Het koninkrijk Tonga
bestaat uit totaal 177 eilanden, waarvan er momenteel 36 zijn bewoond. In
totaal heeft het land circa 107.000 inwoners waarvan verreweg de meeste wonen
op het eiland Tongatapu. De 177 eilanden zijn in drie hoofdgroepen verdeeld, te
weten van noord naar zuid, de Vava’u groep, de Ha’apai groep en de Tongatapu
groep. Meer noordelijk liggen nog een paar eilandjes, maar deze worden
sporadisch door zeilers bezocht. De meeste zeilers doen de noordelijk Vava’u
groep als eerste aan. Dit is een waar zeilersparadijs met vele eilandjes met
beschutte ankerplekjes. Men heeft er zelfs een speciale geplastificeerde kaart
voor gemaakt om eenvoudiger een keuze te kunnen maken uit de vele ankerplekjes.
Ook de eilandengroep Ha’apai is heel populair. De ankerplaatsen zijn hier wat
minder beschut maar geven een goede dekking als de wind uit het oosten dan wel
zuidoosten komt. Deze eilandengroep is vooral bekend vanwege de vele walvissen
die hier elk jaar zo’n vier maanden vertoeven. Er komen dan ook regelmatig
toeristen naar toe om, met een RIB’s voorzien van een lokale gids, op zoek te
gaan naar deze geweldige dieren. Als ze eenmaal zijn gespot, krijg je
instructie hoe je met deze prachtige dieren kunt zwemmen. Helaas was het seizoen
net afgelopen toen wij in deze groep arriveerden. Maar laten we bij het
beginnen bij de dag dat wij aankwamen in Tonga.
|
Een prachtige muurschildering in Neiafu |
Zoals in het laatste
verhaal van de overtocht beschreven, hebben we bij het plaatsje Neiafu een
mooring opgezocht waaraan we onze Ikinoo hebben vastgemaakt. Aangezien we op
een zaterdag aankwamen, moesten we tot maandag wachten voordat we konden
inklaren. Al die tijd mag je niet van boord. Er is echter niemand die erop
toeziet dat je dat ook niet doet. Ik ben dus direct op verkenning gegaan, heb
wat geld opgenomen en wat boodschappen gedaan, om onze vers voorraad weer wat
op peil te brengen. ’s-Avonds zijn we naar het Mango restaurant gegaan om een
lekker tapbiertje te drinken en natuurlijk wat te eten. Het dorpje Neiafu is van
alle gemakken voorzien. Er zijn een aantal winkeltjes waar je boodschappen kunt
doen.
|
Alle meisjes en jongens dragen een school uniform.
Zowel de jongens als de meisjes dragen een rok met een overhemd.
|
De meeste van deze winkeltjes worden gerund door Chinezen. Er is vlak bij
de commerciële haven een overdekte groentemarkt waar lokale boeren hun producen
aanbieden. In de loop van de dagen dat we hier waren, kwam ik er al snel achter
wat je waar het beste kon gaan inkopen. Daarnaast zijn er een aantal
restaurantjes en barretjes, die hoofdzakelijk door Europeanen, Nieuw Zeelanders
en Amerikanen worden gerund. Maandagmorgen besloten wij de Ikinoo vroeg te
verplaatsen naar de meldsteiger van de Customs. Om er zeker van te zijn dat we
onze mooring niet kwijtraakte, hebben we onze dinghy aan de mooring vastgelegd.
Wij kwamen als 2e boot aan de steiger. Het was maar goed dat we
vroeg zijn gegaan, want niet veel later voeren er vele boten om ons heen die
wilde vastmaken, wat echter niet ging omdat we al drie dik aan elkaar afgemeerd
lagen. Het inklaren verliep wel interessant.
|
De lokale herenkapper, als je nog niet aan de beurt bent,
kun je buiten op het bankje plaatsnemen.
|
Als eerste kwamen er twee dames
aan boord, beide gekleed in een lange rok. Lekker handig als je van boot naar
boot moet klimmen, het was dan ook giechelen geblazen. Eén dame was van de
“Waste Authority LTD”, waaraan wij $ 50 Tongaanse Pa’anga betaalden om ons vuil
te kunnen afgeven op de daartoe geëigende plaatsen. Ze nam tevens onze eerst
zak vuil mee van boord. De andere dame was van de “Ministry of Health”. Hiervan
ontvang je een document waarmee je, na ondertekening, verklaart dat iedereen
aan boord in goede gezondheid is. Deze dame vroeg voor haar diensten $ 100
Tongaanse Pa’anga. Nadat beide dames met veel gegiechel weer waren vertrokken,
kwam er een heer aan boord, ook gekleed in een lange rok, van het “Ministry of
Agriculture and Forestry Plant Quarantine”.
|
Café Tropicana, het centrale punt voor informatie, lokale zeekaarten,
vullen van je gastank, eten van een hamburger of voor het inschrijven
van de Vava'u Blue Water Festival
|
Hier teken je voor het feit dat je
geen fruit, groentes, eieren, klaargemaakte maaltijden, levende planten en
dergelijke mee van boord meeneemt naar de wal. Tevens noteren ze dat je je vuil
al mee hebt meegegeven met de juiste autoriteit. Gelukkig, deze man behoefde we
niet te betalen voor het benodigde document met stempel en handtekening. Als
laatste kwam uiteindelijk, na lang wachten, de Customs aan boord. Hij
verontschuldigde zich voor het lange wachten, maar net die morgen was er een
cruiseschip aangekomen zodat men druk bezig was de paspoorten van alle
toeristen te controleren en te voorzien van een stempel. Van hen krijg je een
stempel in je paspoort waardoor je 90 dagen in Tonga kunt rondreizen. Opnieuw
moest er weer betaald worden. Nadat we alle formaliteiten achter de rug hadden,
keerden we terug naar onze mooring. De daaropvolgende drie dagen hebben we een
beetje in het dorpje rondgekeken en lekker uitgerust. Tijdens een van deze
dagen ontmoete ik een bevriend stel die een geplastificeerde kaart had gekocht
van deze eilandenroep waarop alle ankerplekjes stonden. Snel ben ik bij Café Tropicana ook zo’n
kaart gaan kopen.
|
Uitzicht vanaf de Ikinoo naar het strand van onze ankerplek bij Port Maurelle |
Met behulp van deze kaart hebben we een route gepland om een
aantal eilandjes te bezoeken. De vrijdag daarop wilden we weer terug zijn in
Neiafu, omdat op zaterdag het Blue Water Festival begon. Een week vol
informatiebijeenkomsten over New Zealand, dineetjes, BBQ’s en zeilwedstrijden,
maar vooral ook het ontmoeten van andere zeilers die dezelfde route naar New Zealand
volgen. ’s-Morgens vertrokken we naar het eilandje Kapa om te ankeren bij Port
Maurelle. Het is een rustig plekje met een mooi zandstrand en prachtig koraal
waar het heerlijk snorkelen is. Er liggen een aantal moorings, maar die waren allemaal bezet. Om hier aan een mooring te liggen of te ankeren moet je betalen aan een local die met zijn bootje het geld komt innen. Hier zijn we twee dagen blijven liggen voordat
we verder zijn gegaan naar onze volgende ankerplek, Lisa Beach.
|
Uitzicht vanaf de Ikinoo bij onze ankerplek bij Lida Beach.
Langs de kant is het prachtig snorkelen
|
Dit is opnieuw
een mooi plekje, echter wat de naam doet vermoeden gaat hier helaas niet op, er
is helemaal geen strand te bekennen. Wel opnieuw een prachtige plek om te snorkelen.
Dit keer bind ik de lijn van onze Dinghy aan mijn pols, zodat we deze mee kunne
trekken gedurende onze snorkeltocht langs het rif. Hierdoor behoeven we niet
tegen de stroming in terug te zwemmen naar onze dinghy.
|
Bij gebrek aan een begraafplaats is een hoekje in de tuin gereserveerd voor
het begraven van de overleden familieleden
|
Vanaf deze ankerplek
loop ik ook een keer terug naar Neiafu om boodschappen te doen. Een wandeltocht
van circa 15 km. Onderweg kom ik een tuin tegen waarin diverse graven liggen. Bij navraag blijkt dat men op dit eiland geen begraafplaats heeft. Een ieder begraaft zijn familie in de tuin. Hierdoor wordt er dus ook niet verhuist omdat men zijn familie niet wil achter laten. Ook kom ik een vreemd huis tegen in de vorm van een schip, hoe gek wil je het maken. Met een rugzak vol boodschappen kom ik weer terug aan boord.
Onze volgende ankerplek is maar 2,5 nm verder, te kort om te zeilen, dus varen
we daar op de motor naartoe. Op deze plek liggen tot onze verrassing aan aantal
moorings. Deze blijken van een zeilster te zijn die, sinds 20 jaar, op een
catamaran woont. Voor één overnachting betaal je 10 Pa’anga, omgerekend is dat ongeveer
4 Euro.
|
Een bijzonder huis in de vorm van een motorschip |
De volgende dag staat er niet veel wind meer, toch besluiten we verder
te trekken naar het eilandje Sisia. Eenmaal aan de westzijde van dit kleine
eilandje hebben we een aantal keren geprobeerd om ons anker in de grond te
krijgen. Dit lukte ons niet omdat de bodem te veel was voorzien van rotsen en
koraal. Na vijf pogingen hebben we het opgegeven en zijn we verder gezeild naar
een andere ankerplek bij het eilandje Mala. Hier zat het anker in één keer vast
in het zand. Twee dagen later zijn we terug gezeild naar het plaatsje Neiafu. Onderweg
zien we een aantal zeilboten dezelfde kant op gaan. Het wordt dus tijd om in
Neiafu te komen, omdat er anders in het geheel geen plek meer is. Bij aankomst
zien we echter dat de afgelopen week veel zeilers zijn aangekomen en dat er
geen mooring meer vrij is. Aan de andere kant van de baai vinden we tot onze
verrassing nog een vrije mooring.
|
Als er bijna geen auto's rijden kun je leuk op straat spelen. |
Deze is, zo blijkt later, van een lokale
duikschool te zijn. Ook hiervoor moeten we dus betalen. De volgende morgen gaan
we aan land om ons bij de Tropicana bar aan te melden voor het 6e
Vava’u Blue Water Festival. Het inschrijven is snel geregeld en na het betalen
van het inschrijfgeld, zijnde $ 60 Pa’anga of te wel 24 Euro, krijgen we een
blauw polsbandje, diverse informatie boekjes, hoesjes om je blikje fris of bier
koel te houden en nog diverse andere kleinigheden. De middag begint direct
goed. Eenieder wordt met een lokaal busje vanaf het restaurant Mango opgehaald
en naar de lokale jachtwerf gebracht. Hier staat ons een BBQ te wachten met
tevens gratis drinken, zoals bier, diverse soorten frisdrank en voor wie het
wil proberen Kava. Kort na aankomst heten de eigenaren van de jachtwerf
eenieder welkom en vertellen het één en ander over de faciliteiten die zij
kunnen bieden. Volgens hen is deze plek orkaan proof, wij denken dat onze
verzekeraar daar geheel anders over denkt. Toch zijn er diverse zeiljachten en
catamarans voor het komende orkaanseizoen gestald.
|
DE natuur is ook hier weer prachtig |
De BBQ bestaat uit broodjes
met gegrilde worst en gebakken ui, met daarop een saus naar keuze. Wat wij
echter belangrijker vinden, zijn de diverse gesprekken met medezeilers. Zo hoor
je dus dat een groot deel van de vloot onderweg technische problemen hebben
gehad. Problemen met de motoren, de watermakers, de aggregaten, de zeilen, de
kielen en het roer. Zo spraken wij een stel die, nadat ze hadden vastgesteld
dat hun dinghy met een 15 pk-buitenboordmotor was verdwenen, midden in de nacht
naar hun dinghy op zoek zijn gegaan. Hierbij zijn ze op een rif terecht gekomen
waardoor de beide roeren veel schade hebben opgelopen. Zij stonden nu dus op de
kant. In de werkplaats was men bezig twee nieuwe roeren te maken. Aan het einde
van de middag bracht het busje ons weer terug naar het Mango restaurant. De
volgende ochtend stond er een peddeltochtje op het programma met sup-boards,
kajaks en al het andere wat met peddels kon worden voortbewogen. Er stond
echter veel wind, waardoor dit evenement helaas moest worden afgelast.
’s-Avonds vond de officiële opening van het festival plaats in het Mango
restaurant, met onder andere life muziek van de lokale schoolband, gevolgd door
een buffet met de meest heerlijke gerechten. Zo werd het een hele gezellige
avond, vol met gesprekken met bekende en onbekende zeilers. De volgende ochtend
stond er een ontbijt op het programma met daarbij een uitgebreide voorlichting
over de Bay of Islands In New Zealand. Het ontbijt was in buffetvorm zodat je
kon pakken wat je lekker vond. Aansluitend hield men de lezing. Hierin gaf men
veel informatie over, de faciliteiten voor de jachten in de Bay of Islands, de
Biosecurity van New Zealand en natuurlijk over de routeplanning om hier veilig
te komen. De afstand van Tonga naar New Zealand is circa 1.150 nm, waarbij men
zeer goed naar de weersontwikkelingen moet kijken. Met een periodiek van 10
dagen trekken er namelijk depressies voorbij die soms wel meer dan 50 kn wind voortbrengen.
Het is dus zaak om het goede weer venster af te wachten. Vanaf Tonga kun je in
eerste instantie naar het noordelijke of zuidelijke Minerva-rif zeilen. Hier
kun je goed ankeren en eventueel slecht weer voorbij laten gaan. Vanaf hier is
het nog 800 nm tot aan New Zealand, een afstand die dan te overzien wordt. De
woensdag stond in het teken van een zeilwedstrijd voor alle zeilboten die
hadden ingeschreven. Helaas hebben we vergeten foto's te maken. Lang niet iedereen deed hieraan mee, zo ook wij niet.
|
De eerste prijs voor Hennie en Trijnie |
Er
was in de vloot van monohuls, catamarans en trimarans, één Nederlandse
inschrijver, de trimaran Yana van Hennie en Trijnie. De startvolgorde was eerst
de monohuls, en enige tijd later de catamarans en de enige trimaran. Na de
start waren alle schepen al snel uit zicht omdat het vaarwater een bocht
omgaat. Enige uren later kwam de Yana als eerste weer de bocht om en dus in
zicht. Het ging allemaal heel langzaam omdat de wind bijna in zijn geheel was
verdwenen. Hierna duurde het nog enige tijd voordat de andere schepen
terugkwamen. De meeste voeren op de motor omdat er te weinig wind was om nog te
zeilen. ’s-Avonds was er een heerlijke BBQ met diverse soorten vlees en andere
gerechten. Je kon echter maar één keer je bord laten volscheppen, er was dus
geen tweede ronde, helaas.
|
In optocht kwamen de kinderen en de leerkrachten naar de feesttent |
Na afloop van de BBQ werden de prijzen uitgereikt.
Iedere boot die had meegedaan viel in de prijzen. Voor elke boot was wel een
categorie bedacht, zoals de gezelligste boot, de langzaamste boot. De boot die
onderweg een eiland aan de verkeerde kant was gepasseerd, de meest sociale boot
en natuurlijk de boot die net geen eerste was geworden. De eerste prijs echter
ging naar de Nederlandse trimaran Yana. Nummer twee kwam overigens meer dan een
uur later pas aan, varend op de motor. De Yana was de enige die het gehele
parcours zeilend had afgelegd. Alle andere hebben de motor moeten gebruiken om
terug te kunnen komen. De dag daarop regende het toen we wakker werden.
|
Er wordt uit volle borst meegezongen en niet alleen door de kinderen |
Er
staat een bezoek aan de lokale basisschool op het programma. Gelukkig werd het
droog op het moment dat wij in onze dinghy stapte om naar de kant te gaan. Om
bij de school te komen moesten we nog wel een stukje lopen. Toen de hele meute
aanwezig was, werd het feest geopend door het hoofd van de school. Alle
leerlingen en leraressen waren in traditionele kleding aanwezig. Het
schoolhoofd gaf een toelichting over de school. Op deze school worden ook kinderen
met een geestelijke achterstand of een verstandelijke handicap tezamen met de
andere kinderen in dezelfde klas geplaatst. Hierdoor zie je dus kinderen van
verschillende leeftijden in dezelfde klas zitten. De leerlingen en de
leraressen zongen als welkom diverse liederen voor ons, er werd gebeden en
natuurlijk lieten de leerlingen ons diverse dansjes zien. Dit alles was echt
heel leuk om te zien, waarbij er ook veel gelachen werd.
|
een lange tafel vol met eten en drinken. Op de voorgrond zie je de kokosnoten |
Na afloop ging men
rond met een schaal om geld op te halen voor de school. Met dit geld koopt men
de noodzakelijke spullen voor het onderwijs van de kinderen, aangezien deze
school geen subsidie van de overheid krijgt. Na afloop stonden er lange tafels
klaar met daarop ontzettend veel verschillende gerechten. Ieder gezin, waarvan
één of meer kinderen op deze school zitten, had een gerecht klaar gemaakt. Zo
werd deze gezellige ochtend dus afgesloten met een heerlijke lunch waarbij je
je dorst kon lessen met verse kokosnootsap of water. Omdat deze dag veel indruk heeft gemaakt, hebben we hier meer foto's van geplaatst.
|
Dit meisje bracht een speciale dans. Haar armen zijn ingesmeerd met olie. Hierop kun je een bankbiljet plakken.
Zo wordt er geld opgehaald voor het broodnodige lesmateriaal voor deze kinderen. De jongens brachten een echte oorlogsdans. Prachtig om te zien hoe ze zich hadden ingeleefd.
|
’s-Avonds was er in de
Dancing Rooster een voorlichting over de faciliteiten rond om Whangarei. Deze
lezing vonden wij wat minder, mede omdat het meeste al een paar dagen eerder
was verteld. Het eten was echter uitstekend. De bediening bracht steeds weer
nieuwe schalen met allerlei heerlijke gerechten. Zo etend, drinkend en pratend
vloog deze gezellige avond voorbij. De volgende ochtend viel er een
miezerregen. Wel jammer want er was een marktje georganiseerd, waar eenieder
zijn overtollige materialen te koop kon aanbieden.
|
Onze muzikant |
Gelukkig vond men een
overdekte ruimte waar de diverse boten hun spullen etaleerde. Opnieuw waren het
weer vooral de gesprekken die dit evenement leuk maken. ’s-Avonds was het
afsluitende diner bij het Mango restaurant met live muziek. We hebben zelfs even samen gedanst, Voor dit diner had je van tevoren
moeten opgeven welk gerecht je wilde hebben. Hiervan had je zelf een papiertje
waarop dit stond aangegeven. Zo kon er geen misverstand ontstaan over wie nu
wat had besteld. De maaltijd was prima verzorgt.
Na het toetje werd er nog een
veiling gehouden van diverse spullen, T-shirts, petjes, dagen liggen in een
marina, het uit en in het water halen van je jacht, blikken antifouling,
enzovoort. Heel leuk om te zien hoe dat bieden gaat, een aantal zijn daarbij
heel fanatiek en bieden zelfs meer dan de dagwaarde van het product of
aangeboden dienst. Zo was er een zeer geslaagde week voorbij. Tijd om ons te
richten op het vervolg van de reis, de tocht naar de Ha’apai eilandengroep.
|
Heerlijk weer even dansen met mijn vrouwtje |
Omdat de zeiltocht naar
de Ha’apai groep bijna 70 nm is, een afstand die we bij daglicht haast niet
kunnen zeilen, besluiten we aan het einde van de middag te vertrekken zodat we
bij daglicht nog tussen de eilanden door kunnen zeilen. Als we niet te snel
gaan komen we dan bij daglicht aan. We vertrekken om 17:30 uur vanaf onze
mooring bij Neiafu en zeilen door de pas naar het zuiden. Het is prachtig
zeilweer. Zodra we een beetje tussen de eilanden vandaan komen, het is
ondertussen donker geworden, zien we op de plotter dat de New Nexus vlak achter
ons aankomt. Zij komen uit een geheel andere richting. Eenmaal op zee merken we
dat we zelfs op alleen de yankee, veel te snel gaan. We reven de yankee deels
weg. Hierdoor gaat de Ikinoo wel wat meer rollen. De zee is heel erg warrig,
met golven uit diverse richtingen. Als Sonja naar bed wil, gaat het niet goed.
Ze is voor het eerst in een hele lange tijd weer zeeziek. De combinatie van de
warrige golven en het rollen van de Ikinoo maken het niet makkelijk.
|
Onze dinghy op het strand van Ha'ano |
Ze gaat
rustig liggen en ik vaar verder de nacht in. Als het mijn tijd is om te gaan
slapen, is Sonja nog niet genoeg opgeknapt. Dat wordt dus slapen met een
eierwekker naast mijn hoofd. Ik stel de eierwekker steeds in op een periode van
20 minuten. Dus elke 20 minuten word ik wakker, controleer de vaarrichting, de
windsterkte en de stand van de zeilen en ga daarna weer slapen. Zo zeilen we
richting het eerste eiland, het Ha’ano Island. In de loop van de nacht neemt de
wind wat af zodat we het rif uit de yankee kunnen halen. In het ochtendschemer
naderen we de ankerplek van Ha’ano. We zien al een aantal andere schepen
liggen. Niet veel later ligt ook ons anker op de bodem. Bij controle met de
duikbril, zie ik echter dat het anker niet is ingegraven maar dat de ketting
achter een rotsblok vastligt. Na vier keer ankeren liggen we eindelijk goed
vast.
|
De vissersbootjes van de lokale bevolking. Hiermee gaan ze de zee op. |
Tijd om de gemiste slaap wat in te halen. De tweede dag ga ik aan land om
te kijken of dat ik een winkeltje kan vinden. Onderweg kom ik een boer tegen in
een oude open bestelauto. Op zijn dashboard ligt een .22 geweer. Hij vertelt
mij dat hij deze op de boerderij nodig heeft. Waarvoor hij deze dan gebruikt wordt
mij bij navraag niet duidelijk. Als ik verder loop over het pad staat er
ineens, op een afstand van circa 100 meter, een groot mannetjes zwijn. Niet
echt mijn favoriete dier om tegen te komen. Misschien dat hij hiervoor het
geweer bij de hand heeft? Ik besluit door het gewas terug te gaan naar het
strand. Over het strand loop ik verder naar het dorpje. Bij het dorpje liggen
diverse vissersbootjes.
|
Twee dikke vrienden, wachtend op het begin van de school. |
Soms vraag je je af hoe de mensen veilig met dit soort
bootjes de zee op kunnen gaan. In het dorpje zelf tref ik een school aan, waar
de kinderen net aan het buiten spelen zijn. Voetbal wordt er gespeeld. Dan zie
ik een groep wilde zwijnen over het pad aan komen lopen, vrouwtjes met jongen
van verschillende leeftijden. Ze lopen over het voetbalveld. Niemand trekt zich
er wat van aan, de kinderen die voetbal spelen niet maar ook de zwijntjes niet.
Het winkeltje vind ik niet, wel een aantal kerkjes. Volgens mij gaat iedereen
hier naar de kerk, waarom zouden ze anders zo veel kerkjes hebben?
|
Niemand trekt zich wat aan van de zwijntjes op het veld,
er wordt gewoon door gevoetbald
|
Tijd om terug
te gaan naar de Ikinoo. Onderweg verzamel ik mooie schelpen die ik in mijn tas
stop. Het grote wilde zwijn zie ik gelukkig niet meer. Op de boot zoekt Sonja
de mooiste schelpen eruit en gooien we de rest terug in zee. Deze plek is ook
heel mooi om te snorkelen, wat we dan ook een aantal keren doen. Na een paar
dagen hier te hebben gelegen, zeilen we 10 nm verder naar het hoofdeiland van
deze eilandengroep, het eiland Lifuka met het plaatsje Pangai. Hier moeten we
langs de Customs om onze transit papieren in te leveren. Bij het uitklaren uit
de Vava’u groep kregen we namelijk een transit papier mee die we bij de Customs
van de volgende eilandengroep moeten inleveren. Het inklaren is heel
gemoedelijk. Volgens ons zit de man hier de grootste deel van de dag niets te doen
en is hij dus blij als er weer iemand langskomt om in of uit te klaren. Na dit
bezoek gaan we op zoek naar de winkeltjes.
|
Het interieur van het Mariners Café met rechts de Poolse eigenaresse. |
Er zijn er diversen, ook nu weer
grotendeels gerund door Chinezen. Tevens vinden we een Mariners Café & Bar,
gerund door een Poolse dame die hier 12 jaar geleden is aangekomen met een
zeilschip en hier is blijven hangen. We drinken hier een biertje en keren met
de boodschappen terug op de Ikinoo. ’s-Avonds keren we terug naar de Mariners
Café om met z’n allen te eten. Het is eenvoudig maar goed eten. Het tapbier is
echter uitstekend. Na één nachtje voor anker te hebben gelegen varen we verder
naar het eiland Uoleva. We vertrekken pas ’s-middags omdat we ’s-morgens bezoek
hadden van Brigit en Rene, met hun gaste Wilma, van de Blue Spirit. Sonja volgt
dit jacht al een tijdje via hun blog. Tevens heeft zij af en toe per email contact
gehad met Brigit. Heel erg leuk om dan deze mensen nu, ergens midden in de
Pacific, in levenden lijve te ontmoeten.
|
Uitzicht over de ankerplek bij Uoleva |
De ankerplek bij Uoleva is ruim en de
ankergrond bestaat uit zand. Een prima plek dus die afgeschermd wordt door een
groot rif. Hier treffen we bijna alle Nederlands boten die in Tonga zijn, de
Ocean Goos, de New Nexus, de Jori, de Yana, de Blue Spirit en nog een
Nederlandse boot uit Rotterdam waarvan we naam niet weten. Alleen de Vagabond
ontbreekt. ‘s-Avonds op het strand is het, bij een borrel en een hapje, dan ook
heel gezellig. We maken gebruik van de tafels en stoelen van een Resort hier op
het eiland. Helaas is de bar van het Resort net vandaag gesloten omdat het
walvis seizoen is afgelopen.
|
In dit soort hutjes wonen de locals op dit eiland. |
De tweede avond eten we met de bemanning van drie boten bij de New Nexus aan boord. Iedereen heeft een gerechtje gemaakt. De bemanning van de New Nexus trakteert ons op kibbeling van een grote Mahi Mahi, echt een traktatie. Het wordt tijd om weer wat meer te gaan zeilen en
de Ikinoo te verplaatsen richting het hoofdeiland van Tonga. Over deze tocht
gaan we meerder dagen doen. We varen dus in eerste instantie weer terug naar
Pangai, waar we bij de Customs ons Transit papier ophalen en de laatste
boodschappen doen. De volgende dag zijn we op tijd weg voor onze tocht naar het
eiland Uonukuhahaki. Er staat een leuke 10-14 kn wind. Het spannendste van deze
tocht is het passeren van de smalle doorgang tussen Sandy Cay en het Tatafu Island.
Daarna is het plat voor het lapje naar onze eindbestemming. Als we hier eenmaal
voor anker liggen, liggen we aan lagerwal in een redelijke swell, met uitzicht
op meer wind de komende nacht.
|
Dit is een van onze laatste biertjes uit Tahiti |
Dit zien we niet zitten, we gaan dus weer anker
op en zeilen terug naar het Tatafu eiland waar je heerlijk rustig kunt ankeren
op 6 meter water en een goede zandbodem. De volgende dag vertrekken we op tijd
naar onze volgende bestemming omdat deze nu ineens 7 nm verder ligt. We moeten
34 nm overbruggen om bij onze volgende ankerplek te komen. Deze ankerplek ligt
tussen de eilandjes Nomuka en Muifuifa. Onderweg wordt er volop gevist. Wij zijn de eerste die een Soort van Tonijn vangen. Daarna meldt zich elke boot wel een keer om te melden dat ze een vis hebben gevangen. Direct nadat wij de eerste vis binnen hadden, gooiden we de hengel weer uit. Binnen een kwartier hadden we opnieuw beet. Omdat ik ergens mee bezig was liet ik de vis even aan de lijn hangen. Nog geen minuut later begon ik met het ophalen van de lijn. Ik voelde wel weerstand maar er was geen gevecht. Zodra de vis binnen ons gezichtsveld kwam, constateerde we dat we alleen de kop nog hadden. De rest was er door een grote roofvis of haai vanaf gebeten. Bij aankomst tussen de eilandjes kozen wij ervoor om ons anker op een ondiepte van 8 meter te leggen. Niet veel later volgde de Ocean Goose en daarna de New Nexus. Ik had ondertussen de gevangen vis al schoon gemaakt. '
|
Ziet het er heerlijk uit? |
s-Avonds hebben we opnieuw bij de New Nexus aan boord een deel van de gevangen vis opgegeten. Niels had van onze vis en die van hen, Sushi en Sashimi gemaakt. Dit aten we als voorgerecht. De Ocean Goose had een viscurry gemaakt met witte rijst. Er was dus weer genoeg om te eten. Bij het bezoek aan het eilandje Muifuifa, troffen we een familie aan die hier woonde. Ze kweekten hun eigen groente en fruit en hielden kippen en een half tam wild zwijntje. Dit dier was reuze nieuwsgierig en zelfs aanhankelijk. Een deel van het fruit konden we van hem kopen. Tevens wilde hij, tegen betaling, voor ons koken. Wij hadden echter nog volop vis. Op deze ankerplek blijven we een paar dagen omdat de
wind de komende dagen uit de verkeerde hoek gaat komen. De voorspellingen
blijken te kloppen. De tweede dag draait de wind naar het zuiden en neemt toe
tot 20-26 kn. Omdat we achter een groot rif liggen hebben we geen last van de swell.
Wel staan er wat windgolven die de ligplaats wat onrustig maken. We liggen
echter goed vast. We besluiten de volgende dag verder te zeilen. De wind draait
dan wat naar het zuidoosten zodat het eiland Tongatapu te bezeilen is. Om 07:00
uur is het anker uit de grond. We hijsen het grootzeil met het tweede rif erin,
de kotterfok gaat vol bij, zo ook de yankee.
|
Het zwijntje vindt het heerlijk om met je
te spelen op het strand.
|
Scherp aan de wind zeilen we naar
onze bestemming. De koers is net niet te bezeilen, de voorspelling is echter
dat deze wat meer gaat krimpen zodat we aan hoogte kunnen winnen. We hebben in
eerste instantie 18-22 kn wind staan. Deze neemt echter in de loop van de dag
verder toe naar 20-26 kn. We moeten de yankee dan ook wat reven om het
comfortabel te houden. We gaan echter als een speer, met een gemiddelde van 6,7
kn en uitschieters naar 8,0 kn. De voorspellingen kloppen dit keer, na verloop
van tijd krimpt de wind, zelfs zo ver dat we bijna halve wind kunnen zeilen.
Eenmaal voorbij de boeienlijn, die het veilige vaarwater tussen de koraaleilanden
en koraalkoppen aangeeft, kruisen we de laatste mijlen op richting onze
ankerplek bij het eilandje Pangaimotu. Om 16:15 uur ligt het anker vast in de
grond, tijd voor een ankerbiertje. De ligplaats is vooral bij zeilers heel
geliefd, omdat deze voor het restaurant “Big Mamma” ligt. Big Mamma biedt
tevens de mogelijkheid om je gastank te vullen, je met een watertaxi naar het
hoofdeiland te brengen, je was te laten doen. Hier blijven we liggen tot ons
vertrek uit Tonga, maar daarover meer als we op zee zijn en de blog weer vullen
met verhalen via de SSB-radio.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten