor op de barbecue, wat gamba’s en een hamburger. We hebben heerlijk gegeten en gedronken. Het was weer een heerlijke dag.

Onderweg in de mist vonden wij een verstekeling aan boord
De volgende dag is het een en al mist. We wachten het even af maar het blijft zo. We besluiten toch om te vertrekken. We zien erg weinig, zo’n 100 meter. We zitten ieder aan een kant van de boot op de uitkijk. Wel vermoeiend maar te doen. Er valt weinig te zeilen, weinig wind, eigenlijk zo goed als niks. Maar bij de ingang van de Ria Pontevedra aangekomen, komt er een klein beetje wind, we trekken de fok erbij, dan maar een beetje motorzeilen, het helpt altijd. Het is een erg mooie baai met heel veel mooie stranden. Het ziet er goed uit. Wij moeten wat verder de baai in, want we gaan naar Combarro toe, dat moet een mooi plaatsje zijn. Eindelijk steekt de wind opzetten met nog maar twee mijl te gaan. Achter een klein eilandje zien wij de Rhapsody al liggen. In eerste instantie lijkt het een erg winderig plekje, maar achter het eilandje valt het mee, als is het niet echt in de luwte. We gooien het anker uit, wat de eerste keer mislukt we krabben. Bij de tweede poging houd het anker gelukkig wel. De zon schijnt lekker, dus we doen wat koelers aan en nemen een ankerbiertje. Het is hier druk met Spanjaarden die met hun bootje hier ankeren. Met de kinderen even zwemmen, of jonge lui met harde muziek. Maar we klagen niet, ‘s-avonds vertrekken zij weer en wij kunnen rustig blijven liggen.

Ons uitzicht vanaf de ikinoo naar het eilandje bij Combaro
De volgende morgen schijnt de zon uitbundig, heerlijk. We willen naar het stadje Combarro toe, het schijnt de moeite waard te zijn. We pompen de boot op en plaatsen de buitenboordmotor want het is een beetje te ver om te roeien. We zijn bijna klaar om weg te gaan, zie ik een Spanjaard met zijn boot bijna tegen die van ons aanvaren. Zijn anker zit niet goed in de grond. We besluiten even te wachten, want voor dat je het weet zitten ze tegen onze boot aan terwijl wij net weg zijn. Hij blijft aanmodderen met zijn anker, straks gaat hij nog over onze ketting heen en komen wij los als hij zijn anker ophaalt.
Het uitzicht de andere kant op met nog 2 Nederlandse schepen
Gelukkig komen Ada en John langs, zij gaan naar het strandje. Zij houden ons schip in de gaten, voor de zekerheid geven we hen de sleutel van onze boot, als er dan wat gebeurd kunnen zij de motor starten en het anker opnieuw uitbrengen. Zij houden het in de gaten, maar vragen wel aan mij waar de potten pindakaas staan. Ik heb ze geteld, dus ik weet hoeveel potten ik heb, ha ha. Nu gaan we met een gerust hart naar het stadje toe. We leggen de bijboot aan waar wij denken dat het goed is. Het blijkt de steiger te zijn van een toeristenboot die een aantal keren per dag een tochtje maakt op zoek naar dolfijnen. Een van de medewerkers van de boot zegt dat wij onze bijboot wel kunnen laten liggen. Hij gaat nu eten dus het hek gaat op slot, maar na de lunch is hij weer aanwezig. Wat een aardige man. We gaan eerst lekker wat eten, het is al drie uur, om vier uur hebben we dan eindelijk ons eten. Ja, je moet er even op wachten, maar dan eet je wel heel erg lekker.
Combarro heeft een oude binnenstad die wij besluiten te gaan bezoeken. Het is erg mooi, soms wel een beetje erg toeristisch, maar dat hoort erbij. Al bij al was het een leuke tocht, moe maar voldaan gaan we terug naar de boot. Het hek blijkt nog dicht te zijn, dat wordt dus even wachten. Even later komt de man er weer aan en doet speciaal voor ons het hek open.
Praten nog even met hem en gaan dan. Het word een nat tochtje want de golven hebben zich aardig opgebouwd. Ben tot mij onderbroek nat. Op de boot maar even schone en drogen kleren aangetrokken en het is zo weer vergeten. ‘s-Avonds hebben we niet zoveel honger omdat we zo laat hadden gegeten. Ik heb nog een stuk honingmeloen, lekker. Fruit is hier zo wie zo lekker, ook de vleestomaten, er zit allemaal net even wat meer smaak aan dan de producten die in Nederland te verkrijgen zijn. We kijken nog een filmpje en gaan lekker slapen. Morgen op naar Cangas.


Een graan pakhuisje in Combarro


Geen opmerkingen:

Een reactie posten